Project
De rol van Mycoplasma bovis in het bovine respiratory disease complex in kalveren
Longproblemen (bovine respiratory disease – BRD) bij kalveren vormen een belangrijk probleem in de melkvee- en vleeskalverhouderij. Het leidt tot verminderd dierenwelzijn, groeiachterstanden en in de vleeskalverhouderij tot een verhoogd antibioticumgebruik en economische schade. BRD wordt geassocieerd met meerdere virussen en bacteriën. Uit onderzoek op vleeskalverbedrijven is gebleken dat Mycoplasma bovis niet alleen het meest gevonden wordt bij kalveren, maar ook als één van de weinige pathogenen significant associeert met het voorkomen van ziekteverschijnselen. Deze resultaten bepalen de keuze om in dit project M. bovis in relatie tot BRD te bestuderen. De BRD-problematiek speelt vooral op het vleeskalverbedrijf, maar ook op melkveebedrijven lopen kalveren risico om besmet te worden met BRD-pathogenen. De dieren kunnen dan ziek worden, of de ziekteverwekker meenemen naar de kalverhouderij.
Het doel van deze PPS is om bij te dragen aan een vermindering van de longproblemen in (fok- en vlees)kalveren door meer inzicht te krijgen in de bijdrage van Mycoplasma bovis in relatie tot andere BRD-veroorzakers en mogelijke beheersmaatregelen tegen longproblemen bij kalveren te identificeren.
De deelonderzoeken van dit voorstel
Op de geel gemarkeerde plaatsen staan harde returns in de tekst, waardoor de tekst verder gaat op de volgende regel. Dit beïnvloedt hoe de tekst is gepositioneerd (uitlijning), al is dat op de webpagina zelf niet echt heel zichtbaar.
1) Introductie en verspreiding M. bovis en andere BRD-pathogenen
Hierin willen we meer inzicht krijgen of en hoe kalveren op het melkveebedrijf tijdens de eerste (2-4) levensweken met M. bovis (en andere relevante longpathogenen) besmet raken. Verder of M. bovis gerelateerde BRD-uitbraken op een vleeskalverbedrijf veroorzaakt worden door kalveren die al bij aanvoer met M. bovis besmet zijn (diergebonden transmissie) of dat kalveren (ook) met M. bovis besmet raken op het vleeskalverbedrijf vanuit een gecontamineerde omgeving (omgevingsgebonden transmissie).
2) Co-infecties van M. bovis met andere BRD-pathogenen en het immunologisch profiel
Tijdens een infectie met M. bovis worden vaak ook andere BRD-pathogenen gedetecteerd. Om meer inzicht te krijgen in de interactie tussen de verschillende pathogenen tijdens dergelijke co-infecties gaan we in vitro experimenten verschillende celsystemen infecteren met één BRD-pathogeen en combinaties van BRD-pathogenen.
Om de interactie tussen het immuunsysteem van de gastheer en M. bovis verder in kaart te brengen gaan we tevens de intracellulaire niche en het verloop van de maternale M. bovis specifieke antistoffen analyseren. Daarnaast zal T-cel-immuniteit worden gekarakteriseerd.
3) Interventie strategieën mbt BRD op vleeskalver- en melkveebedrijven
De resultaten van Wp1 en Wp2 zullen aanknopingspunten opleveren voor innovatieve interventiestrategieën die als doel hebben om M. bovis gerelateerde longproblemen op het melkvee- en vleeskalverbedrijf te verminderen (WP3). Zo willen we een bijdrage leveren aan een structurele verbetering van de gezondheid en welzijn van kalveren en aan de duurzaamheid van de melkvee- en vleeskalverhouderij.