Project

Biologie en beheersing van schildwantsen

De bruingemarmerde schildwants Halyomorpha halys is een zeer schadelijke invasieve soort die oorspronkelijk uit Azië afkomstig is. De wants heeft zich de afgelopen decennia over Noord-Amerika en Europa verspreid en wordt inmiddels in heel Nederland gevonden. In de VS en Noord-Italië veroorzaakt de wants enorme schade aan tuinbouwgewassen, waaronder appel, peer, kers, braam en framboos.

De toenemende aanwezigheid van dit insect in Nederland vormt een bedreiging voor de fruitteelt, en mogelijk voor andere tuinbouwsectoren. In Noord-Amerika heeft de aanwezigheid van H. halys geleid tot een sterke toename van het gebruik van breedwerkende bestrijdingsmiddelen, vaak zonder dat daarmee de schade afdoende werd voorkomen. Het toegenomen gebruik van bestrijdingsmiddelen betekende in verschillende teelten het voorlopige einde van de geïntegreerde gewasbescherming.

In dit project onderzoeken we de levenswijze van H. halys en inheemse schildwantsen in Nederlandse boomgaarden, de relatie met optredende schade en mogelijke strategieën om deze schade te voorkomen. Het project bouwt voort op kennis ontwikkeld in de PPS “Schadepreventie invasieve schildwants”, waarbij er nu meer aandacht zal worden gegeven aan de biologische bestrijding van de wants met sluipwespen. Deze benadering biedt de beste kansen om het potentieel grote schildwantsenprobleem aan te pakken. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan de aan H. halys verwante inheemse schildwantsen, die de laatste jaren in boomgaarden sterk in aantal toenemen, en waarvan biologie, schadebeelden en natuurlijke vijanden overeenkomst vertonen met die van H. halys.

In buitenlands onderzoek aan H. halys zijn kennis en ervaring opgedaan die een goede basis leggen voor onderzoek in Nederland. De lokale omstandigheden verschillen echter met betrekking tot onder meer het klimaat, de structuur van boomgaarden en het omringende landschap, de soorten sluipwespen die voorkomen en het optreden van inheemse schildwantsen. Daarom is onderzoek nodig dat specifiek gericht is op de Nederlandse situatie. Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauw contact met buitenlandse collega’s, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande kennis over onderzoeksmethodieken en oplossingsrichtingen.

Mogelijkheden voor monitoring, preventie en bestrijding zullen worden ontwikkeld en voor de Nederlandse fruitteler toegankelijk gemaakt.

Publicaties