Project

Add_Fase 3 sociaal economische impactanalyse

Het Ministerie van LNV heeft in 2022 aan Wageningen Economic Research gevraagd om een sociaaleconomische impactanalyse uit te voeren. In de eerste twee fasen van het onderzoek zijn afgerond. De stand van zaken binnen het viscluster en de onderlinge afhankelijkheden van zowel de toeleverende als verwerkende industrie en handel in kaart gebracht.

Daarnaast is de sociaal culturele waarde van visserij voor de visserijgemeenschap(pen) in kaart gebracht alsook de gevolgen van de afnemende omvang van de visserij op de gemeenschap(pen). Tot slot zijn de economische effecten van de sanering van de vergunningen voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en de kottersanering gekwantificeerd en de gevolgen hiervan voor de keten in beeld gebracht. Meer over dit deel van het onderzoek is te vinden bij het project Sociaal-economische gevolgen van de beleidsbeslissingen op vloot, visketen en visserijgemeenschappen.

De resultaten van deze onderdelen vormen de basis voor een te ontwikkelen modelinstrumentarium om de effecten van andere beleidsbeslissingen dan de saneringen op de sector zelf, de keten (verwerking en toelevering) en de visserijregio’s in beeld te kunnen brengen.

Het doel van de sociaaleconomische impactanalyse is het inzichtelijk maken van wat de gevolgen van alle ontwikkelingen op de Noordzee en de Waddenzee (zoals de Brexit, de aanleg van windmolenparken in het kader van Wind op Zee en de nieuwe natuurgebieden) zijn voor de (kleiner wordende) visserijsector en indirect voor de keten (visverwerkende industrie en toeleveranciers) en de visserijregio’s. Om de effecten van beleid op het viscluster op voorhand te kunnen duiden is er:

  1. duidelijkheid nodig over de ontwikkelingen in het cluster en
  2. een kwantificering van de effecten van het beleid in deze ontwikkelingen.

In deze 3e fase de volgende activiteiten uitgevoerd:

Activiteit 3.1: Opzetten en uitvoeren van een monitoringsprogramma voor het volgen van de ontwikkelingen in de visserijsector en de regionale visclusters

Activiteit 3.2: Ontwikkelen/aanpassen van een visserijmodel waarmee de economische effecten van beleidsmaatregelen op de visserijsector kunnen worden geanalyseerd en in beeld gebracht

Activiteit 3.3: Uitvoeren van verschillende modelstudies waarbij de effecten van beleidsbeslissingen en externe factoren zullen worden gekwantificeerd

Per activiteit gebeurt het volgende:

Activiteit 3.1: Opzetten van een monitoringsprogramma

Voor de visserij zal de lopende monitoring vanuit de Europese datacollectie worden uitgebreid met een schatting van kosten en baten van de kottersector op maandbasis (schatting vindt momenteel plaats op jaarbasis). Deze schattingen zullen nauwkeuriger worden omdat meer rekening gehouden kan worden met veranderingen in prijzen en gedrag door het jaar heen. Voor de verwerkende industrie en toelevering zal in 2024 een update worden uitgevoerd van de schatting van omvang van de clusters zoals deze in 2022 is uitgevoerd De krimp van de Nederlandse visserij raakt niet alleen de visser.

Activiteit 3.2: Ontwikkelen/aanpassen van een visserijmodel

Om duiding te geven aan de ontwikkelingen in het viscluster en te bepalen in hoeverre deze ontwikkelingen het resultaat zijn van gemaakte beleidsbeslissingen zal een individueel visserijgedragsmodel ontwikkeld worden, waarin de effecten van de verschillende soorten beleid kunnen worden gesimuleerd. Dit model wordt ontwikkeld voor de kottervisserij (inclusief garnalen). Op basis van vergelijking van de uitkomsten van het model met de werkelijke trends kan worden bepaald welke effect het beleid heeft gehad op de visserijsector, ten opzichte van andere ontwikkelingen zoals de gasolieprijs. Ook kan het model worden gebruikt om toekomstige beleidsopties te vergelijken en te testen of effecten van beleid robuust zijn voor veranderingen in externe ontwikkelingen.Bij de ontwikkeling van het model zal zoveel als mogelijk worden voortgebouwd op bestaande modellen. Daarvoor zal een (internationale) inventarisatie worden gemaakt van beschikbare modellen en hun karakteristieken en toepasbaarheid voor het doel van dit model. In dit proces zullen in veel stappen vissers om input/commentaar gevraagd worden.

Activiteit 3.3: Uitvoeren van verschillende modelstudies

Het onderzoek zal duidelijk maken wat de ontwikkelingen zijn in het viscluster en wat de samenhang is tussen de genomen beleidsbeslissingen en de economische en sociale ontwikkelingen in het viscluster (visserij, toeleverings- en visverwerkende bedrijven) in de verschillende visserijregio’s. Daarmee analyseert dit onderzoek dus de effecten van genomen beleidsbeslissingen zoals genoemd in de moties. De te evalueren beleidsbeslissingen worden in overleg met de opdrachtgever bepaald en kunnen bestaan uit (maar zijn niet beperkt tot):

  • Beperkingen in inspanning en vangstmogelijkheden
  • Prijsveranderingen door veranderingen in bijv. belastingen op brandstof
  • Subsidies
  • Gebiedssluitingen (deze effecten zullen worden bepaald in samenhang met het MONS-project)
  • Saneringen

Interactie met MONS studies

Binnen het MONS-programma worden twee studies verricht naar de ruimtelijke verspreiding van de Nederlandse kottervloot en de effecten van ruimtelijke beperkingen op deze verspreiding. Daarbij wordt de ruimtelijke dynamiek van de visserij in kaart gebracht en gemodelleerd, namelijk de keuzes die de visser tijdens zijn reis op zee maakt (waar gaat hij vissen en hoe lang) en de effecten die deze keuzes hebben op de vangsten van de visser. Deze dynamiek zal worden gebruikt in het model van dit project. Aan beide projecten werken veelal dezelfde onderzoekers en de planning van beide projecten hangt dan ook met elkaar samen.

Planning

Eind 2024 wordt besloten hoe de modelontwikkeling er precies uit gaat zien. De daadwerkelijke modelontwikkeling zal in 2025 gebeuren.