Project
LWV22218 Verbetering uiergezondheid van melkgeiten
Sinds de jaren ’80 is de Nederlandse geitenhouderij uitgegroeid tot een volwaardige tak van veehouderij, die wordt gekenmerkt door relatief grote aantallen dieren per bedrijf die op stro gehouden worden in potstallen.Het management op melkgeitenbedrijven is sterk gericht op efficiëntie en hoge melkproductie. Dit heeft geresulteerd in hoge producties, maar ook in een geleidelijke achteruitgang van de uiergezondheid (terug te zien in een stijgend gemiddeld celgetal over de afgelopen twee decennia, figuur 1).
Hoewel de waarde van het celgetal bij geiten als marker voor uiergezondheid wordt betwijfeld, laat de literatuur duidelijk zien dat het celgetal wel degelijk vooral door uierinfecties wordt beïnvloed. Een stijgend celgetal is dus hoogstwaarschijnlijk een teken van afnemende uiergezondheid. De uiergezondheid van geiten staat centraal in deze PPS omdat hier verbetering nodig is en ook omdat dit relatief eenvoudig te monitoren is (op basis van celgetal), waardoor de effecten van interventies goed zichtbaar te maken zijn.
Daarmee kan deze aanpak middels educatie en bedrijfscoaching model staan voor andere aandoeningen, zoals CAEV, die in de toekomst aangepakt kunnen worden.
In deze PPS willen wij de mogelijkheden tot een structurele verandering en vernieuwing in de geitenhouderij onderzoeken, door (1) een beter begrip te krijgen van de oorzaken van uiergezondheidsproblemen bij melkgeiten, (2) inzicht krijgen in de verspreiding van mastitispathogenen binnen geitenbedrijven, en (3) een geautomatiseerde monitoring van uiergezondheid ontwikkelen. Dit zal, in combinatie met bestaande kennis over uiergezondheid, uitmonden in (4) het ontwikkelen, implementeren en valideren van een managementtool die de uiergezondheid helpt verbeteren. Door deze sociale interventie worden bestaande en nieuwe kennis en innovaties toegepast op geitenbedrijven wat zal leiden tot een verbetering van de veiligheid, dierwaardigheid en diergezondheid van de melkgeitenhouderij.