Project

Impact analyse ETS2 opt in

De rijksoverheid is voornemens om alle fossiele brandstoffen die nog niet onder het Europese Emission Trading Scheme (ETS) vallen, onder te brengen in het nieuwe ETS-II middels de zogenaamde opt-in. Het ETS2 geldt reeds voor brandstoffen gebruikt in het wegvervoer, verwarming van gebouwen, en de industrie (incl. energie-). De opt-in voegt hier ook het overige brandstoffen gebruik in de primaire landbouw aan toe (). In het voorjaar 2024 neemt het Nederlandse kabinet een definitief besluit of ze de ETS-II opt-in willen gaan uitvoeren. Tegelijkertijd zal besloten worden over flankerende maatregelen en besteding van de inkomsten. Het ETS2 start in 2027 en de opt-in zou vanaf deze datum ook worden ingevoerd. Er is al een grote mate van duidelijkheid over de uitvoering van ETS-II. De opt-in wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de rest van het ETS2, wat op zijn beurt sterk aansluit bij de energiebelasting en brandstofaccijnzen. De leveranciers van fossiele brandstoffen, dus niet de primaire bedrijven zelf, zijn onderdeel van het ETS-II. Voor de CO2-inhoud van de brandstoffen die zij leveren moeten zij emissierechten inleveren. Hernieuwbare en CO2-vrije brandstoffen, zoals groen gas, waterstof en biobrandstoffen, zijn vrijgesteld. Emissierechten worden aan bedrijven ter beschikking gesteld via een veiling en zijn daarna verhandelbaar, waardoor er een Europese marktprijs voor ontstaat. De verwachting is dat de leveranciers de kosten van deze emissierechten doorberekenen in de prijzen van fossiele brandstoffen. De euro per ton CO2, omgerekend ca. 11 cent per liter benzine, 13 cent per diesel, en 10 cent per m3 aardgas. Het is nog niet besloten of er ook mitigerende maatregelen zou moeten plaatsvinden voor de primaire bedrijven als gevolg van de invoering van de ETS-II opt-in. Deze mitigatie  zou kunnen plaatsvinden door een belasting- of accijnsverlaging of door stimulerende maatregelen om koolstofuitstoot door bedrijven te verminderen.    

De rijksoverheid is voornemens om alle fossiele brandstoffen die nog niet onder het Europese Emission Trading Scheme (ETS) vallen, onder te brengen in het nieuwe ETS-II middels de zogenaamde opt-in. Het ETS2 geldt reeds voor brandstoffen gebruikt in het wegvervoer, verwarming van gebouwen, en de industrie (incl. energie-). De opt-in voegt hier ook het overige brandstoffen gebruik in de primaire landbouw aan toe.

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de mogelijke gevolgen voor bedrijven in de primaire . De kernvraag is wat de kosten zullen zijn voor deze primaire bedrijven van de ETS-II opt-in. Daaraan gekoppeld is de vraag aan de orde tot welke effecten deze kostprijsverhoging kan leiden en of, en zo ja hoe, mitigerende maatregelen nodig zijn.

 

 

Publicaties