Haver als diervoeder
Haver is een geschikt voedergewas voor alle landbouwhuisdieren: paarden, koeien, schapen, varkens, kippen, enzovoorts. Voor al deze dieren is gepelde haver als voederingrediënt een prachtige bron van energie en andere belangrijke voedingsstoffen.
Óngepelde haver kan bovendien gegeten worden door herkauwers die in hun magen micro-organismen bevatten die de celwanden in de haverpel (of haverdop) kunnen afbreken en daardoor beschikbaar maken als energiebron. De haverpel kan ook dienst doen als ‘functionele voederingrediënt’ om bij drachtige zeugen en jonge hennen de darmgezondheid te bevorderen en een langdurig verzadigingsgevoel op te wekken. Voor herkauwers is haver als gehele plant (silage) ook een geschikt voeder. En haverhooi is een goed paardenvoer.
Door de positieve effecten van haver op de darmgezondheid en het immuunsysteem, kan haver een bijdrage leveren aan het terugdringen van het antibioticumgebruik in de veehouderij.
Varkens
Het is al eeuwenlang bekend dat haver bij varkens en biggen de darmwerking bevordert en diarree tegengaat, omdat het de vochtophoping in de darm vermindert.
Koeien
Kwetsbare dieren, zoals koeien die juist gekalfd hebben en kalveren met eetstoornissen, zijn gebaat bij het eten van haver. De groei van kalveren wordt bevorderd als de moederkoeien haver begrazen. Haver met een hoog oliegehalte (vooral naakte haver) kan mogelijk de methaanuitstoot verminderen.
Kippen
Vleeskuikens hebben vaak last van darmproblemen. Deze kunnen verholpen worden door ze te voeren met haverproducten waarvan de voedingsvezels de micro-organismen in de darm en het immuunsysteem in goede balans brengen en houden.
Paarden
Haver is een energierijk product en heeft eeuwenlang gediend als voer voor werkpaarden.