Nieuws

‘Mensen doen domme dingen, omdat ze zo in hun verhalen geloven’

article_published_on_label
14 maart 2024

Gert Jan Hofstede is afgestudeerd als populatiebioloog, heeft een PhD in productieplanning en een carrière in informatiesystemen. Ook is hij een veelgevraagd spreker over cultuur. Op donderdag 21 maart neemt hij afscheid als professor Artificial Sociality, met zijn rede 3000: An Earth Odyssey. We vragen hem naar zijn bijdrage aan de wetenschap, loopbaan en plannen na zijn pensionering.

Waarom vind je menselijk sociaal gedrag zo interessant?

Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de vraag wat voor wezens wij zijn. Dat heb ik nu aardig in het snotje, denk ik. Bij artificial sociality is de vraag waarom mensen doen wat ze doen, inclusief domme dingen. Het is ook een knipoog naar artificial intelligence, een ontwikkeling waar veel mensen bang voor zijn, terwijl dat niet hoeft. Wij maken het!

Heb je na jaren onderzoek de wijsheid in pacht?

Dat zou ik niet zo zeggen. Ik heb aardig door wat onze drijfveren zijn, hoe we elkaar voortdurend corrigeren, hoe groepsprocessen daardoor kunnen verlopen en hoe dat afhangt van cultuur, maar ik kan niet in de toekomst kijken. Wel kan ik als David Attenborough naar de mens kijken en grote lijnen ontdekken. Daarmee ben ik overigens niet vanzelf een goed mens. Ook ik doe domme dingen.

Hoe ziet de wereld eruit in het jaar 3000?

Pessimisten zeggen dat we er tegen die tijd niet meer zijn, maar dat geloof ik niet. We zullen de nodige pandemieën, oorlogen en klimaatrampen over ons heen krijgen, maar in 3000 zijn er zeker nog mensen. Vermoedelijk minder dan nu. Bij de gedachte aan de toekomst denk ik aan mijn kleinkinderen, maar in 3000 zijn we veertig generaties verder.

Waarom doen mensen domme dingen, zoals jij zegt?

Dat komt doordat we in de eerste plaats groepsdieren zijn. Je spreekt een taal, behoort tot een godsdienst, draagt bepaalde kleren, zingt mee met liedjes en gaat naar evenementen omdat de groep waar jij bij hoort, of wilt horen, dat doet. Je wil statuswaardig zijn voor de groep. Dit gedrag maakt je niet per se verstandig. Dat we het klimaat verpesten, is een kwestie van collectieve domheid: niemand wil het, maar we doen het wel allemaal. We apen elkaar wereldwijd na.

Wat kun je hiermee als wetenschapper?

Als wetenschapper kijk je systematisch naar menselijk gedrag en probeert socialiteit in modellen te vatten. Vervolgens kun je met agents scenario’s in de modellen laten lopen om de gevolgen van menselijk gedrag in beeld te brengen, bijvoorbeeld in sociaalecologische systemen. Die modellen zijn veel minder nauwkeurig dan moderne weermodellen. Ze geven een redelijk accurate kans, maar kunnen niets voorspellen. Daarvoor zijn er te veel onzekere factoren en gebeurtenissen waarvan je nu nog geen weet hebt. Maar: ook een tamelijk slecht model kan voor beleidsmakers nuttig zijn.

Hoe voorspelbaar was jouw loopbaan?

Ik heb van alles gedaan, maar cultuur en menselijk gedrag is de rode draad. Als tiener ben ik opgegroeid in Zwitserland, waar ik aan den lijve heb ondervonden hoe het is om een buitenstaander te zijn. In mijn wetenschappelijke loopbaan wilde ik daar iets mee. Het is een roeping om dingen te willen weten.

Is je carrière verlopen zoals je wilde?

In 2005 zat ik met collega’s te kletsen over wat we nog wilden doen. Niemand dacht dat ik nog een stap zou zetten. Toen ben ik in actie gekomen en na hard werken is het me in 2018 gegund om persoonlijk hoogleraar te worden. Dat was overigens een goed moment, want ik moest er eerst ouder voor worden. Lang ben ik een jongetje geweest dat maar wat deed. Ik heb mazzel gehad; alles wat ik heb gedaan, is mooi bij elkaar gekomen.

Kijk je positief terug op je tijd bij de universiteit?

Ik ben in 1976 begonnen als student bij Wageningen University en heb er vanaf 1985 met veel plezier gewerkt. Als ik iets had uitgeplozen, meestal door er een boek over te schrijven, verzon ik daarna weer iets anders. Het voelt daardoor niet alsof ik al die tijd dezelfde dingen heb gedaan. De universiteit is in al die jaren enorm gegroeid, maar de cultuur is hetzelfde gebleven. Het is een betrokken organisatie die niet zegt ‘wat zijn we toch goed’ maar ‘we werken aan problemen in de wereld’. De onveranderde sfeer en dierbare collega’s blijven me zeker bij.

Wat ga je nu doen?

Sinds september krijg ik AOW, maar voorlopig werk ik nog een dag in de week bij Urban Economics. Daardoor voelt het niet alsof ik met pensioen ben. Tot voor kort ben ik vooral druk geweest met promovendi, een theaterstuk en de zorg voor mijn moeder. Zij is kortgeleden overleden en hoe verdrietig dit ook is, het geeft ook ruimte. Ik heb zeven kleinkinderen en daar ben ik dol op. Met mijn vrouw wil ik naar Denemarken, en ook wil ik naar Zwitserland fietsen langs de Rijn, de levensader van Europa. Daar wil ik mensen van vroeger gaan opzoeken.

Wat kunnen we van je verwachten?

Om te beginnen een vermakelijke “Farewell address” op 21 maart, met beelden en muziek. Ik wil het publiek laten zien en voelen wie wij zijn, en wie we kunnen worden, als homo sapiens. Over de aard van het beestje wil ik ook nog een Nederlandstalig boek schrijven, want ik ben nog niet klaar met nadenken. Het moet een dun boek worden dat mijn kleinkinderen ook kunnen lezen, met achterin referenties voor de fijnproevers.

Heb je nog tips voor wetenschappers?

Zie je vakgebied niet als een tuin met een muur eromheen, maar als een vertrekpunt. Het is goed om een eigen discipline te hebben, maar ga vooral op ontdekkingsreis. Kijk over de grens van je vakgebied en zie andere wetenschappers als vrienden, “fellow travellers”. Samen ontdek je meer.