Blogpost
Dag 1: Richel
Het is altijd vroeg opstaan, maar dubbel en dwars de moeite waard om weer veldwerk te kunnen doen op de Richel en Griend, dé belangrijkste geboorteplekken van de grijze zeehond. Het team van vandaag komt uit verschillende windstreken: Wageningen, Friesland en Texel. Van Texel vertrekken we wel in stijl: elektrisch. Onze spullen pasten precies en er was ook wat ruimte voor een passagier achter, als die een beetje dwars ging zitten. We gaan naar Harlingen waar het schip van de Waddenunit, de beheerders van de Waddenzee onder het gezag van het ministerie van LNV op ons wacht. Normaal gaan we altijd met de Asterias, maar plaats daarvan gaan we met de Phoca, een ander schip van de Waddenunit, vernoemd naar de gewone zeehond (Phoca vitulina). We worden we door Bert en Bouke verwelkomd. Het was voor hen wel wat schrikken om te zien hoeveel spullen mee moesten. Niet voor Theo van de Asterias, hij gaat op de Asterias ook altijd mee en is dat wel gewend. Aan boord krijgen we heerlijk koffie en taart.
Op deze zandbank was het doel individuen te herkennen van de vorige jaren, het totaal aantal te schatten, maar ook te zien of we ook op afstand de lengte kunnen meten van de dieren en hun gewicht te bepalen. Qua weer is het altijd spannend of het veldwerk door kan gaan. En vooral dit jaar is het op zijn zachtst gezegd nogal nat en onstuimig weer geweest. Maar vandaag hebben we geluk! Het is redelijk rustig weer en droog, maar wel grijs, past bij de grijze zeehonden zou je zeggen.
Net als voorgaande jaren zien we al vanaf de boot honderden zeehonden op de plaat: moeders met jongen, jongen die al gespeend zijn, vrouwtjes die klaar zijn en naar zee terug hobbelen. Ook vele mannetjes op de plaat hopen te kunnen paren met die vrouwtjes. Sommige grote mannetjes hebben vrouwtjes gedurende de zoogtijd beschermd en maken redelijke kans. Andere mannetjes staan klaar om met een vrouwtje die probeert te vertrekken, te paren. Dat gaat niet altijd vriendelijk, vooral niet als meerdere mannetjes het op een vrouwtje gemunt hebben. Wij proberen om op afstand zoveel mogelijk dieren te registreren, misschien zien we wat oude bekenden?
Nieuwe technieken
Vorig jaar waren er tijdens de hoogste telling in heel Nederland net onder de 1500 pups geteld, bijna 1200 daarvan lagen op de Richel. Zijn er nu meer? Dat weten we eigenlijk pas als we er overheen vliegen: een deel van de pups liggen in de hoge duintjes. Zowel grijze als gewone zeehonden worden jaarlijks gemonitord. Zo kunnen we de ministeries informeren over de toestand van de populatie en waarschuwen wanneer deze verandert. De Waddenzee kent een rijke biodiversiteit, maar ook mensen maken veel gebruik van deze gebieden voor scheepvaart, toerisme en visserij. Verder op zee wordt zand, olie en gas gewonnen en er worden tegenwoordig ook steeds meer windmolenparken gebouwd. Al deze activiteiten kunnen invloed hebben op de soorten die er van nature voorkomen. Dat geldt ook voor zeehonden.
De tellingen worden uitgevoerd met een klein vliegtuig waaruit foto’s worden genomen, en je kunt zo binnen enkele uren alle zeehonden op de platen in de Waddenzee tellen. Drones kunnen gebruikt worden ter aanvulling op de reguliere tellingen. Daarmee kunnen we immers met meer detail zeehonden op een zandplaat registreren. Het mooie van de drone-metingen is dat we bijvoorbeeld de exacte locatie en grootte van alle dieren kunnen bepalen, ook van die zeehonden die verscholen liggen tussen de duintjes. Daarnaast is het met behulp van 3D-technieken zelfs mogelijk om het volume en daarmee het gewicht en hun conditie te bepalen. Dit is echt specialistenwerk. We hebben daarom naast Janneke, Geert, Jessica en Sophie van WMR ook Lammert en Stan van de Geo-informatiekunde en remotesensinggroep van Wageningen University & Research, en Eelke van Aeria.
Jammer genoeg komt halverwege de middag mist op. Het is voor het werk hier niet zo erg, maar we gaan straks door naar Griend, een eilandje verderop. Vier van ons (Janneke, Geert, Jessica en Sophie) blijven daar de komende dagen om daar ook de zeehonden en hun pups te tellen. We moeten in ieder geval op tijd weg om niet in het donker aan te komen.
De overtocht naar Griend is kort. Bijzonder is dat van alle plekken in de Waddenzee tegenwoordig deze twee eilanden in deze periode van het jaar de meeste grijze zeehonden telt van de hele internationale Waddenzee, tot aan Denemarken. Om op Griend te komen is niet altijd eenvoudig: als het water laag is kom je zelfs met een bootje met weinig diepgang niet vlak bij en moet je een stuk door ondiep water waden.
Vandaag was het mistig en het eiland was niet eens te zien vanaf de Phoca. Het blijft een bijzondere ervaring om zo gehuld in de nevel ‘op goed geluk’ over de wadplaten te lopen richting het eiland Griend, maar uiteindelijk doemt Griend dan toch op. Op het eiland aangekomen zigzaggen we door het hoge gras om de grijze zeehonden met hun pups niet te storen en om bij het hutje van Natuurmonumenten aan te komen dat midden op het eiland staat. Gelukkig werden we dit jaar geholpen door Stan, Lammert en Eelke waardoor alle spullen in één keer over waren. Top!
De mist was inmiddels zo dik dat we gerustgesteld waren te horen dat de heren weer veilig hun weg terug aan boord hadden gevonden. Zij gaan naar huis. Het weer ziet er dit jaar niet geweldig uit, maar we hopen toch alle zeehonden met herkenbare vlekken op het eiland te kunnen fotograferen. Dat zijn vooral de vrouwtjes, maar ook sommige mannetjes en de oudere pups die al zijn verhaard.