Interview

Water en Bodem sturend in de praktijk: Project Aa-dal Noord

Hoe breng je de aanpak water en bodem sturend in de praktijk? Myrjam de Graaf, senior onderzoeker bij Wageningen Environmental Research, vertelt over het gebiedsproces in het Brabantse Aa-dal Noord waar zij en haar collega’s bij aangehaakt zijn. Door het landschap in kaart te brengen en te onderzoeken hoe ruimtelijke opgaven elkaar beïnvloeden, kunnen beleidsmakers de juiste maatregelen nemen om de regio klimaatbestendig te maken.

De bedoeling is dat onze ervaringen in Aa-dal Noord een aanpak opleveren voor alle hoge zandgronden in Nederland.
Myrjam de Graaf

“In Noord-Brabant, ten oosten van Den Bosch, ligt Aa-dal Noord, een gebied waar de beek de Aa doorheen stroomt. Het is een landelijk gebied, met veel boerenbedrijven en verspreid gelegen dorpen. Vorig jaar is in Aa-dal Noord een zogenaamde Groenblauwe Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) opgestart, waarin partijen plannen maken om het gebied klimaatrobuust te maken en de waterkwaliteit te verbeteren.

Vanuit WUR haken we aan bij dit proces met een onderzoek in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Daarin gaan we een stap verder dan het GGA: we brengen in beeld hoe de verschillende ruimtelijke opgaven – zoals wonen, waterkwaliteit en cultuurhistorie – elkaar beïnvloeden. Ook kijken we welke maatregelen je kunt nemen om het gebied klimaatbestendig in te richten, als je rekening houdt met het fysieke en sociale landschap.

Onlangs hebben de gebiedspartijen een verkenning uitgevoerd in Aa-dal Noord. Daarin is onderzocht voor welke opgaven het gebied staat, en welke problemen én kansen er zijn. Die opgaven zijn heel divers – van stikstof en de Kaderrichtlijn Water (KRW) tot biodiversiteit en cultuurhistorie. En voor elke opgave is er ruimte nodig, terwijl de totale ruimte beperkt is. Er moeten dus slimme keuzes worden gemaakt! De vraag is ook wat de juiste en passende maatregelen zijn, vanuit het principe ‘water en bodem sturend’.”

De 'taal' van het systeem

“Bij water en bodem sturend gaat het erom dat je kijkt naar het natuurlijk systeem als geheel. Hoe functioneert dat van nature precies? Hoe heeft dit systeem zich in de loop der tijd ontwikkeld? Wat is er aangepast en hoe kunnen we het natuurlijke proces benutten om de regio klimaatbestendig en robuust te maken, zodat ze tegen een stootje kan? We willen dus als het ware de ‘taal’ van het systeem inzichtelijk maken en benutten.

Hier merk je meteen dat het anders is om in systemen te denken dan in beleidsopgaves. Een opgave gaat vaak over één onderdeel van het systeem: ‘We moeten zoveel procent terug in stikstof’. Wij proberen voor elkaar te krijgen dat men meer naar het onderliggende plaatje gaat kijken. Dat begint met het creëren van een gemeenschappelijke taal. Wat verstaan we onder water en bodem sturend? En hoe kijken verschillende betrokkenen vanuit hun eigen expertise en belangen naar het gebied?”

Draaien aan knoppen

“Het punt is dat alle onderdelen van het natuurlijk systeem met elkaar verbonden zijn. Als je aan één ‘knop’ draait, draait de rest mee. Een voorbeeld: als het klimaat opwarmt, neemt de windsnelheid op zee toe. Die windsnelheid heeft invloed op de circulatie van zeewater. En dat heeft weer gevolgen voor de hoeveelheid koolstof die het water kan opnemen. We zijn nu in Aa-dal Noord aan het uitpluizen hoe de verschillende opgaven die hier spelen met elkaar samenhangen. Als je dat weet, kun je betere besluiten nemen. Welke maatregelen moet je nemen, zodat ze het hele systeem ten goede komen en positief uitpakken voor meerdere opgaven? Je wilt natuurlijk voorkomen dat een oplossing voor de ene opgave juist op een ander vlak voor nieuwe problemen zorgt.

Ik merk dat de betrokkenen bij dit project echt ‘aan’ staan. Er zit goede energie op. Tegelijkertijd zijn de eerste reacties nog wisselend. Voor strategische partners sluit dit precies aan bij wat ze nodig hebben. Voor professionals die meer tactisch aan een bepaalde opgave verbonden zijn, is het soms nog zoeken. Dat kan ik me ook voorstellen, want het is écht een andere manier van denken, waarbij je meer rekening moet houden met factoren buiten je eigen werk- en expertisegebied.”

Praktische aanpak voor Nederland

“De bedoeling is dat onze ervaringen in Aa-dal Noord een aanpak opleveren voor alle hoge zandgronden in Nederland: van Brabant en Limburg tot Gelderland, Overijssel en delen van Drenthe. Ik hoop dat de methodiek die wij ontwikkelen, regio’s gaat helpen om aan een toekomst te werken waarin het bodem-watersysteem centraal staat.

Daarnaast hoop ik dat mensen in de regio met elkaar kaders gaan afspreken: wat doen we wel en niet? Die kaders kun je vervolgens gebruiken om vragen uit de samenleving onderbouwd af te wegen. Past het initiatief van boer X bij de kaders en dus bij het water en bodem sturend-principe, zoals de partijen voor het gebied hebben opgesteld? En zo niet, hoe kunnen we dat dan wél voor elkaar krijgen?

Wat we niet moeten vergeten: de sociaal-maatschappelijke component van water en bodem sturend is heel belangrijk. Werken aan een toekomst doe je met elkaar. Een gebiedsplan moet dus matchen met hoe een gebied cultuurhistorisch is ontstaan, en met wat de mensen die er wonen belangrijk vinden. Want uiteindelijk moeten we het samen doen.”