Project

Op weg naar virusvrij en afzetgericht telen

De bloembollen- en vaste-planten sectoren staan voor de uitdaging om de steeds toenemende virusproblematiek op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame manier aan te pakken. Naast de bekende virussen duiken ook vaker nieuwe virussen op. Deze virussen zorgen ervoor dat de sectoren steeds tegen problemen aanlopen, bij de teelt en bij de export. Bij een vondst van een nieuw of quarantaine virus in derde landen worden grenzen gesloten, met grote financiële gevolgen voor de betrokken sectoren.

Voor teelt en handel is vroegtijdige detectie van virussen in plantmateriaal en/of partijen cruciaal. Door virustoetsen op het geoogste product wordt de handel ernstig vertraagd, waardoor de risicos op financiƫle verliezen groot zijn.

Het is wenselijk dat fytosanitaire garanties in relatie tot markttoegang afgegeven kunnen worden op basis van het keurings-en productiesysteem en niet op basis van een exporttoets.

Serologische en moleculaire toetsen

Voor de meest bekende virussen zijn er serologische en moleculaire toetsen voorhanden. Hiermee kunnen keuringen en exporttoetsen worden uitgevoerd op het plantmateriaal. Een doorbraak en een wens in beide sectoren zou zijn als via een plantgoedtoets eerst de afwezigheid van virus wordt aangetoond in het plantmateriaal.

Met een geschikt toetsresultaat verkrijgt de partij het predicaat license to export, en kan verhandeling al tijdens de teelt plaatsvinden. Deze werkwijze heeft ten doel om de nu gangbare toets op het geoogste product te vervangen. Met de zogenaamde plantgoedtoets wordt sinds 2014 bij lelie en tulp voor twee virussen met een nul-tolerantie ervaring opgedaan.

Daaruit blijkt dat:

  • Een plantgoedtoets meestal een goed voorspellende waarde heeft voor het later te rooien exportproduct.
  • Er echter nog steeds behoefte is aan goede protocollen om het viruspercentage tijdens de teelt niet of nauwelijks te laten oplopen.

Alleen zo kan de plantgoedtoets een vervanger worden voor de exporttoets. Het is zaak om instrumenten te ontwikkelen om deze plantgoedtoets goed werkend te krijgen voor aanvullende virussen bij lelie en tulp, en vervolgens ook voor andere gewas-virus combinaties.

De keten creƫert zo meer zekerheid voor een bredere afzet van bloembollen en vasteplanten. De kennis die hiervoor nodig is, is helaas op dit moment nog te versnipperd en veelal ontoereikend of nog helemaal niet beschikbaar. Het is belangrijk om te komen tot een integrale systeemaanpak om virusverspreiding en vermeerdering in partijen te voorkomen.

Publicaties