Impact story

Biobased bouwen: natuurlijke materialen voor minder uitstoot

De bouw met reguliere materialen als cement en staal zorgt voor een grote CO2-uitstoot, terwijl biobased bouwmaterialen als hout CO2 juist vasthouden. Onbekend maakt onbemind geldt nu nog voor deze materialen en daar wil WUR verandering in brengen.

De meeste gebouwen wereldwijd bestaan grotendeels uit beton en staal. Bij de productie daarvan komt echter veel CO2 vrij en dit werkt klimaatverandering in de hand. In plaats daarvan kunnen we bouwen met hernieuwbare biobased bouwmaterialen: hout, riet, kurk, stro, leem, klei, vlas, katoen en kokos bijvoorbeeld. Naast het voordeel dat biobased materialen hernieuwbaar zijn, leggen deze materialen voor langere tijd CO2 vast in het gebouw.

Nog weinig gebruikt

Momenteel wordt er nog maar weinig biobased gebouwd in Nederland: in 2022 zo’n twee procent van de gebouwen bestaat uit hout en maar 0,1 procent uit andere biobased materialen. Over de milieuprestaties van deze materialen is binnen de bouwsector ook nog maar weinig bekend. De hoeveelheid biobased isolatiematerialen, zoals vlas of hennepvezel in plaats van glaswol, is de afgelopen jaren al wat toegenomen. Meer eisen in de aanbesteding van bouwprojecten kan het gebruik versnellen.

Meer kennis

Om meer bekendheid aan deze bouwmaterialen te geven, maakte de WUR de Catalogus biobased bouwmaterialen, in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Hierin zijn alle biobased bouwmaterialen die nu op de markt zijn te vinden, met toepassingen uit de praktijk. De catalogus is voor het eerst in 2012 verschenen en in 2019 geüpdatet. De 2019-versie is inmiddels 7.500 keer gedownload van de website. Het voorziet dus in een behoefte.

Milieuprestaties berekenen

Architecten en projectontwikkelaars kunnen via de Nationale Milieudatabase (NMD) de milieuprestaties van de materialen in een bouwwerk berekenen. In de database staan heel veel materialen, vooral veel soorten beton, staal en glaswol, maar nog weinig biobased materialen. WUR-onderzoekers werken daarom aan het Biobased-in-NMD-project, dat dertien biobased bouwmaterialen in de Nationale Milieudatabase wil krijgen, waaronder een aantal soorten hout, kalkhennep, mycelium, bamboe en wol. Een ander doel van het project is om een methode te ontwikkelen om het effect van CO2-opslag te berekenen in de levenscyclusanalyse van de NMD – dat is de milieu-impact van bouwmaterialen gedurende de hele levensduur. Als deze materialen in officiële databases worden opgenomen en ook het CO2-effect duidelijk wordt, gaan er hopelijk meer architecten met deze materialen werken. Zij bepalen voor een groot deel de materialen van een gebouw. Dus de mogelijkheden om met biobased materialen te bouwen moeten breder bekend worden.

Biobased materialen ontwikkelen

Biobased bouwmaterialen zijn nu vaak nog duurder dan de fossiele en minerale varianten, omdat ze nu nog op kleine schaal beschikbaar zijn. Het doel van de WUR-onderzoekers is ervoor te zorgen dat ze op grotere schaal en effectiever toegepast gaan worden. Ontwikkeling van de productieketen en certificering krijgt ook aandacht. WUR werkt ook aan nieuwe producten voor de bouw, zoals biobased asfalt, recycling van cement en biobased bouwplaten. Zo werkt WUR aan een klimaatbestendige toekomst.