Nieuws
Zoeken naar alternatieven voor veen draait vooral om stabiliteit en hygiënisatie
De komende decennia zal veen geleidelijk vervangen worden door hernieuwbare groeimedia als basis voor potgrond en substraat. Er zijn enkele veelbelovende alternatieven. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoekt de voor- en nadelen van deze alternatieven. Onderzoeker Van Nguyen: “Die zoektocht gaat vooral over balans tussen plantengroei en microbiële activiteiten in de wortelzone.”
Het gebruik van veen in potgrond en substraat staat onder druk. Veertien organisaties, waaronder het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Actiegroep TurfVrij en de Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN), ondertekenden daarom in 2023 het Convenant Milieuimpact Potgrond en Substraten. Hierin staan een stappenplan om het gehalte aan hernieuwbare grondstoffen te vergroten. In 2025 bestaat professioneel substraat voor 35% uit hernieuwbare grondstoffen; voor consumentenproducten minimaal 60%.
WUR onderzoekt welke combinaties van hernieuwbare grondstoffen de plaats van veen kunnen innemen. Welke het meest geschikt is, hangt van veel factoren af, zoals beschikbaarheid, prijs en gevolgen voor het milieu. Maar misschien wel het belangrijkste is de stabiliteit van het alternatief. De meeste hernieuwbare grondstoffen ondersteunen een actief micro-leven, maar bij het mengen van een groeimedium moet een evenwicht worden gevonden tussen de afbraak van materiaal en voedingsstoffen die door het microleven worden gebruikt enerzijds en de stabiliteit en de voedingsbehoeften van het gewas anderzijds.
Dit is zeker ook het geval bij Miscanthus. Dit gewas is tegenwoordig steeds meer verkrijgbaar. Miscanthus is trouwens niet alleen geschikt als veenvervanger, maar kan bijvoorbeeld ook als biobased bouwmateriaal worden toegepast. Dat zet de beschikbaarheid onder druk. De grootste hindernis voor Miscanthus als mogelijke veenvervanger is de stabiliteit. Een goede potgrond of goed substraat kan op dit moment maar voor maximaal 30% Miscanthus bestaan.
Een heel ander probleem geldt voor Biochar (dat extreem stabiel is). Biochar wordt geproduceerd door pyrolyse, waarbij organisch materiaal wordt verwarmd met weinig of geen zuurstof. Biochar lijkt op houtskool, maar producenten van het materiaal maken het vaak te fijn en met een hoge pH. Momenteel zijn er nog niet genoeg leveranciers, en telers hebben nog meer informatie nodig om mengsels inclusief biochar goed te kunnen bemesten.
Halffabrikaten lijken voorlopig het beste alternatief. Halffabrikaten zijn in dit verband mengsels van groenafvalcompost met landbouw- en natuurbeheergewassen (zoals miscanthus, veenmos, riet en grassen). Het voordeel van voormengsels is de beschikbaarheid van de grondstoffen, de verbeterde stabiliteit van de behandelde materialen en de hygiënisatie van grondstoffen met behulp van de warmte die wordt gegenereerd tijdens het composteringsproces.