Ontwikkelingen op de Noordzee, zoals de bouw van windmolenparken, bieden kansen voor natuurontwikkeling. Een meer diverse natuur is weerbaarder tegen menselijke invloeden, waaronder klimaatverandering.
Tot begin vorige eeuw lagen er uitgestrekte oesterbanken in de Nederlandse Noordzee. Ze waren opgebouwd uit vele generaties oesterschelpen, die een ondergrond vormden voor aangroei van nieuwe oesters. “Die riffen vormden ook een habitat voor allerlei andere zeedieren”, vertelt Oscar Bos van Wageningen Marine Research. “Bijvoorbeeld vissen, anemonen, kokerwormen en verschillende soorten schelpdieren.”
Maar door overbevissing in de 19de en begin 20ste eeuw verdwenen de platte oesters, ook wel bekend als gewone oesters, vrijwel geheel uit de Nederlandse wateren. Een virusziekte in de jaren ’50 was de nekslag voor de resterende oesterbanken. En daarmee verdween ook de biodiversiteit die zij met zich meebrachten. Vanaf de jaren ’70 nam een geïntroduceerde, exotische oestersoort het over: de Japanse oester. De inheemse platte oesters vind je nu voornamelijk op Zeeuwse kweekpercelen.
Extra biodiversiteit
“Die Japanse oester vormt ook riffen, maar niet in de diepere delen van de Noordzee”, vertelt Bos. “Daarom zijn er in Nederland en omringende landen initiatieven ontstaan om de oorspronkelijke oester terug te brengen in de Noordzee. Maar dat kan alleen op plekken waar niet wordt gevist met sleepnetten.”
Windmolenparken vormen daarmee een potentieel nieuw oestergebied. Maar oesters zullen zich niet snel ergens vestigen als er niet al harde structuren op de zeebodem liggen. In de zandige Noordzeebodem kunnen ze lastig ankeren. “Maar in windmolenparken wordt steen op de bodem gestort, rondom de turbinepalen”, vertelt Bos, “om de molens te beschermen tegen de schurende werking van zeestromingen. Wij onderzoeken onder welke omstandigheden die steenstort geschikt is voor platte oesters – en of je extra biodiversiteit zou kunnen krijgen als je er holtes in zou maken voor bijvoorbeeld vissen, kreeften en krabben.”
Concepten uittesten
Wellicht kunnen de kunstmatige riffen in de toekomst zo productief worden dat je er oesters, vis of kreeft kunt oogsten. “Dan kunnen ze ook commercieel interessant worden”, zegt Bos. “Maar eerst willen wij uitzoeken wat het beste werkt, en welke soorten kunnen profiteren van dit zogeheten natuurinclusief bouwen.” Wageningen Marine Research is daarvoor nu concepten aan het ontwikkelen samen met Bureau Waardenburg, Deltares, Stichting de Rijke Noordzee, het Wereld Natuurfonds, Stichting Ark en andere partners. “De eerste ideeën zijn we al aan het uittesten. We hebben ook experimentele opstellingen staan in zowel offshore windparken als dichter bij de kust in de Zeeuwse Voordelta. Daar staan ‘oestertafels’ die we elk jaar opvissen om te kijken hoe snel de oesters zijn gegroeid.”
Meer informatie
Lees hier het uitgebreidere verhaal van Oscar Bos over natuurontwikkeling in windmolenparken.