Product
Natuur Technisch Model (NTM)
Ecologische restauratie is er vaak op gericht de abiotische condities voor de vegetatie te verbeteren, bij voorbeeld door de bodem minder zuur of natter te maken. Maar omdat abiotische omstandigheden worden bepaald door een ingewikkeld samenspel van factoren, is niet altijd gemakkelijk vantevoren in te zien of veranderingen daarin inderdaad tot een verbetering zullen leiden.
Het Natuur Technisch Model (NTM) is door ons ontwikkeld als hulpmiddel bij die evaluatie. In essentie bestaat het model uit:
- een waarderingsmodule, die elke soort waardeert op grond van zeldzaamheid en achteruitgang (dit zijn dezelfde criteria die de rode lijst hanteert)
- een voorspellingsmodule, die kijkt welke soorten verwacht kunnen worden bij een gegeven combinatie van abiotische omstandigheden.
Als bekend is hoe de abiotische omstandigheden gaan veranderen, kan eenvoudig worden bepaald of dit -gezien vanuit de vegetatie- een verbetering of een verslechtering betekent. De abiotische condities waar NTM rekening mee houdt zijn:
- zuurgraad van de bodem
- voedselrijkdom van de bodem
- grondwaterstand
- beheer
NTM kan worden toegepast op iedere willekeurige schaal, van één terreintje tot heel Nederland. Zo is NTM ook gebruikt om de effecten van economische scenario's voor heel Nederland door te rekenen over een periode van 100 jaar. In dat geval wordt het model SMART gebruikt om het effect van atmosferische depositie (verschillend per scenario) op te bodem door te rekenen, en die bodemcondities te gebruiken als invoer voor NTM. Zo kan bepaald worden welk scenario op landelijke schaal het gunstigst is voor de vegetatie. NTM leent zich goed voor toepassing in een modelketen, waarbij de uitvoer van het ene model weer invoer voor het volgende is.
Voorbeeld Economisch scenario
Publicaties
- Wamelink, G.W.W., C.J.F. ter Braak and H.F. van Dobben. 2003. Changes in large-scale patterns of plant biodiversity predicted from environmental. Landscape Ecology 18: 513-527.
- Wamelink, G.W.W., H.F. van Dobben, E.P.A.G. Schouwenberg & J.P. Mol-Dijkstra; Haalbaarheid van natuurdoeltypen in arme bossen en droge heide op de hogere zandgronden: een modelstudie. Alterra rapport 562
- E.P.A.G. Schouwenberg; Geïntegreerd Ruimtelijk Evaluatie-Instrumentarium voor Natuurontwikkelings-Scenario’s–Beerze-Reusel (GREINS2); NatuurTechnisch Model (NTM3)
- Schouwenberg, E.P.A.G., H. Houweling, M.J.W. Jansen, J. Kros & J.P. Mol-Dijkstra; Uncertainty propagation in model chains: a case study in nature conservancy