Eerste Grote Agrodebat zeer succesvol

Inspirerend en verrassend. Dat was de eerste editie van Het Grote Agrodebat dat LEI Wageningen UR donderdag
4 oktober 2012 organiseerde. In Madurodam werden met het oog op de kabinetsformatie de gevolgen van het Lenteakkoord voor de agrofoodsector gepresenteerd: een lastenverzwaring van rond de 1700 euro per bedrijf. Vervolgens zetten de onderzoekers uiteen welke gevolgen een opbreken van de euro zou kunnen hebben. De macro-economische ontwikkelingen kunnen op lange termijn problemen veroorzaken op de bedrijfsfinanciering. In dat scenario ziet de toekomst van de sector, vooral op het gebied van innovatie en duurzaamheid, er niet erg rooskleurig uit.

_I9Q9925.jpg
_I9Q9670.jpg
_I9Q9693.jpg
_I9Q9698.jpg
_I9Q9717.jpg
_I9Q9730.jpg
_I9Q9732.jpg
_I9Q9744.jpg
_I9Q9794.jpg
_I9Q9823.jpg
_I9Q9842.jpg
_I9Q9896.jpg
_I9Q9921.jpg
_I9Q9925.jpg

Dat is slechts een van de conclusies die werden getrokken na de presentaties van economen Krijn Poppe en Petra Berkhout. Krijn Poppe constateerde in zijn welkomstwoord dat het Agrodebat een mooi moment is om de banden tussen overheid, bedrijfsleven en de primaire sector weer eens te versterken. “De hele gouden driehoek is vandaag aanwezig. Laten we daar gebruik van maken en elkaar inspireren door en informeren over onze zienswijze op actuele ontwikkelingen”. Poppe vertelde verder dat het LEI vooral bekend staat om de enorme schat aan data die het beheert en met onderzoeksmodellen interpreteert, naast een uitgebreid netwerk in de sector. “Maar wat veel mensen niet weten is dat we nog veel meer doen. Consumentenonderzoek, scenario’s uitwerken, verdienmodellen in ketens ontwikkelen en toepassen zijn dagelijkse kost voor het LEI. We zijn dan ook de partner die u op vele onderwerpen en in vele situaties kan adviseren en ondersteunen, aldus Poppe.”

Gevolgen Lenteakkoord

Het LEI presenteerde vervolgens de berekeningen op basis van het Lenteakkoord, dat eerder dit jaar werd afgesloten. De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het Financieel-Economisch Simulatiemodel (FES) dat het LEI zelf heeft ontwikkeld. De data werd geleverd door het Bedrijven-Informatie Net (BIN). In de discussie bleek dat de meeste maatregelen nog steeds overeind staan, of zelfs zijn aangescherpt. Opvallend zijn de effecten die een aantal maatregelen hebben op de agrosector. De verhoging van de rode diesel werd ten tijde van het Agrodebat al genoemd in het radiojournaal van de NOS. En ook de verhoging van de energiebelasting lijkt, vooral in de glastuinbouw, aanzienlijke gevolgen te hebben bij een toch al niet rooskleurige inkomen. Gevolgen die vooral consequenties hebben voor het verbeteren van de duurzaamheid en innovatie in de sector. Daar is immers steeds minder geld voor, vertelt Poppe. Maar stelt Poppe: “Het Lenteakkoord is nog steeds een goede stap in de richting van verdere verduurzaming van de agrarische sector want energieprijzen worden minder vertekend door subsidies."

Niet alle deelnemers deelden die mening. Ze spraken liever van een ‘stapje’. Panellid, Ad Tabak (directeur Agrokennis bij het ministerie van E&LI) vindt dat de sector duidelijk wordt geraakt door het Lenteakkoord en verwees naar de politiek, die nu in de formatie de compensatie lijkt te schrappen. Allard Bruinshoofd (hoofd Internationaal macro-economisch onderzoek van de Rabobank) vindt de maatregel een goede prikkel om de sector steeds meer op eigen benen te laten staan. Maar Bruinshoofd is ook van mening dat een geleidelijke afbouw van de subsidies een voorwaarde is. Het derde panellid, Esther de Lange (lid van het Europees Parlement) vroeg met name ook aandacht voor de veranderingen in het GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) die een forse impact zullen hebben. Wat betreft de eurocrisis constateerde ze nationalistische tendensen in onder andere etikettering en pleitte ze er vooral voor dat landen hun ‘luiken’ niet gaan sluiten. Door de eurocrisis krijgen landen steeds meer de neiging eerst voor zichzelf te zorgen. “Een natuurlijke reactie, maar heel slecht voor de sector”, aldus De Lange. “We moeten blijven zoeken naar samenwerking en ook gezamenlijk de verantwoording dragen voor de gemeenschappelijke markt en de Europese agrosector.” De panelleden onderschreven het belang van dit type berekeningen en scenario-exercities door het LEI, zowel voor het nationale als internationale debat.

Eurocrisis

Er gaat geen dag voorbij of de eurocrisis is in het nieuws. Miljarden worden geïnvesteerd om te voorkomen dat landen failliet gaan en uit de Europese Unie stappen. “Heel begrijpelijk”, aldus Petra Berkhout, die als tweede spreker een aantal scenario’s schetste die werkelijkheid zouden kunnen worden als landen uit de euro stappen. “Het uittreden van Griekenland kunnen we wel aan. Het heeft relatief weinig gevolgen voor de in- en export in Europa”. Het verkleint de ‘interne’ markt weliswaar, maar als andere landen als Italië, Spanje of Ierland uittreden, hebben we als sector echt een groot probleem. Op verschillende vlakken. De zuivel, de vleessector maar ook de akker- en tuinbouw ondervindt de gevolgen. Neem bijvoorbeeld Spanje, de vijfde economie van de EU. Om goed in te kunnen schatten welke veranderingen optreden in handelsstromen en concurrentieposities bracht Berkhout in kaart wat de koers van het Britse pond zou kunnen doen ten opzichte van de euro. En niet te vergeten, het gedrag van de dollarkoers. De uitvoer van Nederlandse producten komt onder druk door koopkrachtverlies in landen die de eurozone verlaten én door de extra concurrentie uit deze landen met Nederlandse producten in onze thuismarkten als Duitsland en Frankrijk. De macro-economische ontwikkelingen zullen leiden tot prijsdruk, maar ook tot onzekerheid en minder beschikbare middelen om de juist dan zo noodzakelijke innovatie te financieren.

Debat

Na de presentaties werden de gasten uitgenodigd deel te nemen aan een aantal discussies. Er waren drie thema’s om te bediscussiëren: Innovatie, Risicobeheer en prijsfluctuaties en Verdienmodellen. Onderwerpen waar het LEI de expert en gesprekspartner is voor alle drie de spelers in de ‘gouden driehoek’. Een levendige discussie ontstond op basis van een aantal prikkelende stellingen die mede gebaseerd waren op vragen die vooraf door deelnemers waren aangeleverd. Na ongeveer drie kwartier hadden de deelnemers een flink aantal punten besproken en in kaart gebracht. De Innovatie-discussie focuste vooral op de glastuinbouw. De sector die door de vele maatregelen het hardst wordt getroffen. Het aanbod bepreken, de prijs en kosten van duurzaamheid inzichtelijk maken en nieuwe vervangende producten op de markt brengen. Daar waren de deelnemers het over eens. Maar ook het feit dat aanbod aantrekkelijker moet worden en de ketenwerking geoptimaliseerd moet worden. Ad Tabak kon het, als vertegenwoordiger van het ministerie van EL&I, niet laten toch nog even terug te komen op de invoering van het Topsectorenbeleid. “Een ontzettend belangrijk initiatief dat, door de samenwerking met het bedrijfsleven een extra impuls geeft aan innovatie”, vindt Tabak, ”maar ook nog verder kan groeien door meer op cross-overs met andere sectoren te sturen”. Zulke combinaties met logistiek, ICT of design zijn immers lastiger te imiteren.

De discussie over verdienmodellen in de sector leverde ook een aantal interessante conclusies op. Regelgeving, de concurrentieslag tussen de supermarkten en productdifferentiatie waren onderwerpen die aan de orde kwamen. De conclusie dat veel meer gekeken moet worden naar de ‘maatschappelijke ’ prijs van producten dan naar de kostprijs, werd breed gedragen. Maar dat betekent een flinke verandering in cultuur en gedrag en dat kost tijd. Ook vroeg men zich af de huidige regelgeving op het gebied van prijsvoering nog wel adequaat is. Tijden veranderen, regels moeten dus mee veranderen.

De derde groep sprak over risicobeheer en prijsfluctuaties. Hoe komt het bijvoorbeeld dat boeren zo weinig gebruik maken van termijnmarkten in hun bedrijfsvoering? En hoeverre kan de overheid zich terugtrekken als financier? En als dat zou gebeuren, nemen dan de grote marktspelers of retailers die rol over? Maar ook de stelling dat de moderne boer tegenwoordig een halve econoom en financieel planner moet zijn werd besproken. Dat vraagt veel van ondernemers. Hun primaire taken veranderen continu.

Een goede crisis is nooit verkeerd

De conclusie na de discussies en de presentaties was eigenlijk heel helder: een goede crisis is nooit verkeerd, als die gebruikt wordt voor verandering. We moeten blijven anticiperen en gebruik maken van veranderingen in de markt en regelgeving. Nederland is het land dat de crisis beslecht met innovatie. Daar is nog altijd ruimte voor. Ook al worden de financieringsmogelijkheden schaarser, de agrofoodsector heeft tot nu toe altijd bewezen sterk genoeg te zijn. Dat gaat bij deze crisis ook gebeuren, daar waren de meeste genodigden het wel over eens.




 

Prima formule. Voor herhaling vatbaar.
Goede bijeenkomst. Meer primaire producenten uitnodigen.
Leuke opzet, vooral genoten van de discussie.