Longread

Voedselsysteemaanpak: de sleutel tot zero hunger in 2030


Increasing food production is not in itself the solution to eliminating hunger and malnutrition worldwide. So how can we best achieve the Zero Hunger sustainable development goal by 2030? A major research programme at Wageningen University & Research aims to ensure sufficient healthy food for everyone in 2030, while also taking into account people’s wellbeing, the economy and the environment.

In 2015 sprak de internationale gemeenschap af dat honger en ondervoeding uiterlijk in 2030 de wereld uit moet zijn. Nederland heeft beloofd een substantiële bijdrage te leveren aan deze Zero Hunger-doelstelling, het tweede doel van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Hoewel er op dit moment genoeg voedsel wordt geproduceerd in termen van de hoeveelheid granen die wereldwijd nodig zijn, moet dit voedsel ook gevarieerd, betaalbaar en bereikbaar zijn, wil het kunnen bijdragen aan een gezond voedselpatroon.
Ivo Demmers, directeur van het onderzoeksprogramma Food Security & Valuing Water

De beleidsnota Investeren in Perspectief van minister Kaag bevestigt de ambitie om ten minste 32 miljoen mensen blijvend uit een situatie van ondervoeding te halen. Dit is geen makkelijke opgave. Zo is het zorgwekkend dat het aantal ondervoede mensen de laatste jaren weer stijgt, na een periode van gestage daling. Op dit moment lijden naar schatting 821 miljoen mensen aan ondervoeding.

Complex vraagstuk

Het produceren van meer voedsel is volgens Ivo Demmers van Wageningen University & Research niet de silver bullet; daarvoor is honger een te complex vraagstuk: “Hoewel er op dit moment genoeg voedsel wordt geproduceerd in termen van de hoeveelheid granen die wereldwijd nodig zijn, moet dit voedsel ook gevarieerd, betaalbaar en bereikbaar zijn, wil het kunnen bijdragen aan een gezond voedselpatroon. Om ook in de toekomst over voldoende en gezond voedsel te kunnen beschikken, moeten we rekening houden met de impact van voedselproductie op het milieu. Die uitdaging wordt bemoeilijkt door de toenemende druk op de beschikbare grond en de beschikbaarheid van water en nutriënten voor landbouw. Die druk wordt door een breed scala aan factoren veroorzaakt, waaronder klimaatverandering, bevolkingsgroei en achteruitgang van de biodiversiteit.”

hands food somalia2.jpg

De truc is volgens Demmers om naar voedselsystemen als geheel te kijken en alle mogelijke effecten van mogelijke maatregelen volledig in kaart te brengen. Demmers leidt het onderzoeksprogramma Food Security and Valuing Water, dat wil bijdragen aan de Zero Hunger-doelstelling van de Verenigde Naties door kennis uit de domeinen agrifood en water bijeen te brengen. “Het sterke punt van de gehanteerde voedselsysteemaanpak is dat je de verschillende elementen in een voedselsysteem én de onderlinge relaties daartussen in kaart brengt. Het kijkt aan de ene kant naar alle activiteiten die te maken hebben met de productie, verwerking, distributie en het gebruik van voedsel. Aan de andere kant kijk je naar de outcomes van deze activiteiten: Wat zijn de gevolgen voor voedselzekerheid en de voedingswaarde van het dagelijkse dieet? Wat betekenen de activiteiten voor het inkomen van boeren en voor de werkgelegenheid? En wat is de impact op de biodiversiteit in een gebied en het klimaat? Dit onderzoeksprogramma levert ons wetenschappelijke inzichten en praktische kennis op van het toepassen van de Food Systems Approach in verschillende situaties. Die kennis kunnen we vervolgens inzetten in studies voor bedrijven, banken, overheden en maatschappelijke organisaties.”

Voedselproductie

  • Er wordt op dit moment voldoende voedsel geproduceerd in termen van de hoeveelheid granen die wereldwijd nodig is. “When food systems meet sustainability – Current narratives and implications for actions”. Béné, C. et al, 2018.
  • Om voedsel voor bijna 10 miljard mensen in 2050 te verzekeren, moet de landbouwproductie gemiddeld met 50% toenemen; in Zuidelijk Afrika en Zuidoost-Azië moet de productie verdubbelen (FAO, 2017).
  • De droogte van 2018 zorgde in Europa voor de laagste graanproductie sinds 2012 (EU Short-term outlook for EU agricultural markets in 2018 and 2019).

Vier narratieven over het onvermogen voor voedselzekerheid te zorgen

Different narratives about the failure of food systems (adapted from: Bene et al., 2018) Food System Approach, (Van Berkum et al. 2018)
Different narratives about the failure of food systems (adapted from: Bene et al., 2018) Food System Approach, (Van Berkum et al. 2018)

Een voedselsysteemaanpak omvat de waardeketen, ondersteunende activiteiten, externe drijfveren en relaties met de opbrengsten van het voedselsysteem. In deze figuur wordt de benadering weergegeven met behulp van vier narratieven over het onvermogen voor voedselzekerheid te zorgen.

Focus op water

In het onderzoeksprogramma ligt de nadruk sterk op de waarde van water voor voedselproductie. Zoetwater, nodig om voedsel te produceren, is schaars en van het beschikbare water gaat al 70 procent rechtstreeks naar de landbouw. Een van de grote opgaven is hoe de wereld zich in de toekomst kan voorzien van voldoende, kwalitatief goed zoetwater. Effecten van ontwikkeling en klimaatverandering laten zich overal ter wereld voelen. Dit geldt sterk voor deltagebieden, die door een combinatie van factoren extreem kwetsbaar zijn. Catharien Terwisscha van Scheltinga leidt het deelproject Deltas under pressure, dat zich richt op Bangladesh en de Mekong-delta in Vietnam. “Deze gebieden hebben te maken met een stijgende zeespiegel, verzilting en bodemdaling, maar ook met overstromingen en perioden van droogte”, aldus Terwisscha van Scheltinga. “De combinatie van factoren zorgt ervoor dat landbouwproductie in deze gebieden niet langer vanzelfsprekend is.”

Water

Terwisscha van Scheltinga en haar collega’s brengen de knelpunten in het voedselsysteem in beide delta’s gedetailleerd in kaart. De uitdagingen variëren sterk per gebied; zo kampen rijstboeren in delen van Bangladesh met droogte, terwijl boeren in het zuiden juist last hebben van verzilting. Tegelijkertijd profiteren garnalenvissers in hetzelfde gebied juist van het zoute water langs de kust: “Eén superoplossing voor alle problemen is er niet en je moet voorkomen dat je met een maatregel het ene probleem oplost en het andere probleem juist versterkt. Daarom zoeken we de verbinding met alle schakels in het systeem. In de Mekong-delta beginnen we bottom-up, met de boeren op lokaal niveau. In Bangladesh ligt er al een nationaal Deltaplan, waar wij vanuit Wageningen aan hebben bijgedragen. Daarom nemen we dit plan als vertrekpunt voor nieuwe plannen om de landbouw weerbaarder te maken tegen klimaatverandering.”

Wij zijn nieuwsgierig naar de mogelijkheden van zeewierproductie om de productie van garnalen en vis te verduurzamen.
Dolfi Debrot

Voedsel uit zee

Dat zoutwater niet alleen de voedselvoorziening in delta’s en kustgebieden bedreigt, maar ook kansen biedt, willen onderzoekers in het deelproject Aquatic systems aantonen. Onderzoeker Dolfi Debrot is trekker van dit project, dat zich richt op duurzame voedselproductie uit zee. “Op het land concurreert voedselproductie met andere functies en bovendien neemt de kwaliteit van landbouwgrond snel af”, aldus Debrot. “In dit project onderzoeken we de kansen voor voedselproductie uit zee. Daarbij moeten we constateren dat de meeste visbestanden van de wereld al intensief bevist zijn. Daarom richten we ons op de productie van zeewier, een gewas dat om meerdere redenen interessant is. Zeewier legt geen beslag op het schaarse land en er is geen bemesting nodig, wat het voor telers ook financieel interessant maakt. Bovendien is zeewier zeer gezond voor mens en dier.”

Het onderzoek wordt gedaan in Indonesië, omdat dit land een grote verscheidenheid aan economische, ecologische en milieucondities kent en ook de lokale gewoonten sterk variëren. Dit maakt het makkelijker om het effect van verschillende factoren op de ontwikkeling van zeewierproductie in kaart te brengen. Bovendien wordt zeewier volgens Debrot al op veel locaties in Indonesië gekweekt.

Seaweed farm

“Sommige kwekers leggen zich uitsluitend toe op de productie van zeewier, anderen combineren het met garnalenkweek en visteelt. Wij zijn nieuwsgierig naar de mogelijkheden van zeewierproductie om de productie van garnalen en vis te verduurzamen. In het verleden zijn in Indonesië op grote schaal mangroves gekapt om ruimte te bieden aan de kweek van exportgarnalen. Daarnaast zijn extreem veel pesticiden, antibiotica en bijvoeding gebruikt. Het gevolg is dat het ecologisch systeem volledig kapot is gegaan. Uitgestrekte gebieden met garnalenvijvers langs de kusten van Indonesië liggen er nu verlaten bij.”

Groeiende bevolking, lage opbrengsten

In de rurale gebieden van Afrika spelen weer andere kwesties. De Oegandese regio Arua is representatief voor veel andere rurale regio’s: een sterke bevolkingsgroei in een gebied waar de landbouw nog grotendeels zelfvoorzienend is en de opbrengsten laag zijn. Boeren gebruiken weinig externe input, zoals verbeterd zaaizaad en pootgoed, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, en er is nauwelijks sprake van mechanisatie.

Tegelijkertijd kent de regio een toestroom van honderdduizenden vluchtelingen uit Zuid-Sudan. Momenteel krijgen deze vluchtelingen veelal voedselhulp om in de dagelijkse levensbehoefte te voorzien. Volgens onderzoeker Huib Hengsdijk wil de Oegandese overheid deze vorm van hulp omzetten in een systeem van ‘cash for food’: “Het is de bedoeling dat vluchtelingen financiële hulp krijgen, zodat zelf ze voedsel op de markt kunnen kopen. Maar in Arua, dat geïsoleerd aan de westkant van de Nijl ligt en geen goede infrastructuur heeft, bevinden de nederzettingen van vluchtelingen zich op grote afstand van markten. En het is maar de vraag of de lokale markt aan een groeiende vraag naar voedsel kan voldoen zonder dat dit tot sterke prijsverhogingen leidt. Daarbij komt dat de hoofdstedelijke bevolking van Kampala steeds afhankelijker wordt van voedsel van het platteland, terwijl de productie daar eigenlijk al niet genoeg is om in de lokale behoeften te voorzien.”

In het deelproject Rural areas in East-Africa hanteren Hengsdijk en zijn onderzoeksteam de food systems approach om beter begrip te krijgen van het voedselsysteem in Arua en in twee Ethiopische regio’s. Doel: de voedselzekerheid op het platteland verbeteren. “De omstandigheden in de focusgebieden die we hebben geselecteerd, verschillen. Zo is Ethiopië momenteel politiek instabiel, terwijl het in Oeganda rustig is. Maar met de instroom van grote groepen vluchtelingen kan de situatie snel veranderen. In Oeganda zijn de landbouwcondities doorgaans goed, terwijl Ethiopië bekendstaat om zijn droogte, hoewel er ook nattere gebieden zijn.

Voor elk gebied willen we verschillende scenario’s ontwikkelen. We onderzoeken bijvoorbeeld of een regio gegeven de bevolkingsgroei en de klimaatverandering in de toekomst voldoende voedsel kan produceren voor een gezond dieet. We kijken ook naar de effecten van extra landgebruik en intensivering op milieu en natuur. En we willen weten hoe aan de vraag naar energie kan worden voldaan om mensen voedsel te laten bereiden.”

Feeding cities

Groeiende steden door migratie

De voedselsystemen in stedelijke gebieden van Oost-Afrika, inclusief zogenoemd ‘informele nederzettingen’, zijn sterk verbonden aan de rurale gebieden. Robuuste en duurzame voedselsystemen zijn nodig om in te kunnen spelen op de complexe relaties tussen het platteland en de stedelijke omgeving. Ook in de razendsnel uitdijende steden zijn oplossingen nodig om de bevolking van voldoende, gezond voedsel te voorzien en ondervoeding én overgewicht te lijf te gaan. Daarop richt het deelprogramma Feeding Cities and Migration Settlements zich, waarvan Katrine Soma de projectleider is. “We zoomen in op Dhaka in Bangladesh, Kampala in Oeganda en Nairobi in Kenia. Deze drie steden zijn representatief voor andere steden in ontwikkelingslanden zijn omdat ze door migratie snel groeien. Om de bevolking te voeden, gebruiken wij de Food Systems Approach om per stad te onderzoeken wat de meest urgente knelpunten zijn. Als we de knelpunten in kaart hebben, kijken we samen met lokale partijen welke interventies haalbaar zijn om de beschikbaarheid en gezondheid van voedsel te verbeteren.”

Als alle stakeholders zich kunnen vinden in de probleemanalyse, gaan we samen met lokale overheden, ondernemers, hulporganisaties en inwoners aan de slag om te kijken welke interventies haalbaar zijn.
Katrine Soma

Kenmerkend voor de drie steden is dat mensen van het platteland naar de steden migreren in de hoop een betere toekomst te vinden. Veel van hen stranden in zogenoemde informele nederzettingen, zoals Kibera, onderdeel van Nairobi en de op een na grootste informele nederzetting van Afrika. Daar is een gebrek aan werk, mogelijkheden en geld en hebben mensen nauwelijks toegang tot gezond eten en goede sanitaire voorzieningen.

Vervuiling is ook een groot probleem, mede doordat veel arme migranten houtskool gebruiken om in de dichtbevolkte nederzetting hun eten te bereiden. “Daar is vervuiling een groot probleem. Vaak bevat het voedsel te weinig voedingswaarde, doordat voedselproducten tijdens het transport uit rurale gebieden flink in kwaliteit zijn afgenomen. Deze issues vormen voor ons de basis voor verdere analyse. Als alle stakeholders zich kunnen vinden in de probleemanalyse, gaan we samen met lokale overheden, ondernemers, hulporganisaties en inwoners aan de slag om te kijken welke interventies haalbaar zijn.”

Once all stakeholders agree with the problem analysis, we can start cooperating with local governments, businesses, aid organisations and residents to discuss interventions that can improve the present food system. Relevant solutions are identified in close cooperation with local people. In Kibera, for instance, this includes opportunities for low-cost (even free) cooling and improved transport of fish from rural areas, supply of low priced small fish with high-quality fish from other areas, low-cost technologies for water harvesting and green energy, and capacity building.”

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Om het voedselsysteem goed te kunnen begrijpen, is inzicht nodig in hoe de samenleving werkt en hoe lokale kennis kan worden gebruikt om tot ander gedrag te komen, aldus Soma: “Een aantal jaar gelden had de overheid flats neergezet voor de tijdelijke bewoners van Kibera, maar omdat er geen rekening was gehouden met sociale structuren, is dit een mislukking geworden. Om te overleven, zijn mensen afhankelijk van hun buren. Ze moesten ineens allerlei administratieve handelingen verrichten waarmee ze niet uit te voeten konden.”

Het geeft aan hoe belangrijk het is om ‘technische’ oplossingen te koppelen aan socio-economische factoren, benadrukt Soma: “Het maakt het complexer, maar ook waardevoller om in de toekomst nieuwe ontwikkelingen in informele nederzettingen mogelijk te maken.”

In- en uitzoomen

Als je kijkt naar een voedselsysteem, dan zijn er verschillende schaalniveaus te onderscheiden; van boerenerf tot de wereldwijde voedselmarkt en alle schakels daartussen. Om wetenschappelijke data die betrekking hebben op het ene niveau te vertalen naar een ander niveau, zijn ‘verloopstekkers’ nodig: modellen die losse blokjes kennis koppelen, zodat de data uit het ene blokje toepasbaar zijn op het andere. Dit is het werk van Geerten Hengeveld, die het onderzoeksprogramma Multiple scales and extreme events leidt. Hij en zijn collega’s brengen data bijeen in twee focusgebieden: India/Bangladesh en Ethiopië.

Het doel is om te kunnen voorspellen hoe een voedselsysteem reageert op extreme gebeurtenissen.
Geerten Hengeveld

Het voordeel van Ethiopië is volgens Hengeveld dat het land al heel goede surveys heeft die inzicht geven in de situatie van huishoudens en de beschikbaarheid van voedsel in het land: “Deze surveys leveren allerlei parameters op, waarmee je in een internationaal handelsmodel berekeningen kunt maken. Stel nu dat Ethiopië de voedselopbrengsten wil verhogen door te investeren in irrigatie, dan moet je kunnen voorspellen hoeveel irrigatie oplevert. En dan spelen er veel factoren mee. Wat betekent het voor de beschikbaarheid van water als iedere boer investeert met een waterpomp en zonnepaneel op zijn akker? Wíllen boeren daar wel in investeren? En wat betekent het voor de logistiek? Want je kunt wel drie keer zoveel produceren, maar als de boer zijn producten nog steeds met de scooter naar de markt brengt, loopt hij tegen aanvoerproblemen aan. Al dit soort gegevens heb je nodig om in- en uit te kunnen zoomen op de effecten van een interventie.”

Cassava farmer

De schalingsmodellen die binnen het project worden ontwikkeld, kunnen in andere deelprojecten worden toegepast. Dit geldt ook voor een stresstest die wordt ontwikkeld om de weerbaarheid van voedselsystemen tegen extreme gebeurtenissen in kaart te brengen. Hengeveld: “We hebben indicatoren die ons van tevoren vertellen hoe stabiel een systeem is. Maar we weten niet of deze betrouwbaar zijn. Daarom ontwikkelen we nieuwe modellen voor een aantal typen voedselsystemen en koppelen die aan extreme gebeurtenissen, zoals een handelsoorlog of een orkaan. Doel is daarmee te kunnen voorspellen hoe het voedselsysteem daarop reageert. Wat gebeurt er als Rusland besluit geen fruit uit de EU meer te importeren? Of wat zijn de gevolgen voor de cassaveboer in Ethiopië als de VS besluit graan op de markt te dumpen? Zo kun je allerlei kwetsbaarheden aan het licht brengen. Die kunnen te maken hebben met de voedselproductie, maar bijvoorbeeld ook met logistiek en consumptie.”

Op de natuur gebaseerde oplossingen

Onderdeel van het onderzoeksprogramma is het deelproject Nature-based solutions, waarin onder leiding van Annemarie Groot en Jeroen Veraart gewerkt wordt aan oplossingen om voedselsystemen weerbaarder te maken tegen klimaatverandering en deze tegelijkertijd meer circulair te maken. Groot: “Op de natuur gebaseerde oplossingen worden vaak gelinkt aan klimaatadaptatie in stedelijke omgevingen of aan waterveiligheid. Minder bekend is hoe dit soort oplossingen kunnen bijdragen aan een grotere voedselzekerheid én een grotere biodiversiteit.”

Nature-based solutions

Groot legt uit dat de onderzoekers binnen het team aan twee overkoepelende praktijkstudies werken: “In de eerste kijken we naar diversiteit als middel om voedselsystemen weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. In Nederland kijken we naar verschillende soorten gewasdiversificatie om voedselsystemen weerbaarder te maken. Denk aan voedselbossen, agro forestry en mengteelten. We proberen om te beginnen uit te vinden wat we wel en niet weten en welke partijen in de praktijk moeilijkheden ondervinden. In India onderzoeken we de specifieke werking van een gevarieerder dieet voor vee, waarbij koeien gevoed worden met verschillende kruiden in aanvulling op gras. Er zijn aanwijzingen dat een kruidenrijk dieet leidt tot minder diarree onder vee, een ziekte die door klimaatverandering waarschijnlijk vaker de kop zal opsteken.”

Klimaat

  • Door overstromingen en stormen in kustgebieden moesten 18.8 miljoen mensen hun omgeving ontvluchten in 2017 (World Economic Forum: The global risk report 2019).
  • Wereldwijde gewas- en economische modellen lieten een stijging van de graanprijs zien van 1 tot 29% als gevolg van klimaatverandering (3).

De tweede overkoepelende studie richt zich op het efficiënt gebruik van afvalwater en regenwater: “De landbouwsector in de provincie Zeeland heeft te maken met een toenemende zoetwatertekorten. Tegelijkertijd produceren veel bedrijven afvalwater. Als onderzoekers brengen we vraag en aanbod in kaart van afvalwater dat een zekere kwaliteit heeft. Later in het project kijken we welke op de natuur gebaseerde oplossingen bruikbaar zijn om afvalwater zodanig te behandelen dat ze voldoen aan de eisen van landbouwproducenten. Denk aan de inzet van micro-organismen of zonne-energie om afvalwater natuurlijk te zuiveren. In Ghana analyseren we samen met stakeholders waar en wanneer wateroverschotten en watertekorten ontstaan. We hopen zo te ontdekken welke op de natuur gebaseerde oplossingen mogelijk zijn om gewassen van water te voorzien tijdens droge perioden van het groeiseizoen. Denk aan herbebossing, waardoor de bodem meer water vasthoudt, of aan irrigatie met opgevangen regenwater uit de regenperiode.”

Biodiversiteit kan direct bijdragen aan een weerbaarder voedselsysteem.
Erik Arets

Het team zoekt naar een mix van oplossingen: enerzijds oplossingen die intrinsiek gebruikmaken van de kracht van natuur. Anderzijds oplossingen die ‘inspired bij nature’ zijn. Groot: “Het gebruik van kruiden in het dieet van vee in India en mengteelt in Nederland zijn voorbeelden van intrinsieke, op de natuur gebaseerde oplossingen die voedselsystemen klimaatbestendiger kunnen maken. Afvalwater geschikt maken als bron voor land- en tuinbouw via zonne- en windenergie is meer een oplossing die door de natuur is geïnspireerd. Beide typen hebben genoeg potentie.”

Biodiversity

Biodiversiteit verhoogt weerbaarheid

Weer een ander deelproject is Food and biodiversity, geleid door Eric Arets. Zijn team zoekt naar oplossingen die gunstig zijn voor de biodiversiteit én bijdragen aan een weerbaarder voedselsysteem: “Biodiversiteit kan direct bijdragen aan voedselsystemen, zoals in tropische landen waar wilde natuur nog een belangrijke basis voor voedselvoorziening is. Daarnaast maakt hoge biodiversiteit een voedselsysteem minder vatbaar voor invloeden van buitenaf, zoals klimaatverandering en ziekten. In een systeem waar wilde of semi-wilde bronnen nog steeds gebruikt worden, zoals koffie en suiker in Oost-Afrika, zitten variëteiten die beter bestand zijn tegen bijvoorbeeld regen of kou dan andere variëteiten. Raak je die verscheidenheid kwijt, dan valt de basis onder je voedselsysteem weg als de klimaatomstandigheden veranderen.”

Biodiversiteit

  • Er zijn in de wereld ongeveer 8 miljoen dier- en plantsoorten. Voor 1 miljoen daarvan dreigt uitsterving (1).
  • Het verlies aan biodiversiteit, inclusief genetische diversiteit, vormt een serieuze bedreiging voor het wereldwijde voedselsysteem doordat veel landbouwsystemen daardoor minder weerbaar worden tegen bedreigingen als pestziekten, pathogenen en klimaatverandering (1).
  • Er bestaan nog 7.155 lokale veesoorten. Verscheidenheid maakt het mogelijk om vee groot te brengen in verschillende veranderende omstandigheden. 27% van deze lokale soorten wordt echter met uitsterven bedreigd. Slechts 8% loopt geen gevaar (2).

De groep van Arets werkt aan een afwegingskader waarin de wisselwerkingen tussen biodiversiteit en elementen van het voedselsysteem gekwalificeerd en gekwantificeerd zijn. Door te zien hoe keuzes voor bepaalde maatregelen uitwerken, zowel lokaal als in het hele voedselsysteem, kunnen beleidsmakers vervolgens weloverwogen beslissingen maken. Een keuze voor verduurzaming kan bijvoorbeeld zijn om over te stappen op een biologisch landbouwsysteem. “Die keuze zal over het algemeen gunstig uitpakken voor biodiversiteit en zal het landbouwsysteem ook weerbaarder maken doordat aangrenzende natuur minder wordt aangetast door pesticiden en mest”, legt Arets uit. “Er zullen meer natuurlijke bestuivers aanwezig zijn en water zal beter gereguleerd worden. Op lange termijn kan dit dan leiden tot minder negatieve effecten en een hogere productie. Op de kortere termijn is reguliere landbouw doorgaans productiever. Een transitie naar biologische landbouw kan betekenen dat je meer areaal nodig hebt om dezelfde hoeveelheid producten te produceren. Op deze manier kan het lokaal en op andere plekken in de wereld een effect op biodiversiteit en voedselproductie hebben. Afhankelijk van de effecten en wisselwerkingen op verschillende schaalniveaus en tijdschalen kan de balans voor biodiversiteit en voedselproductie net de ene of de andere kant opslaan. Doel is om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van te verwachten effecten, waardoor de besluitvorming verbetert.”

COVID-19 en voedselsystemen – verbeterde weerbaarheid

Door COVID-19 pandemie is er extra aandacht voor de belangrijke uitdagingen waarmee voedselsystemen overal ter wereld te maken hebben. Het is nog onduidelijk of dit zal leiden tot versnelde structurele veranderingen of een marginale aanpassing aan een ‘nieuw normaal’. Mogelijk leidt het tot een herschikking van het evenwicht tussen lokale, regionale en wereldwijde voedselsystemen, met meer aandacht voor handel, nationale voedselzekerheid en interacties tussen stad en platteland. Ook de relatie tussen voedselsystemen en gezondheid zal waarschijnlijk belangrijker worden: zoals de veiligheid van de landbouwproductiesystemen en voedselsystemen als basis voor gezonde voeding. Aan de andere kant stellen sommige deskundigen dat COVID-19 bij uitstek een kans is om klimaatmitigatie en -adaptatie, biodiversiteit en duurzaamheid te integreren en zo beter uit de crisis te komen.  

Zeker is dat de pandemie waardevolle inzichten oplevert in hoe voedselsystemen hierop reageren. Deze inzichten kunnen worden gebruikt om de veerkracht van voedselsystemen tegen dit soort schokken te vergroten.

De beste routes naar Zero Hunger

Met het onderzoeksprogramma Food security & Valuing Water wil Wageningen University & Research samen met beleidsmakers, hulporganisaties, onderzoekers, boeren en burgers de beste routes uitstippelen richting Zero Hunger in 2030. Een groep onderzoekers onder leiding van Marijke Dijkshoorn legt de fundamenten onder deze transition pathways. “De transitie naar duurzame, robuuste voedselsystemen kan alleen gemaakt worden met medewerking van alle partijen die in dat systeem een rol spelen. Elk land of elke regio heeft zijn eigen specifieke omstandigheden en wensen. Met de deelprojecten waar onze onderzoekers aan werken, vormen we onze methodiek: we delen onze kennis en scherpen onze methodiek en tools aan. Maar uiteindelijk moet het echte werk door de belanghebbenden in de landen zelf gebeuren.”

Een voedselsysteemaanpak brengt duurzaam, gezond en voldoende voedsel voor iedereen een stap dichterbij.
Ivo Demmers

In een eerder project ondersteunde Dijkshoorn de provincie Overijssel op weg naar een duurzaam voedselsysteem in 2050. “Samen met mensen vanuit de overheid, maatschappelijke organisaties, burgers en ondernemers hebben we allereerst vastgesteld waar we naartoe willen. Vervolgens hebben we inzichtelijk gemaakt wat de consequenties zijn als je naar links of naar rechts gaat. Bijvoorbeeld: hoeveel voedsel is er dan beschikbaar, wat betekent dit voor de uitstoot van broeikasgassen, wat zijn de economische effecten, welke politieke factoren spelen een rol en met welke gedragsaspecten moet je rekening houden. Met de kennis die dat oplevert, kun je veel beter de koers bepalen.”

De rolverdeling in dit soort trajecten is duidelijk, aldus Dijkshoorn: “De belanghebbenden zijn de experts; wij verschaffen inzicht met behulp van data en modellen. En dan zie je in het proces dat inzicht leidt tot gedragsverandering, omdat belanghebbenden weten welke consequenties bepaalde keuzes hebben. Maar ze zien ook welke stappen er meteen al gezet kunnen worden op weg naar de gewenste toekomst.”

Geen makkelijke weg

Zero Hunger in 2030. Een makkelijke weg ernaartoe is er volgens Ivo Demmers niet: “Elke oplossing heeft meerdere effecten, ook op andere schaalniveaus of over een verschillende tijdsperiodes. Met de Voedselsysteemaanpak kunnen we de effecten inzichtelijk maken voor beslissingen door boeren, bedrijven, beleidsmakers en investeerders. Daardoor brengen we duurzame, gezonde en voldoende voedsel voor iedereen een stap dichterbij.”

Welke voedselsysteemaanpak?

De voedselsysteemaanpak beschrijft de verschillende elementen in een voedselsysteem en de relaties daartussen. Het kijkt enerzijds naar alle activiteiten die te maken hebben met voedselproductie, verwerking, distributie en het gebruik van voedsel. Anderzijds kijkt het naar de opbrengsten van deze activiteiten in termen van voedselzekerheid, voedingswaarde, inkomen, werkgelegenheid, biodiversiteit en klimaat.

Bron: Van Berkum, Dengerink en Ruben (2018). The food systems approach: sustainable solutions for a sufficient supply of healthy food, Wageningen Economic Research.
Bron: Van Berkum, Dengerink en Ruben (2018). The food systems approach: sustainable solutions for a sufficient supply of healthy food, Wageningen Economic Research.

Over het onderzoek

Het onderzoeksprogramma Food Security & Valuing Water van Wageningen University & Research draagt wereldwijd bij aan ‘zero hunger’. Circa 80 wetenschappers vanuit verschillende disciplines dragen met hun kennis over agrofood en water bij aan het programma. Samen bouwen zij aan routes die nodig zijn om overal ter wereld de transitie naar duurzame voedselsystemen te kunnen maken. Deze routes zijn gebaseerd op onderzoek dat wordt uitgevoerd van Indonesië en Bangladesh tot Oeganda en Ethiopië, van rivierdelta’s tot stedelijke metropolen.

Bronnen

  1. IPBES (2019): Summary for policymakers of the global assessment report on biodiversity and ecosystem services of the Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services. S. Díaz, J. Settele, E. S. Brondízio E.S., H. T. Ngo, M. Guèze, J. Agard, A. Arneth, P. Balvanera, K. A. Brauman, S. H. M. Butchart, K. M. A. Chan, L. A. Garibaldi, K. Ichii, J. Liu, S. M. Subramanian, G. F. Midgley, P. Miloslavich, Z. Molnár, D. Obura, A. Pfaff, S. Polasky, A. Purvis, J. Razzaque, B. Reyers, R. Roy Chowdhury, Y. J. Shin, I. J. Visseren-Hamakers, K. J. Willis, and C. N. Zayas (eds.). IPBES secretariat, Bonn, Germany. 56 pages.
  2. FAO SDG Progress on SDG 2 (taken on 5 May 2020 from http://www.fao.org/sdg-progress-report/en/#sdg-2)
  3. (1) Mbow, C., C. Rosenzweig, L.G. Barioni, T.G. Benton, M. Herrero, M. Krishnapillai, E. Liwenga, P. Pradhan, M.G. Rivera-Ferre, T. Sapkota, F.N. Tubiello, Y. Xu, 2019: Food Security. In: Climate Change and Land: an IPCC special report on climate change, desertification, land degradation, sustainable land management, food security, and greenhouse gas fluxes in terrestrial ecosystems [P.R. Shukla, J. Skea, E. Calvo Buendia, V. Masson-Delmotte, H.-O. Pörtner, D.C. Roberts, P. Zhai, R. Slade, S. Connors, R. van Diemen, M. Ferrat, E. Haughey, S. Luz, S. Neogi, M. Pathak, J. Petzold, J. Portugal Pereira, P. Vyas, E. Huntley, K. Kissick, M. Belkacemi, J. Malley, (eds.)].