Interview

Onderzoek voor een gezonde Noordzeevisserij

Bij ‘duurzame visserij’ denken veel mensen alleen aan de visbestanden: is er geen overbevissing? Maar ook allerlei andere zaken zijn van belang, van bijvangst en bodemberoering tot het brandstofgebruik van de schepen. Wetenschappers van Wageningen Marine Research onderzoeken dit complexe geheel. Dat doen ze samen met de visserijsector. De resultaten belanden vaak rechtstreeks in de praktijk.

Steeds meer consumenten staan erbij stil in supermarkt of restaurant: is deze vis wel duurzaam gevangen? Veel mensen hebben wel een idee bij wat die ‘duurzaamheid’ ongeveer inhoudt, maar er zijn nog veel vragen. Een eenduidige definitie is er niet – en veel aspecten zijn ook nog onvoldoende bekend.

“In Wageningen proberen wij zo veel mogelijk aspecten van duurzaamheid te onderzoeken”, vertelt Nathalie Steins, visserij-onderzoeker bij Wageningen Marine Research. Zelf heeft zij een achtergrond in de sociologie en governance, vakgebieden die in deze context net zo belangrijk zijn als ecologie en technologie, benadrukt Steins. “Veel kennis en technologie is er al wel”, zegt ze, “maar het gaat erom dat die ook werkelijk landt in de praktijk. Dat visserijonderzoekers om de tafel gaan met vissers en met beleidsmakers en dat je dan samen dingen bedenkt die zinvol én uitvoerbaar zijn.”

Veel kennis en technologie is er al wel, maar het gaat erom dat die ook werkelijk landt in de praktijk. Dat visserijonderzoekers om de tafel gaan met vissers en met beleidsmakers en dat je dan samen dingen bedenkt die zinvol én uitvoerbaar zijn.
Nathalie Steins

Adviezen over quota

Die rol spelen – bruggen slaan tussen al die disciplines – is waar Wageningen Marine Research goed in is, benadrukt Steins. Wageningen Marine Research maakt adviezen voor de relevante ministeries, maar altijd in nauw overleg met de betrokken partijen. “Ik denk dat we daarvoor goed zijn toegerust. Die geïntegreerde aanpak, en ook die banden met de visserij, dat is wel iets uniek Wagenings.”

Een van de biologen die een rol spelen bij zowel onderzoek als advisering is Niels Hintzen. “Ik ben kwantitatief ecoloog”, vertelt hij. “Dat betekent dat ik me bezighoud met cijfers, modellen en statistiek. Op basis van data maak ik bijvoorbeeld inschattingen van de grootte van visbestanden. Dergelijke informatie kan leiden tot adviezen over quota.” Namens Nederland is Hintzen lid van de Advisory Committee van ICES, de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee.

Hintzen besteedt het grootste deel van zijn tijd aan onderzoek naar de duurzaamheid van visserijbeheer. “Daar zijn goede getallen voor nodig en daarbij hoort bijvoorbeeld bemonstering op zee en bemonstering van wat er aan gevangen vis aan land wordt gebracht”, vertelt hij. “Daarnaast onderzoek ik, samen met collega’s van Wageningen Marine Research, de impact van bodemberoering en bijvangst. Onderzoek aan brandstofgebruik en andere sociaaleconomische aspecten van duurzaamheid ligt vooral bij onze zusterorganisatie Wageningen Economic Research.” Steins vult aan: “In de toekomst willen we ook meer gaan kijken naar aspecten zoals dierenwelzijn. Maar het zwaartepunt ligt bij onderzoek naar visbestand, ongewenste bijvangst en de impact van visserij op ecosystemen.”

Wat is het gecombineerde effect?

Het is een complexe puzzel, zo vertelt Hintzen. “Wij proberen het hele ecosysteem in kaart te brengen, niet alleen die ene vissoort”, legt hij uit. “Pas dan kun je zien wat het effect van een bepaalde visserij echt is. Als je een bepaalde prooisoort wegvangt, dan heeft dat bijvoorbeeld gevolgen voor de roofvissen en andersom. Dat geldt ook voor het bodemleven, en voor de bijvangst. Dát voldoende snappen om voorspellingen te doen, is een hele uitdaging. En daarbij spelen ook ethische afwegingen: welke schade door sleepnetten staat nog in verhouding tot de sociaal-economische opbrengst?”

Je kunt niet alles precies meten en weten, benadrukken beide onderzoekers. Soms moet je aannames doen, en inschattingen maken op basis van wat je wél weet. “En dan is er nog het cumulatieve effect van al die andere menselijke activiteiten op de Noordzee”, zegt Steins, “zoals de bouw van windmolenparken. Ook die hebben invloed op de ecologie in die gebieden. En niet alleen Nederland bouwt windmolens: de ons omringende landen doen dat ook. Wat is dan het gecombineerde effect? En wat betekent de bouw van die windparken voor de visserij?”

Innovaties in vismonitoring

Intussen staat de wereld van de visserij niet stil. Er vindt volop innovatie plaats, niet alleen gericht op efficiëntie maar ook op duurzaamheid. “Innovaties zijn er op het vlak van het vistuig, bijvoorbeeld hoe het net precies over de bodem sleept, en de vorm en de maat van net en mazen”, vertelt Hintzen.

“Maar veel innovatie zit hem ook in de dataverzameling. Bijvoorbeeld genetische bemonstering, monitoring met drones en geluid, beeldherkenning, kunstmatige intelligentie en machine learning. Dat staat allemaal nog in de kinderschoenen. We weten nog maar weinig van hoe het zeeleven zich ontwikkelt in tijd en ruimte, met en zonder visserij, maar dat is in rap tempo aan het veranderen.”

Innovatie is een must voor vissers, willen zij een boterham kunnen blijven verdienen. “Door de windmolenparken wordt de bevisbare Noordzee steeds kleiner”, zegt Steins. “Er zijn steeds strengere eisen ten aanzien van ongewenste bijvangst en bodemberoering, en dan heb je nu ook nog eens het hoge brandstofverbruik in de sleepnetvisserij op platvis. Dat moet omlaag om de vloot economisch rendabel te houden en de uitstoot van CO2 en stikstof te beperken.”

Samenwerken met vissers voor innovatie

Ideeën voor innovatie moeten niet alleen vanuit de wetenschap komen, aldus beide onderzoekers. “In tegendeel”, zegt Steins, “ze moeten juist vanuit de vissers komen. Zíj staan immers de hele dag aan boord en zien dus het beste wat er nodig of mogelijk is. En zíj moeten met die innovaties werken. Als zij iets bedenken, dan gaan wij mee aan boord om het op een grondige manier te testen. Of wij brengen kennis in vanuit het buitenland. Het is een interessante wisselwerking.”

Ook hier is het niet slechts een technisch verhaal, benadrukt Steins. “Het is ook een kwestie van in gesprek gaan. Innovaties leveren vaak in het begin vooral vangstverlies op. En deze sector staat toch al zo onder druk. Wij onderzoeken nu ook hoe je vissers kunt motiveren om toch mee te doen met een innovatie, bijvoorbeeld met een beloningssysteem. Ook daarin kan innovatie zitten.”

P9100305-800x600.jpg

Onderhandelen over visgebieden

En dan zijn er nog complexe diplomatieke vraagstukken rondom de visserij in de Noordzee. Niet alleen door windmolenparken, maar door de instelling van beschermde Natura2000-gebieden gaat bijvoorbeeld oppervlak voor de vissers ‘verloren’. Maar heeft het sluiten van die gebieden voor visserij werkelijk een positief effect op de visstanden? “Dat is niet zo makkelijk te zeggen”, antwoordt Hintzen. “Want vissen houden zich niet aan grenzen. Ze paaien wellicht ergens anders dan waar ze opgroeien. En als vissers ergens niet mogen vissen, dan gaan ze ergens anders heen, waar ze dan misschien anders of intensiever gaan vissen. Ook dat kan impact hebben op het ecosysteem.”

Dan is er de Brexit: het Verenigd Koninkrijk verdedigt nu zijn eigen belangen in Brussel. Die belangen zijn niet altijd hetzelfde als die van de andere Europese landen. “Nu wordt er bijvoorbeeld onderhandeld over biologisch advies”, zegt Hintzen, “omdat voor het Verenigd Koninkrijk andere visbestanden belangrijker zijn.”

Daarnaast schuiven door klimaatverandering sommige visbestanden naar het noorden op. De vraag rijst dan of het niet eerlijker zou zijn als quota voor verschillende landen mee veranderen. “Sardine en heek komen nu bijvoorbeeld noordelijker voor”, vertelt Hintzen. “Maar niet alle noordelijke landen hebben quota om deze soorten te mogen aanlanden. Spaanse vissers zouden hun quota heel duur kunnen verkopen. Het is de vraag of dat eerlijk is, omdat soorten nu eenmaal noordelijkere verspreiding hebben gekregen en het voor vissers soms onmogelijk is vangsten te ontwijken. Een heel lastig dilemma.”

Al veel beter dan 20 jaar geleden

De wereld van de visserij is hevig aan het veranderen, zo concluderen beide onderzoekers. “Brussel heeft zich gecommitteerd aan het maken van beleid gebaseerd op de best beschikbare wetenschap”, zegt Hintzen. “Dat betekent dat je die risico-afwegingen alleen kunt maken als je eerst gedegen onderzoek hebt gedaan. Die kennis, die inzichten, die leveren wij aan. Vervolgens kunnen beleidsmakers een weloverwogen keuze maken.”

Dat betekent dat je die risico-afwegingen alleen kunt maken als je eerst gedegen onderzoek hebt gedaan. Die kennis, die inzichten, die leveren wij aan. Vervolgens kunnen beleidsmakers een weloverwogen keuze maken.
Niels Hintzen

Steins: “Daar vergissen mensen zich weleens in: wij maken zelf niet het beleid. Wij leveren de kennis aan. Wij geven advies, maar overheden maken vervolgens de regels en stellen de quota in.” Daarbij treedt er echter altijd een vertaalslag op, omdat er politieke belangen meespelen. Hintzen: “Dat vinden mensen weleens lastig – zowel natuurbeschermers als vissers. Plus: er is nooit een one-size-fits-all-oplossing. Wat voor de ene visser gunstig is, is dat voor de andere wellicht niet.”

Steins is optimistisch: “Er zal altijd Noordzeevisserij zijn, maar die zal wel wezenlijk anders worden. Er is een grote groep vissers die positief staan tegenover verandering en innovatie. Wij kunnen daarbij helpen met kennis. En we hopen dan dat die transities snel genoeg gaan. Daarvoor hebben we wel de overheid nodig, die een stip op de horizon legt en kaders stelt.”

Hintzen: “En vergeet ook niet dat het in de Noordzee echt al veel beter gaat dan 20, 30 jaar geleden. Het jaar 2016 was echt een piekjaar qua visbestanden. Dat kan alleen als er al duurzamer wordt gevist.”