Longread

Nog beter boeren in Zuid-Korea

Leestijd: 7 minuten

Wageningen University & Research draagt bij aan oplossingen voor het wereldvoedselvraagstuk. Door efficiëntere productie in Zuid-Korea kun je met minder milieubelasting en arbeid meer opleveren. Varkensboeren en adviseurs uit Zuid-Korea komen naar Nederland voor een intensieve cursus van een week om te leren hoe ze Nederlandse inzichten kunnen toepassen. Robert Hoste, econoom varkensproductie van WUR, is nauw betrokken bij deze vorm van 'kennisexport'.

Om te onderzoeken op welke manier kennisoverdracht aan Koreaanse varkenshouders het beste werkt, is er in Zuid-Korea een demobedrijf ingericht met Nederlandse stalinrichting en management dat op westerse leest geschoeid is. Ook organiseert WUR cursussen in Nederland voor Zuid-Koreaanse varkenshouders en adviseurs. De boeren die hier op cursus zijn geweest, gaan in Zuid-Korea naar zogenoemde 'studieclubs'. Ten behoeve van informatie-uitwisseling over technische en economische aspecten van de bedrijfsvoering in de studieclubs wordt software gemaakt. Vooral het onderling uitwisselen van informatie onder varkenshouders is een effectief middel om te leren. Het is in Noordwest-Europa een kritische succesfactor voor het bereiken van topprestaties, en vraagt in Zuid-Korea nog veel aandacht en begeleiding.

Copying the master

Koreanen zijn niet gewend om hun eigen prestaties ter discussie te stellen en feedback te vragen. Dit lijkt ook sterk samen te hangen met de invloed van Confucius in Zuidoost-Azië, die vooral leerde dat je de meester moet volgen en nadoen, in plaats van zelf experimenteren en verantwoordelijkheid nemen. Dit is dus een heel andere managementstijl. Advisering is in Zuid-Korea dan ook minder het begeleiden van ondernemers in hun eigen zoektocht, maar meer het uitleggen van handboeken en voorschriften. Hoste: 'Je hebt een meester en die doet jou dingen voor en als je dat allemaal kopieert, dan komt het wel goed.' Zo worden vaak Westerse technologieën succesvol gekopieerd. Hoste:

'Het is kennelijk zo in de aard van de mensen ingebakken dat het een onderdeel van de cultuur is geworden. Je vindt het in China, en ook in Zuid-Korea, ondanks dat die laatste een christelijke cultuur is. Je merkt het ook bij de boeren die hier op cursus komen en bij de instituten in Zuid-Korea waar WUR mee te maken heeft. Het is een volgende, hiërarchische stijl. Vooral als je boven iemand staat, een hogere positie hebt of ouder bent, dan wordt dat ook heel duidelijk geuit in Zuid-Korea. In Nederland kunnen we onze directeur met de voornaam aanspreken. No way in Zuid-Korea. Een voorbeeld: de oudste persoon in een gezelschap begint als eerste te eten. Er is heel veel respect voor ouderen en hogeren in stand.'

Een moderne boerderij met vleesvarkens in Zuid-Korea.
Een moderne boerderij met vleesvarkens in Zuid-Korea.

Nederland wordt gezien als een 'meester' omdat het productieniveau beduidend hoger is dan in Zuid-Korea. Dat is fascinerend en lastig tegelijk. Dan zeggen ze: 'Met dat apparaat kun je dus geur verminderen, je kunt het welzijn verbeteren, je kunt het mestprobleem oplossen: vertel ons maar bij welk bedrijf we het kunnen bestellen en dan is het probleem opgelost.' Hoste antwoordt dan dat de eerste stap 'awareness' is, bewustzijn, en dan pas komt de hardware. Het komt echter bijna niet over: 'Het lukt ons nog niet om duidelijk te maken dat bewustzijn voorafgaat aan investeren in "dingetjes".'

De Zuid-Koreaanse overheid zet sterk in op 'smart farming': intelligente systemen die op basis van (big) data processen helpen vereenvoudigen. Dat is heel mooi, maar daarmee gaan ze niet het Nederlandse niveau bereiken. Er ontbreekt namelijk iets: zelf experimenteren en weten welke factoren een rol spelen in de bedrijfsvoering. Nederlanders zijn wat dat betreft vaak anders. Hoste wil niets veroordelen; het is een observatie: het ondernemende, het zelf nadenken, het innovatieve, dat vind je bij de Koreaanse boeren en adviseurs meestal niet terug. De uitdaging voor WUR is dan om creatieve manieren te bedenken om hen wel mee te krijgen in onze aanpak van efficiënt en daarmee duurzamer werken. Lukt dat als je te maken hebt met een filosofie die al duizenden jaren oud is?

WUR heeft de kennis en ervaring om te zeggen dat als je iets op een bepaalde manier doet, je betere resultaten krijgt. Hoewel Hoste zelf geen Koreaans spreekt, boekt hij met de standaardgroet 'anyong-haseyo' ook al resultaat in de vorm van een glimlach bij de Zuid-Koreanen die hij ontmoet. Een ander belangrijk Koreaans woord is het woord voor spek, 'samgyeopsal'. Het wordt ook wel vanuit Nederland geïmporteerd. Het is een populair gerecht met veel gekruide en gefermenteerde groenten erbij. Het wordt gewaardeerd als je laat zien dat je je verdiept hebt in de cultuur van de mensen waar je mee te maken hebt.

Nederland is een aanbodmarkt

Er zijn grote verschillen tussen de varkensproductie in Nederland en Zuid-Korea. In Nederland bestaat een aanbodmarkt: er is meer vlees dan binnenlandse vraag. Dan gaat het erom de goedkoopste te zijn. Daarnaast hebben ondernemers te maken met milieueisen, welzijnseisen, lokale eisen van lokale overheden in een dichtbevolkt land, en ook met de eisen vanuit Brussel. Omdat in Nederland varkenshouders door zware marktomstandigheden zeer efficiënt moeten zijn om te overleven, bevordert dat sterk het innovatieve denken en zoeken naar oplossingen. Er wordt wel steeds meer gedacht in termen van marktconcepten vanuit de wens om toegevoegde waarde te creëren door onderscheidend te zijn. De markt is dan niet sturend, maar wij 'zetten de markt'. Denk bijvoorbeeld aan Beter Leven en Livar. Bedrijven die dit proberen, ontworstelen zich als het ware aan de greep van het denken vanuit aanbod en kostprijs.

Goed boeren

In Zuid-Korea hebben bedrijven ook met milieuwetgeving en dergelijke te maken, maar in mindere mate. Wat daar vooral speelt, is dat het een importerend land is: ze produceren onvoldoende zelf waardoor de marktprijs behoorlijk hoog is. Er gaat ook Nederlands vlees naartoe, evenals vanuit andere Europese landen en de VS, in aanvulling op wat ze zelf produceren. De winstgevendheid is zo hoog dat het voor de boeren niet veel uitmaakt hoe hard of efficiënt ze werken. In Zuid-Korea kun je goed geld verdienen als je een middelmatige ondernemer bent, dus waarom zou je dan nog heel erg je best doen? Hoste sprak een ondernemer die in 2016 drie miljard won had verdiend. Dat is omgerekend ruim twee miljoen euro in een jaar tijd. Hoe je dat kunt verklaren en of je dat kunt vergelijken met Nederlandse cijfers is een ander verhaal, maar er kan veel geld worden verdiend met varkenshouden. Toen Hoste hem vroeg naar zijn productietechnische resultaten, gaf hij nauwelijks details, maar de productieresultaten die hij wel wilde vertellen waren niet zo indrukwekkend.

Integraal management en studieclubs

De intensieve, vijfdaagse cursus werd in het Engels gegeven met ondersteuning van een Koreaanse dierenarts als tolk. Een eerste uitkomst van de cursus is dat de deelnemers na afloop getriggerd zijn om op een andere manier na te denken. Wat we in Nederland vooral doen is 'integraal management': je bekijkt een bedrijf vanuit allerlei hoeken en aspecten, met meerdere deskundigen tegelijkertijd en dan kom je tot een totaalplan. In Zuid-Korea krijg je een adviseur op veevoergebied, een adviseur op diergezondheidgebied en soms krijg je dan tegenstrijdige adviezen. De integrale manier van denken, en proberen 'awareness' tussen de oren te krijgen, dat is nu nog te veel gevraagd maar het is wel de lijn die WUR probeert in te zetten. De boeren die nu op cursus zijn geweest, worden dus georganiseerd in de genoemde studieclubs.

Meeting with Mr. Jung-dae Lee, farm owner in South Korea.

Een ontmoeting met Mr. Jung-dae Lee, boer in Zuid-Korea.

Studieclubs zijn een Noordwest-Europees fenomeen: Nederland, Duitsland, Denemarken, België en een beetje Frankrijk. In de VS vind je ze ook, maar in bijvoorbeeld Spanje niet. Een studieclub is een groep boeren die bij elkaar gaan zitten en een specifiek onderwerp bij de kop pakken, bijvoorbeeld een dierziekte of een milieuprobleem. Dan leggen ze hun cijfers op tafel en zeggen ze: 'Kijk, ik doe het zo!' Tien of twintig boeren in een club, bijvoorbeeld, en de gastheer presenteert – als hij dat durft – z'n cijfers. Van de feedback leren ze heel veel. Sommige boeren leggen zelfs hun economische cijfers op tafel, bijvoorbeeld hun marktprijzen of andere economische kengetallen.

Masterplan

Toen Hoste in september 2017 in Zuid-Korea was, hield hij op een paar plaatsen een presentatie over zijn analyse van de varkenssector daar. Er zijn maar liefst honderd universiteiten en hogescholen die onderwijs geven op het gebied van de agrarische sector, op een bevolking die drie keer zo groot is als de Nederlandse, waardoor je nooit een kritische massa hebt of coherentie in het onderwijs en het onderzoek. Die zijn erg versnipperd. Hoewel de toehoorders hem enerzijds gelijk gaven, zeiden ze ook dat de bestaande situatie nu eenmaal zo gegroeid was. Structurele aanpassingen, zoals in de organisatie van het onderwijs, zijn niet eenvoudig, omdat er ook allerlei belangen spelen. In Zuid-Korea benijden ze de unieke positie van Wageningen UR: één universiteit plus onderzoek, met wereldfaam.

Binnen WUR wordt samengewerkt vanuit meerdere disciplines. Wageningen Economic Research heeft het project geïnitieerd en trekt de kar. Wageningen Livestock Research is vooral betrokken voor de trainingen aan boeren en adviseurs, terwijl de leerstoelgroep Educatie- en competentiestudies bijdraagt aan het onderzoek naar de academische vraag naar effectiviteit van de verschillende kennisarrangementen. Verder wordt in het project samengewerkt met enkele Nederlandse bedrijven en twee Koreaanse organisaties. Dr. Seung-Kyu Min, voormalig viceminister in Zuid-Korea, is in 2016/17 een jaar op sabbatical geweest in Nederland. Hij heeft aan Hoste te kennen gegeven dat Zuid-Korea wel behoefte heeft aan een masterplan om de landbouw te hervormen. WUR is gevraagd met ideeën en suggesties te komen. Op die manier kan WUR een bijdrage leveren aan het wereldvoedselvraagstuk, door de efficiëntieslagen en daarmee verduurzaming die in Nederland al gemaakt zijn ook aan anderen voor te houden.

Wat Hoste in Zuid-Korea doet valt niet alleen onder de noemer 'kennisexport' van WUR, maar komt ook voort uit een persoonlijke drive om mensen te willen helpen. Dat deed hij al voor de Nederlandse varkenssector en nu wil hij dat ook doen voor de varkensboeren in Zuid-Korea.

Publicaties