Miljoen inschrijvingen voor Wageningse MOOCs

WUR startte in 2015 met het organiseren van twee Engelstalige MOOCs (Massive Open Online Courses) op het gebied van voeding en gezondheid. Een MOOC is een online videocollege waar iedereen aan kan deelnemen. Vijf jaar later staat de teller op 43 courses over verschillende onderwerpen op het gebied van voeding en gezondheid, slimme landbouw, gezonde leefomgeving, circulaire economie en biobased productie. Studenten van 200 verschillende nationaliteiten hebben een Wageningse MOOC gevolgd.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Ulrike Wild, programmadirecteur Open en Online Learning en betrokken bij de ontwikkeling van MOOCs vanaf het eerste uur, snapt wel waarom deze vorm van universitair onderwijs veel mensen aanspreekt. “Bij ons ligt de nadruk op open, dus toegankelijk voor iedereen. Ook een student uit Bangladesh met internet kan een MOOC bij ons volgen, als hij of zij een beetje kennis van het onderwerp heeft. Het tempo bepaal je zelf, dat is ook aantrekkelijk. Daarnaast is het volgen van een MOOC voor bijna iedereen financieel mogelijk. Je neemt alleen deel aan de cursus (gratis), of je betaalt maximaal 200 euro en volgt een programma waarbij je ook toetsen maakt en uiteindelijk een certificaat op naam kan halen.

Kennis verspreiden op een laagdrempelige manier

Een miljoen inschrijvingen is veel, maar in de praktijk blijkt dat niet iedereen de cursus helemaal afmaakt. Deelname is heel flexibel en laagdrempelig. Een klein deel van de deelnemers betaalt en gaat op voor een certificaat.

Zoveel mogelijk deelnemers en zoveel mogelijk certificaten uitgeven is volgens Ulrike Wild ook niet het belangrijkste doel van de Wageningse MOOCs. “Wij willen kennis verspreiden op een laagdrempelige manier. Hierdoor hebben zoveel mogelijk mensen toegang tot wetenschappelijk onderwijs, ook in landen waar dat vaak alleen iets is voor de happy few.”

Wendy Jansen, marketing coördinator Open & Online Learning toe, vult aan: “Bovendien is men in aanraking gekomen met WUR, haar gedachtegoed en missie. Als ze afhaken, keren ze wellicht later terug of vertellen ze het door aan familie en vrienden. Het blijkt dat ongeveer 8 procent van de MOOC-deelnemers daarna kiest voor een studie in Wageningen. We staan voor enorme uitdagingen wereldwijd en moeten samen oplossingen bedenken. Onze miljoen learners, met hun opgedane kennis, kunnen daar hun steentje aan bijdragen.”

Nadenken over onderwijsinnovatie

De spin-off van de MOOCs is minstens zo belangrijk voor WUR, aldus Ulrike Wild. Zij noemt aspecten als innovatie, kennisverspreiding, kennis over online lesgeven en onderwijsvernieuwing. “MOOCs dwingen een universiteit na te denken over de inhoud en de vormgeving van het onderwerp en over innovatie en design van het onderwijs. Dat heeft WUR veel opgeleverd: zo’n 50 verschillende producten, twee studio’s, kennis over didactisch design en de hele infrastructuur voor online learning. Docenten benutten de kennis die ze opdoen en de producten, zoals kennisclips en modules, in hun fysieke onderwijs. Ik durf wel te stellen dat we als WUR de coronatijd nooit zo door hadden kunnen komen zonder deze kennis van online learning. De hele infrastructuur voor online lesgeven stond immers al.”

Volgens Ulrike Wild is in de afgelopen vijf jaar ook het beeld van professional learning gekanteld. “In het begin werd er een beetje smalend over gedaan, maar nu zijn MOOCs geëmancipeerd naar een regulier onderdeel van het onderwijs. In het bedrijfsleven is het een pré wanneer je een cursus aan een universiteit hebt gevolgd. Kennis opdoen over een specifiek onderwerp is vanzelfsprekender geworden. Je gaat niet terug naar de universiteit om weer te gaan studeren, maar je gaat wel een universitaire cursus volgen. In die zin waren MOOCs ook vernieuwend in de professionele wereld buiten de universiteit.”

Een eigen infrastructuur bouwen

De allereerste MOOC werd in 2012 gelanceerd door Massachusetts Institute of Technology (MIT) in America. Die had ook meteen meer dan honderdduizend inschrijvingen. In ons land gingen de universiteiten van Delft en Leiden Wageningen voor. Ulrike Wild: “Natuurlijk hebben wij gekeken hoe zij dat aanpakten, maar je kunt zo’n werkwijze niet kopiëren. Je moet je eigen infrastructuur bouwen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende platformen op internet waar MOOCs te vinden zijn. We hebben destijds gekozen voor edX, een open, non-profit en toegankelijk platform. Die open gedachte past helemaal bij ons.”

WUR is gestart met twee MOOCs: ‘Nutrition and Health’ door Sander Kersten en ‘Future Food’ door Ken Giller. Beiden opgenomen in een provisorische studio met een groen gordijn achter de docent. Die techniek is steeds professioneler geworden. WUR telt nu twee volledig uitgeruste opnamestudio’s. Wild: “Ook de aanpak is educatiever, dankzij meer kennis over didactisch design om je MOOCs boeiend te houden. Intern hebben we een hele organisatie opgezet voor het ontwikkelen en het aan de man brengen van MOOCs en ander online en blended onderwijs.”

Een MOOC maken is sneller gerealiseerd dan een nieuw vak toevoegen aan het curriculum. Heeft een docent een leuk idee voor een MOOC, dan kan hij een aanvraag indienen. Bij akkoord werkt een docententeam het idee onderwijskundig helemaal uit en krijgt daarbij ondersteuning van productieteam; met een onderwijskundige die de didactische kant bekijkt, studentassistenten en een functionele designer, die samen alle opnames inplannen en maken.

Zelfredzaam studeren

Deelnemers aan een WUR-MOOC worden geacht zo veel mogelijk zelf te doen. Wild: “Self-paced studeren noemen we dat. Op edX bestaat bijvoorbeeld een discussieforum waarop deelnemers vragen kunnen stellen. WUR zorgt voor moderators, vaak studenten die dit doen als bijbaan, die vragen beantwoorden of doorspelen naar deskundigen of docenten. Ulrike Wild: “Je kunt ook docenten of onderzoekers die vragen laten beantwoorden, en sommigen doen dat ook wel uit enthousiasme, maar in principe moeten de deelnemers zoveel mogelijk zichzelf redden, maar ook elkaar helpen. Daarom investeren wij vooraf veel in een goed design met de bedoeling dat de meeste lesstof duidelijk is. Investeren in de opzet, vraagt minder nazorg, is onze ervaring.”

Toekomst

Ulrike Wild verwacht voor de komende jaren dat WUR de MOOCs meer gericht gaat inzetten voor de professionele markt. “En de mogelijkheden zijn eindeloos: voor kleine doelgroepen of voor de hele wereld. We kunnen combinaties maken van fysiek en online onderwijs, bijvoorbeeld dat we na het volgen van een aantal MOOCs bepaalde workshops aanbieden.”

Zeker is dat WUR blijft investeren in de onlinecursussen. Wild: ”MOOCs blijken veel te betekenen voor iemands loopbaan. Voor de MOOC ‘Animal Breeding en Genetics’ was veel belangstelling vanuit ontwikkelingslanden zoals Ethiopië. Een van de deelnemers mailde: ‘This online course is the turning point for my future career’. Daar doe je het toch allemaal voor?”

Een greep uit de MOOC-partners van WUR

• ArtEZ Institute of the Arts
• Delft University of Technology
• The Landscape Academy
• Koepon Foundation
• African Chicken Genetic Gains Project

Bekijk alle MOOCs