Wageningen World
De landbouw heeft grote dorst
De landbouw is de grootste verbruiker van zoet water ter wereld. De vraag zal alleen maar toenemen, terwijl de beschikbaarheid afneemt. ‘Veranderingen in het voedselsysteem kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossingen voor waterschaarste.’
Een Arabisch gezegde luidt: in de woestijn voldoet elk water. Door het groeiende tekort aan zoet water in Jordanië dreigt dit gezegde daar realiteit te worden. De landbouw in het Midden-Oosterse land zal gezuiverd afvalwater moeten gaan gebruiken voor irrigatie, en de drinkwatervoorziening zal deels afhankelijk worden van ontzilt zeewater. Dat waren de belangrijkste oplossingen die werden aangedragen in een dialogenreeks die WUR in 2022 in Jordanië met belanghebbenden organiseerde over de uitdagingen door waterschaarste waar het land in 2050 mee te maken krijgt.
‘Mede door de groeiende bevolking en klimaatverandering stijgt de waterbehoefte van Jordanië’, vertelt Petra Hellegers, hoogleraar Water Resources Management, medeorganisator van de dialogen. Hergebruik van afvalwater en ontzilting van zeewater zullen bittere noodzaak zijn, aldus Hellegers: ‘Naar verwachting is de vraag naar water in Jordanië in 2050 vier keer zo groot als wat er hernieuwbaar beschikbaar is vanuit neerslag en grondwater.’
Wageningen World
- Dit artikel verscheen eerder in Wageningen World 2|2023, het magazine van Wageningen University & Research.
- Wilt u meer Wageningen World-verhalen lezen? Abonneert u zich dan op het digitale magazine.
Jordanië staat volgens Unicef in de top drie van landen met de grootste waterschaarste. Om huishoudens, industrie en landbouwbedrijven in de hooglanden en de vruchtbare Jordaanvallei van water te voorzien, worden steeds diepere putten geboord, maar die grondwatervoorraden zijn niet oneindig. Hellegers: ‘Door het opsouperen van het grondwater zadel je toekomstige generaties met een enorm probleem op. Daarnaast is de aanpak van waterschaarste in Jordanië voor de hele regio van belang. Jordanië is een stabiel land in een roerige regio dat veel Palestijnse en Syrische vluchtelingen opvangt. Er is de internationale gemeenschap veel aan gelegen om de stabiliteit daar te behouden.’
Vandaar dat de Nederlandse ambassade en de regering van Jordanië WUR verzochten om via dialogen beleidsmakers, waterbeheerders, agrariërs en voedselinkopers samen te brengen. Hellegers: ‘Het voornaamste doel van de bijeenkomsten was om het bewustzijn van het probleem te vergroten en het belang van gezamenlijk zoeken van oplossingen onder de aandacht te brengen. Dat deden we onder andere met een voor de bijeenkomsten ontwikkelde Water Allocation Game, een interactief middel om de problemen en mogelijke oplossingen inzichtelijk te maken.’ De input daarvoor kwam uit onderzoek van Hellegers en haar collega’s naar de waterproblematiek van Jordanië.
Voordat gezuiverd afvalwater daadwerkelijk door de landbouw kan worden gebruikt, moeten nog de nodige stappen worden gezet. Hellegers: ‘De transitie van het gebruik van zoet naar gezuiverd afvalwater door de landbouw is kostbaar en vergt niet alleen technische aanpassingen, maar ook een verandering van regelgeving. Mits goed gezuiverd is het veilig om afvalwater te gebruiken voor de irrigatie van gewassen, maar de regels staan dat nu nog niet toe. Bovendien moeten de voedselveiligheidsnormen worden versoepeld, ook in de landen die tomaten, dadels, graan en andere gewassen uit Jordanië importeren. Dat pak je als land alleen niet zomaar even op. Ook andere landen, donoren, internationale organisaties en voedselimporteurs zullen zich daarover moeten buigen.’
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Hellegers pleit al langer voor integraal beleid, ook in Jordanië. Water en voedsel krijgen in beleid, onderzoek en in de praktijk volgens haar nog te vaak los van elkaar aandacht, terwijl ze sterk met elkaar samenhangen. ‘Omgaan met waterschaarste is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden, producenten, inkopers en consumenten en er zal dus ook gezamenlijk naar oplossingen moeten worden gezocht.’
Op de VN-waterconferentie, in maart 2023 in New York, maakte WUR bekend de komende jaren voor 7,7 miljoen euro extra onderzoek te gaan doen naar waterbestendige voedselsystemen. Dit onderzoek wordt gefinancierd door LNV, in het Kennisbasisprogramma Voedsel- en waterzekerheid. Op de conferentie organiseerde WUR ook de sessie ‘Make water pivotal’.
WUR-visie op water
WUR-onderzoekers hebben een gezamelijke visie op het thema water opgesteld: "Water is een integraal onderdeel van ecosystemen, voedselsystemen en de menselijke samenleving en moet daarom beschouwd worden als een leidend principe in een transitie naar duurzame systemen die ons binnen planetaire grenzen houden."
Hellegers: ‘Dit was de enige sessie op de waterconferentie die water én voedsel centraal stelde. En dat terwijl de landbouw voor 70 procent van het wereldwijde waterverbruik verantwoordelijk is. Veranderingen in het voedselsysteem kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossingen voor waterschaarste.’ Tijdens de sessie is besloten om de Global working group on water and food op te richten.
Uit een recente studie van Hellegers’ Water Resources Management-groep blijkt dat als we zo doorgaan, het waterverbruik van de landbouw in 2050 is verdubbeld ten opzichte van 2000. Hellegers: ‘De impact van landbouw neemt onder meer toe door de bevolkingsgroei en groeiende vleesconsumptie, maar ook door de vraag naar biobrandstoffen. De stijgende energieprijzen drijven de vraag op naar gewassen die gebruikt worden voor de productie van bio-ethanol, zoals mais en suikerriet.’
Indus en ganges
Vooral suikerriet is een dorstig gewas. Het stroomgebied van de Indus in Pakistan is een van de plekken waar meer suikerriet wordt verbouwd nu de vraag naar bio-ethanol toeneemt. De Indus is met de Ganges en de Brahmaputra een van de belangrijke grote rivieren die in het Himalaya-gebergte ontspringt. Ook het waterminnende gewas rijst wordt veel in het gebied verbouwd. Ongeveer een derde van de totale rijstproductie in de wereld, en een kwart van alle tarweproductie, gebruikt smeltwater uit de Himalaya. Door de klimaatverandering is dat een kwetsbare levensader geworden.
Uit een rapport van het International Centre for Integrated Mountain Development in Nepal dat in 2023 verscheen, blijkt dat als het huidige tempo van klimaatverandering doorzet de gletsjers in de Himalaya tegen het eind van de eeuw 80 procent van hun volume kwijt kunnen zijn. Dat heeft gevolgen voor twee miljard mensen die voor hun drinkwater, voedselproductie en energieopwekking van dat water afhankelijk zijn.
Hester Biemans, onderzoeker Water en Voedselzekerheid bij Wageningen Environmental Research, werkte mee aan deze omvangrijke studie. Zij onderzocht de gevolgen van het smelten van de sneeuw en de gletsjers in de Himalaya. ‘Naar schatting zijn alleen al in Pakistan en India zo’n 130 miljoen boeren afhankelijk van het smeltwater uit de Himalaya’, vertelt Biemans. ‘Het hele voedselsysteem stroomafwaarts is daar grotendeels op ingericht. Door klimaatverandering verandert de piek van het smeltwater: door hogere temperaturen smelten sneeuw en ijs eerder in het jaar.’
De wateraanvoer sluit hierdoor niet meer aan op het groeiseizoen van de gewassen waardoor er later in het jaar meer grondwater wordt opgepompt voor irrigatie.
Biemans: ‘In theorie zouden boeren kunnen inspelen op de geleidelijke opwarming van de aarde door het zaaitijdstip van de gewassen aan te passen aan de verandering van de smeltwaterpiek. Maar succes is niet altijd gegarandeerd omdat neerslagpatronen grilliger en extremer worden. Dat kan leiden tot periodes van droogte en overstromingen.’
Biemans: ‘Bovendien groeit de bevolking in rap tempo, dus er zit veel stress op het systeem van voedselproductie. Het kan in de toekomst heel lastig worden om de inwoners van de zestien landen die afhankelijk zijn van water uit de Himalaya van voldoende voedsel te voorzien. Vooral Pakistan is kwetsbaar. Het heeft het grootste irrigatiesysteem ter wereld en is extra afhankelijk van het rivierwater.’
Zuinig irrigeren
Met PhD-studenten en lokale onderzoeksinstituten inventariseert Biemans mogelijke oplossingen. ‘Het aanleggen van waterreservoirs voor het opslaan van het afgevoerde smeltwater en de Moessonregens ligt voor de hand. Er wordt ook onderzoek gedaan naar zuiniger irrigatiemethoden en het verbouwen van gewassen die zo zijn veredeld dat ze minder water nodig hebben.
Een andere optie is om gewassen als suikerriet en katoen, die niet nodig zijn voor de voedselproductie, te vervangen door gewassen die minder water slurpen en wel bijdragen aan de voedselvoorziening. Maar dat zijn natuurlijk lastige keuzes omdat suikerriet en katoen vaak meer inkomsten opleveren.’
Over dergelijke lastige afwegingen gaat de eerder genoemde Global working group on water and food zich onder andere buigen. Afgelopen september kwam deze wereldwijde werkgroep in Wageningen bijeen om te kijken naar manieren om de watervoetafdruk van het voedselsysteem te verkleinen. ‘Denk onder meer aan het tegengaan van voedselverspilling, andere voedingspatronen, droogteresistente zaden en landinrichtingsmaatregelen waardoor het water minder snel wordt afgevoerd’, legt Hellegers uit. ‘Of het stoppen met het importeren van waterslurpende gewassen uit landen waar sprake is van waterschaarste.’ In de werkgroep zitten niet alleen beleidsmakers en onderzoekers, maar ook vertegenwoordigers van de agro-industrie waaronder een avocado-importeur. ‘We hopen dat dit grote partijen in de agro-industrie, zoals Cargill en Unilever, inspireert om meer oog te hebben voor de watervoetafdruk van de producten die ze aankopen.’
Op de COP 28, de VN-klimaatconferentie die begin december in Dubai plaatsvond, werden deze onderwerpen ook besproken. Hellegers: ‘Daar ben ik blij mee, want de waterwereld mag wel wat meer oog krijgen voor het belang van voedselsystemen en de rol die water kan spelen bij het aanpakken van de gevolgen van klimaatverandering. Het uitdrogende Jordanië is daar een goed voorbeeld van.’
Foto's: Guy Ackermans, Shutterstock