Wageningen World
Aanjagers van verandering in Afrika
Om de voedselzekerheid in Afrika te vergroten, zijn grote veranderingen nodig. Het African Food Fellowship brengt voorlopers uit de landbouw en voedselsector bij elkaar, om de krachten te bundelen en te leren over voedselsystemen. ‘Het Fellowship is een bondgenootschap waarin de deelnemers samen werken aan een duurzamer voedselsysteem.’
Dit verhaal is eerder verschenen in Wageningen World 1|2023, het magazine van Wageningen University & Research
Tekst Marianne Wilschut | foto: African Food Fellowship
‘Projecten die de voedselzekerheid in Afrika proberen te vergroten, zijn vaak gericht op technische of procesmatige oplossingen’, zegt Joost Guijt, directeur van het African Food Fellowship en kennismanager bij het Wageningen Centre for Development Innovation. ‘Maar wie gaat dergelijke oplossingen implementeren of bedenken hoe die het beste kunnen worden ingezet? Om plannen in daden om te zetten, hebben we een nieuwe generatie leiders in de agrifoodsector nodig.’ Om die nieuwe generatie samen te brengen, en om kennis, ervaringen en inspiratie uit te wisselen over het veranderen van voedselsystemen, is het African Food Fellowship opgericht.
In een tien maanden durend Food Systems Leadership-programma komen professionals uit Kenia en Rwanda samen van allerlei achtergronden, zoals tuinbouw, aquacultuur en agrofinanciering. Guijt: ‘De Fellows komen van nationale en lokale overheden, ngo’s, bedrijven en andere maatschappelijke of boerenorganisaties. In zeven modules krijgen ze inzicht in de brede context van de voedingssector en leren ze obstakels voor verandering te identificeren en analyseren. Ook werken ze een eigen idee voor verbetering uit. Ze besteden gemiddeld vier uur per week aan studie en online training. Tussendoor zijn er enkele live bijeenkomsten. Deelnemers doen dit naast hun baan en vrijwilligerswerk.’
Machtsstructuren in voedselsystemen
‘We hopen leiders te trainen in het veranderen van voedselsystemen’, aldus Guijt. ‘Angela Odero, een van onze Fellows uit Kenia, is bijvoorbeeld een fervent strijder tegen het sex-for-fish-principe.’ Het principe is een extreem voorbeeld van machtsstructuren in voedselsystemen, dat op sommige vismarkten rond het Grote Merengebied in Afrika speelt. Het is daar voor vrouwelijke handelaren niet mogelijk vis te verhandelen zonder daarvoor een hoge prijs betalen: zij moeten seks hebben met de vissers die de vis leveren. ‘Het Fellowship ondersteunt Angela Odero om meer invloed te hebben met haar strijd voor gelijke behandeling. Met hulp van andere Fellows uit de aquacultuursector werkt ze aan het vergroten van haar impact. Door professionals in dezelfde sector met elkaar te verbinden en hun extra kennis aan te bieden, hoopt het African Food Fellowship dat zij dergelijke machtsstructuren kunnen herkennen en doorbreken, zodat de voedingssector inclusiever en duurzamer kan worden’, vertelt Guijt.
Na het volgen van het leiderschapsprogramma blijven de Fellows samenwerken in de Country Food Fellowships – één in Kenia en één in Rwanda. De Country Food Fellowships organiseren jaarlijks een Transform Food Festival, inspiratiesessies en andere manieren om Fellows in het zonnetje te zetten, zodat hun werk aandacht krijgt. Guijt: ‘Het versterken van elkaars netwerk is heel belangrijk. Het Fellowship is letterlijk een bondgenootschap waarin de deelnemers samen een reis ondernemen naar een duurzamer voedselsysteem. We hebben al een aantal positieve voorbeelden gezien van Fellows die bedrijven zijn begonnen of beurzen en prijzen hebben verdiend, zoals Grace Njoroge, die door de Bill & Melinda Gates Foundation in de top 100 van vrouwen in fintech werd opgenomen; de innovatieve sector van financiële diensten.’
Versterken van een robuust en duurzaam voedselsysteem
Het African Food Fellowship is een initiatief van Wageningen University & Research en consultancybureau Wasafiri en wordt financieel ondersteund door de IKEA Foundation, via het University Fund Wageningen. ‘We proberen langetermijnoplossingen te vinden die het voedselsysteem kunnen verbeteren’, vertelt Nico Janssen, programmamanager agricultural livelihoods bij de IKEA Foundation. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat het opbouwen en versterken van een groep van lokale professionals essentieel is voor het versterken van een robuust en duurzaam voedselsysteem. Deze Fellows maken deel uit van de mensen die die verandering moeten doorvoeren en wij ondersteunen ze graag.’
In september start de derde lichting van tachtig Fellows uit Kenia en Rwanda aan het leadershipprogramma. Guijt: ‘Op basis van de feedback die we kregen van de eerste twee cohorten, hebben we onder meer besloten om meer live bijeenkomsten te organiseren in plaats van online, zodat deelnemers meer mogelijkheden hebben om elkaar te ontmoeten. Het programma blijft zich ontwikkelen: wij leggen het spoor terwijl de trein al rijdt.’ Na een succesvolle start besloot de IKEA Foundation in 2022 haar steun aan het initiatief met nog eens vijf jaar te verlengen, met een bijdrage van 8,8 miljoen euro. Janssen: ‘Onze ambitie is om, hopelijk met hulp van andere financiers, het initiatief uit te breiden naar andere landen in Afrika. Op termijn moet het Fellowship zichzelf kunnen bedruipen met collegegeld en bijdragen van lokale overheden.’ Guijt is daar positief over. ‘De minister van Landbouw in Rwanda heeft ons zelf gevraagd om het programma in Rwanda uit te voeren. Hopelijk volgen andere landen.’
‘Eén geit kan al een groot verschil maken voor een kleine boer in Kenia’, vertelt Suleiman Kweyu. Hij is de oprichter van Agro-Kenya, een ngo die kleine boeren met een handicap in West-Kenia traint en ondersteunt. ‘Geiten geven melk en hun jongen kunnen verkocht worden. Vergeleken met koeien zijn ze gemakkelijk te managen. Ze hebben niet veel land nodig, groeien snel, zijn niet enorm vatbaar voor ziekten en planten zich snel voort.’ Agro-Kenya voorziet de boeren van geiten en traint ze in geitenbeheer. Kweyu: ‘Veel van deze boeren zijn een arm of een been verloren tijdens hun werk als contractarbeider in de suikerrietfabriek. Zij zijn vaak afhankelijk van hun familie omdat er een sociaal stigma op een fysieke beperking rust. Door geiten te houden kunnen ze financieel onafhankelijk worden.’
Samen met dertig andere Kenianen werd Kweyu in 2021 geselecteerd om deel te nemen aan de African Food Fellowship. Kweyu: ‘Het was een goede gelegenheid om in contact te komen met andere professionals in de foodsector. Van een fellow die in de aquacultuur werkt, heb ik veel geleerd over het kweken van vis, kennis die ik heb kunnen overbrengen op enkele boeren waarmee we werken. In ruil daarvoor heb ik mijn kennis, ervaring en netwerk van het geitenproject kunnen delen met andere Fellows.’ Als zoon van een kleine boer is Kweyu, die een mastertitel financiële economie heeft, zeer gemotiveerd om het leven van gemarginaliseerde boerengemeenschappen te verbeteren. ‘Ongeveer 60 procent van het voedsel dat in Kenia wordt geconsumeerd, wordt geproduceerd door kleine boeren. Zij vormen de ruggengraat van onze economie. Als je deze groep helpt, creëer je meer voedselzekerheid.’ Via LinkedIn en de digitale netwerkomgeving van het Food Fellowship blijft Kweyu in contact met de andere Fellows. ‘Ook al hebben we elkaar nog niet vaak live kunnen ontmoeten; de band is nog steeds sterk. Kennis delen is zó belangrijk.’
Binnenkort ziet Flipper het levenslicht. Flipper is geen behulpzame dolfijn, maar een app die boeren en inkopers in Rwanda met elkaar verbindt. ‘De tussenpersonen in de handelsketen maken vaak meer winst dan de boeren’, zegt Valentine Uwase, de bedenker van Flipper. ‘Via deze software worden inkopers direct gekoppeld aan boeren. Inkopers kunnen zo direct zien hoeveel aardappelen, tomaten of andere gewassen de boer op dat moment beschikbaar heeft voor de verkoop. Voor de boer maakt de app het gemakkelijker om rechtstreeks met de koper over de prijs te onderhandelen.’
In 2021 maakte Uwase deel uit van de eerste groep Rwandese Fellows van het African Food Fellowship. ‘Ik heb veel gehad aan de input van andere Fellows bij het ontwikkelen van deze app’, zegt ze. Uwase werkt in Kigali als Monitoring, Evaluation and Learning Manager bij Land O’Lakes Venture37, een internationale ngo. ‘We ondersteunen landbouwcoöperaties in Rwanda in hun bedrijfsvoering. We geven trainingen op het gebied van bestuur, bedrijfsontwikkeling en financiën. We doen ook veel onderzoek en maken jaarlijkse prestatiebeoordelingen, die ik coördineer. Ik ben gewend om onderzoek te doen, maar de Fellowship heeft me echt geleerd hoe ik het voedselsysteem als geheel moet analyseren, met prognoses en scenario’s.
‘Een belangrijke motivatie voor mij om me aan te melden voor het programma was dat ik wilde bijdragen aan verbeteringen in de voedselproductie. Die kan omhoog en boeren moeten nieuwe technieken leren om klimaatbestendiger te werken en meer winst te maken. Meer inclusiviteit, samenwerking en het delen van informatie zijn volgens mij cruciaal om dat te bereiken. Het Fellowship helpt daarbij omdat het jonge professionals uit de voedingssector met verschillende achtergronden samenbrengt om van elkaar te leren.’
Permanente bodembedekking, minimale grondbewerking en gewasdiversificatie zijn belangrijke principes van zogeheten conservation agriculture, vertelt Brian Neza. Hij is projectmanager van een programma van het Peace and Development Network in Rwanda, dat kleinschalige boerderijen helpt om klimaatbestendiger te werken. Neza werkt ook als trainer op Farmer Field Schools. ‘Daar leren boeren over conservation agriculture, bodemvruchtbaarheid, ongediertebestrijding en de oogst en de opslag van gewassen. We proberen ook de financiële geletterdheid te vergroten door les te geven in budgetteren en we leggen uit hoe financiële initiatieven zoals dorpssparen werken.’ Voor Neza, die werkt aan zijn proefschrift voor een MBA, was dit niet genoeg. ‘Ik weet hoe ik met kleine boeren moet werken, maar ik wil een stap verder gaan, daarom heb ik me aangemeld voor het Fellowship. Ik wil meer weten over een systematische aanpak om de voedselzekerheid te vergroten.’
Neza is een van de 31 Rwandese Fellows van de tweede lichting van het African Food Fellowship die in november 2022 van start gingen. ‘We hebben meer mensen in het voedselsysteem nodig die naar het grotere plaatje kijken. Die meer inzicht hebben in hoe de markt werkt en hoe boeren hun productie daar beter op kunnen afstemmen. Wat ik leuk vind aan het programma, is dat het mensen uit verschillende landen en verschillende lagen van de bevolking samenbrengt. Ik zocht een plek waar mijn ideeën worden uitgedaagd en waar ruimte is voor discussie. Naast inge
wikkelde vraagstukken, zoals hoe zorgen we voor een machtsverschuiving in de voedingsmiddelenindustrie, leer ik ook hoe ik soft skills zoals communicatie kan verbeteren. Voor het Fellowship werk ik nu aan een plan om meer jongeren bij de landbouw te betrekken. Als we het voedselsysteem in Rwanda willen verbeteren, moeten we het toegankelijker en aantrekkelijker maken voor jonge mensen, omdat zij meer openstaan voor verandering en technologische vooruitgang.’