Publicaties

A-toomkuilsurvey 2021 : Eerste stap richting een gestandaardiseerde methodiek

Vrooman, Jip; Tien, Nicola; de Leeuw, Joep; Kampen, Jouke; de Bruijn, Paulien

Samenvatting

In opdracht van het ministerie van LNV is in 2021 een start gemaakt met een nieuwe vismonitoringsreeks op basis van gestandaardiseerde jaarlijkse bemonsteringen met een A-toomkuil en stortkuil. De opzet van monitoring is gebaseerd op een pilot die binnen een EFMZV-project in samenwerking met STIJ, ATKB en beroepsvissers is uitgevoerd in 2018 en 2019. Het doel van de nieuwe monitoringsreeks is het ontwikkelen van een meer integraal beeld van de jaarlijkse ontwikkelingen in de visstand in beide meren, ten behoeve van het visstand- en visserijbeheer. Het integrale karakter houdt in dat zo goed mogelijk een beeld wordt verkregen van de veranderingen in soortsamenstelling en van de lengteverdelingen in de visstand. Deze informatie is wenselijk vanuit de toegenomen vraag vanuit het beheer om aan de hand van vismonitoring beter te kunnen voldoen aan verschillende zaken, zoals de eisen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), de behoefte vanuit het visserijbeheer om ontwikkelingen in zowel het jonge als het oudere visbestand zo goed mogelijk in beeld te krijgen, de behoefte vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn om voedselsamenstelling voor visetende vogels zo goed mogelijk in beeld te brengen, en de in het algemeen veranderende informatiebehoefte met betrekking tot de visstand in het IJsselmeer, waarbij steeds meer vanuit een ecosysteembenadering gewerkt wordt. De resultaten van deze survey worden vergeleken met de resultaten van de jaarlijkse visstandmonitoring met de boomkor en elektrokor, zodat op termijn kan worden beoordeeld welke vorm(en) van monitoring het beste voorzien in de informatiebehoefte.De bemonstering wordt in samenwerking met beroepsvissers en externe visexperts opgezet en uitgevoerd, waardoor de resultaten breed gedragen zullen worden door betrokkenen en belangenpartijen. In de komende jaren zal de methode waar nodig worden verbeterd en routines voor een gestandaardiseerde monitoring worden geoptimaliseerd. De A-toomkuilsurvey is in 2021 grotendeels goed verlopen. Op basis van drie jaar en drie verschillende monitoringsopzetten is het niet mogelijk van trends te spreken. De A-toomkuilsurvey had in 2021 voor de meeste soorten een hoger gemiddeld vangstsucces (aantallen en gewicht per hectare) dan de boomkorsurvey, ving meer verschillende soorten en voor een aantal soorten een breder lengtespectrum. Ook voor de vier schubvissoorten (brasem, baars, blankvoorn en snoekbaars) gold dit grotendeels. Uitzonderingen waren snoekbaars op het Markermeer (hoger vangstsucces in boomkorsurvey en een groter aandeel 30-40 cm individuen) en baars op het Markermeer (in de boomkorsurvey een groter aandeel grote individuen). Let hierbij op dat behalve het tuig, ook deperiode van bemonstering, locaties van de trekken en de tijd van de dag (dag/nacht) verschillen tussen deze surveys. Gevonden verschillen tussen de surveys zijn dus niet alleen een effect van het gebruik van een ander tuig. De A-toomkuilsurvey lijkt ook geschikt voor de monitoring van Noordzeehouting, invasieve grondels, aal en spiering. Op termijn (na een reeks jaren) zal ook het effect van (toevallige) bemonsteringsvariatie op de geschatte bestandsindices voor de verschillende soorten worden geanalyseerd zodat dit aspect meegewogen kan worden in de informatiekracht van de verschillende monitoringsvormen.De survey zoals dit jaar uitgevoerd lijkt te voldoen aan de doelstelling een goed beeld te verkrijgen van de (veranderingen in) soortsamenstelling en van de lengteverdelingen in de visstand. Wel moet de opzet geëvalueerd worden met alle betrokkenen. Zo is het voor de staandwantvisserij van belang dat zij de te bemonsteren locaties minimaal één (vooraf aangegeven) nacht vrij laten, zodat bijvoorbeeld ook de zandwinputten goed bemonsterd kunnen worden. Ook dient volgend jaar duidelijker gecommuniceerd te worden dat er wel wat vrijheid is m.b.t. het verleggen van trekken i.v.m. bijvoorbeeld obstakels of weersomstandigheden, maar dat er niet verder afgeweken dient te worden van het plan.