Publicaties

Van de regen in de drup : Verkenning van de huidige kennis en praktijk rond integraal herstel van beekdallandschappen

de Vries, J.; Verdonschot, R.C.M.

Samenvatting

Beekdallandschappen staan momenteel sterk onder druk als gevolg van menselijk handelen. Dit heeft grote gevolgen voor de kwetsbare ecosystemen die van nature in beken en beekdalen voorkomen en heeft bovendien geleid tot een verlies van de natuurlijke bufferwerking, waardoor hydrologische extremen in de vorm van verdroging en wateroverlast steeds vaker plaatsvinden. De verdrogingsproblematiek waar beekdallandschappen mee kampen, hangt samen met de grootschalige veranderingen in het landgebruik en de waterhuishouding van de afgelopen eeuwen. Die hebben geleid tot een transformatie van het beekdallandschap en het functioneren van beeksystemen op de hogere zandgronden. De diffuus afvoerende veensystemen, die ooit de oorsprong van veel laaglandbeken vormden, zijn door ontwatering en ontginning verdwenen. Daarbij hebben verminderde infiltratie, het versneld afvoeren via drainagestructuren en grondwateronttrekking de beekhydrologie verder veranderd. Dit is terug te zien in het afvoerregime, dat veranderde van een stabiel gedempt afvoerpatroon naar een dynamisch gepiekt afvoerpatroon. De achteruitgang werd verder versterkt door morfologische veranderingen zoals normalisatie, kanalisatie, overdimensionering en verstuwing en door intensief onderhoud van de beken. Zo behoren beekdalinundaties in de midden- en benedenlopen grotendeels tot het verleden. Momenteel worden de negatieve effecten van veranderingen in de hydrologie en de morfologie nog eens versterkt door klimaatverandering en dat leidt tot grotere extremen in piekafvoeren en perioden van droogte. Toegenomen temperaturen en een veranderde vegetatie leiden bovendien tot een grotere verdamping. Om de negatieve effecten teniet te doen, is er de afgelopen jaren steeds meer voor gepleit om beekherstel op systeemniveau, in samenhang, brongericht en integraal aan te pakken, omdat het nemen van individuele lokale maatregelen alleen vaak tot weinig verbetering leidt. Herstel van de hydrologie staat hierbij centraal. In deze lijn worden op steeds meer plekken maatregelen genomen om de hydrologische situatie te verbeteren of te herstellen, met als kerngedachte het vasthouden, bergen en vertraagd afvoeren van water. Dit doel daadwerkelijk realiseren, vraagt om grootschalige integrale ingrepen die het beekdal en de infiltratiegebieden beslaan, oftewel de schaal van het stroomgebied, waarbij in de bovenlopen andere maatregelen nodig zijn dan in de midden- en benedenlopen. In de praktijk blijken echter nog volop vragen te zijn over hoe dit integrale herstel kan worden aangepakt en komt een dergelijke aanpak nog moeilijk van de grond. In een interviewserie met water- en terreinbeheerders is een indruk verkregen van de huidige stand van zaken rond integraal beekdalherstel. Daarbij werd duidelijk dat er slechts een beperkt aantal projecten in uitvoering of uitgevoerd is waar een integrale benadering wordt toegepast om hydrologisch herstel in te zetten; het merendeel van de projecten heeft een sectorale en lokale aanpak. Ook wordt er nog weinig ingezet op (ecologische) monitoring van effecten, waardoor er maar beperkt uitspraken kunnen worden gedaan over de maatregeleffectiviteit en de geschiktste aanpak voor toekomstige projecten. Uit de inventarisatie van integrale herstelprojecten werd duidelijk dat er ook projecten zijn die een succesvolle integrale aanpak hebben gevolgd. Daarmee wordt duidelijk dat een landschap waarin vasthouden, bergen en vertraagd afvoeren centraal staat met beekdalen waar de beken de ruimte hebben om te inunderen en de andere gebruiksfuncties, het peil volgen geen utopie is. Een selectie van deze gebieden wordt in dit rapport uitgelicht. De knelpunten die in de gesprekken met waterbeheerders naar voren kwamen, waren onder andere een beperkt inzicht in het systeem-functioneren – wat een integrale aanpak belemmert –, het omgaan met verschillende, soms tegenstrijdige gebruiksfuncties in een beperkte ruimte en een gebrek aan tijd, budget of durf. Anderzijds zijn er procesmatig knelpunten in de overdracht van uitvoering naar beheer en in het opzetten en evalueren van monitoring. Deze knelpunten bieden echter tegelijkertijd aanknopingspunten voor een effectievere aanpak in de toekomst, om van een visie of beoogde maatregelpakketten naar de daadwerkelijke realisatie te komen.