Publicaties

Schatting omvang en dynamiek brasempopulatie in het IJsselmeer en Markermeer : tussenrapportage 2023

de Leeuw, Joep J.; van Hoppe, Maarten; van Keeken, Olvin A.; Vallina, Tamara; de Bruijn, Paulien

Samenvatting

De brasemstand in het IJsselmeer en Markermeer is zeer sterk achteruitgaan de afgelopen decennia. Zowel visserijkundige modellen als trends in bestandsmonitoring duiden erop dat de visserijdruk hoger is dan past bij een duurzame visserij gegeven de huidige ecologische randvoorwaarden. Om meer duidelijkheid te krijgen over de potenties van een duurzame brasemvisserij is er behoefte aan meer kennis over de opbouw en populatiedynamiek van het bestand en mogelijke effecten van visserij op de bestandsontwikkelingen. Daarvoor is met name extra kennis wenselijk over de omvang, verspreiding en het ruimtelijk gebruik van het huidige brasembestand. In opdracht van het Ministerie van LNV is sinds 2021 onderzoek gaande naar de omvang van het brasembestand door middel van een meerjarig mark-recapture experiment dat samen met zegenvissers wordt uitgevoerd. Hiertoe zijn vanaf november van het winterseizoen 2021/22 en 2022/23 respectievelijk 1010 en 951 (totaal 1961)brasems van een PIT-tag voorzien en vervolgens gedurende het zegenvisseizoen tot 15 maart regelmatig zegenvangsten verspreid over het IJsselmeer en Markermeer uitgevoerd waarbij de fractie met PIT-gemerkte brasems in de terugvangsten werd bepaald. Deze informatie werd gebruikt om de totale populatiegrootte te schatten met behulp van de Lincoln-Petersen vergelijking (Lincoln, 1930) en een vergelijking die corrigeert voor brasemmortaliteit over tijd. De voorlopige resultaten na twee winterseizoenen die in dit rapport worden gepresenteerd wijzen erop dat de populatie grotere (>35 cm), volwassen brasems waarschijnlijk iets groter is dan op basis van A-toomkuilsurveys de afgelopen jaren werd vermoed, maar ook dat aanzienlijke sterfte optreedt in de populatie die deels door visserij wordt verklaard en deels door andere oorzaken. De voorlopige schattingen kennen echter nog aanzienlijke onzekerheden en de eerste analyses laten zien dat enkele aannames in de methodiek met betrekking tot de verspreiding van brasems en daarmee samenhangend de menging van gemerkte brasems met niet gemerkte nader getoetst en uitgewerkt dienen te worden. In het vervolg van het onderzoek zullen berekeningen kunnen worden aangescherpt wanneer meer bekend is over het ruimtelijke gebruik en preciezere schattingen van sterfte kunnen worden gemaakt omdat deze van aanzienlijke invloed zijn op de populatieschattingen.