Publicaties

A-toomkuilsurvey 2023 : IJsselmeer en Markermeer

School, J.J.M.; Sandig, A.; Kampen, J.; Volwater, J.J.J.

Samenvatting

In 2021 is een start gemaakt met een nieuwe vismonitoringsreeks voor het IJsselmeer en Markermeer op basis van gestandaardiseerde jaarlijkse bemonsteringen met een A-toomkuil en stortkuil. Deze monitoring wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en is in 2023, het derde jaar van de monitoringsreeks, voortgezet. De opzet van de monitoring is gebaseerd op een pilot die binnen een Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij project in samenwerking met stichting Transitie IJsselmeer, AT-KB en beroepsvissers is uitgevoerd in 2018 en 2019. Het doel van de nieuwe monitoringsreeks is het ontwikkelen van een integraal en breed gedragen bestandsoverzicht van de jaarlijkse ontwikkelingen in de visstand op beide meren, ten behoeve van het visstand- en visserijbeheer. Het integrale karakter houdt in dat zo goed mogelijk een beeld wordt verkregen van de veranderingen in soortsamenstellingen en van de lengteverdelingen in de visstand. Deze informatie is wenselijk vanwege de vraag vanuit het beheer om aan de hand van vismonitoring beter te kunnen voldoen aan de verschillende zaken. Ten eerste moet aan de eisen uit de Europese Kaderrichtlijn Water worden voldaan. Daarnaast is er behoefte vanuit het visserijbeheer om ontwikkelingen in zowel het jonge als het oudere visbestand zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Ook is er behoefte vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn om de voedselsamenstelling voor visetende vogels zo goed mogelijk in beeld te brengen. Als laatst is er in het algemeen de veranderende informatiebehoefte met betrekking tot de visstand in het IJsselmeergebied, waarbij steeds meer vanuit een ecosysteembenadering gewerkt wordt. De monitoring wordt in samenwerking met beroepsvissers en visexperts van AT-KB opgezet en uitgevoerd, waardoor de resultaten breed gedragen worden door betrokkenen en belangenpartijen. In de komende jaren zal de methode zoveel mogelijk (gestandaardiseerd) uitgevoerd worden zoals die nu gerealiseerd is, maar waar nodig zal deze bijgeschaafd worden. Goede communicatie van de PO en vooral de meewerkende beroepsvissers met staandwant heeft ertoe geleid dat meestal ruimte is gemaakt voor het onderzoek in de meren. Alle vooraf geplande trekken zijn dit jaar uitgevoerd, op één stortkuiltrek na vanwege slecht weer en twee trekken in een diepe put op het Markermeer (Markermeerput), vanwege een net van een staandwantvisser dat in deze put stond. Hierdoor is een andere Markermeerput bemonsterd dan oorspronkelijk gepland was. Aanbevolen wordt om voor volgend jaar te kijken naar de mogelijkheden om een vergelijkbare situatie te voorkomen. In september en oktober 2023 zijn er in totaal 73 A-toomkuiltrekken uitgevoerd, waarvan 42 op het IJsselmeer en 31 op het Markermeer. Daarnaast zijn er achttien stortkuiltrekken uitgevoerd in de ondiepste zone (0-2 m), waarvan tien op het IJsselmeer en acht op het Markermeer. Alle bemonsteringen zijn in het donker uitgevoerd. Vergeleken met vorig jaar is er dit jaar meer vis per hectare gevangen. Op het IJsselmeer ging het voornamelijk om meer spiering en snoekbaars, op het Markermeer om grotere hoeveelheden pos, spiering en brasem. Van een trend kan nog niet gesproken worden, aangezien er nog te weinig jaren achtereenvolgend gestandaardiseerd gemonitord is. Blankvoorn en brasem zijn het meest gevangen bij de oevers (<2 m), waarbij het vooral ging om oudere jaarklassen. In tegenstelling tot 2022 waar de 0+ jaarklasse dominant was, werden dit jaar relatief veel oudere jaarklassen baars, blankvoorn en brasem gevangen. Hierbij ging het vermoedelijk om de 1+ jaarklasse. Van snoekbaars is voornamelijk de 0+ jaarklasse gevangen op het IJsselmeer met een lengte rond de 18 cm en op het Markermeer rond de 15 cm. Vangstsucces van Noordzeehouting is in 2023 op beide meren gestegen, waarbij opvallend weinig 0+ Noordzeehouting is gevangen en het vooral ging om oudere jaarklassen. In 2023 werd relatief veel spiering gevangen, waarvan het grootste gedeelte op het IJsselmeer, echter werd ook op het Markermeer meer spiering gevangen. De spiering op het IJsselmeer was dit jaar gemiddeld kleiner dan voorgaande jaren, vermoedelijk door intraspecifieke competitie. De A-toomkuilsurvey is mogelijk goed geschikt om ruimtelijke verspreiding van verschillende soorten te onderzoeken, vanwege de vele trekken die verspreid over de meren gedaan worden. Een eerste verkenning laat zien dat brasem en blankvoorn in 2023 voornamelijk in de ondieptes gevangen zijn. Hierbij moet vermeld worden dat dit een eerste verkenning is en nog geen conclusies uit getrokken kunnen worden. Daarvoor moet eerst statistische analyses gedaan worden over data van verschillende jaren om te bepalen in hoeverre er sprake is van toeval of van consistente patronen in de verspreiding van verschillende vissoorten.