Publicaties

Catch sampling of the pelagic freezer trawler fishery operating in European waters in 2021-2022 : Joint report of the Dutch and German national on-board sampling programmes

van Overzee, Harriet; Ulleweit, Jens; Panten, Kay; Bangma, Tom

Samenvatting

De pelagische vriestrawlervloot vist op een aantal pelagische doelsoorten, namelijk haring (Clupea harengus), blauwe wijting (Micromesistius poutassou), horsmakreel (Trachurus trachurus), mackerel (Scomber scombrus), grote zilvesmelt (Argentina silus) en pelser (Sardina pilchardus). In 2021 en 2022 werd van deze soorten uit Europese wateren respectievelijk 188,000 ton en 196,000 ton aangeland door de Nederlandse vloot. Door de Duitse vloot werd in 2021 en 2022 respectievelijk 78,000 ton en 90,000 ton aangeland. Er zijn 35 verschillende soorten door de Nederlandse en Duitse vloot aangevoerd in 2021- 2022. De aanvoer bestond voor het grootste gedeelte uit haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel. De aanvoergegevens laten tevens zien dat de visserij gedurende het jaar varieert in de gerichtheid op doelsoorten. In de Europese Unie wordt het verzamelen en beheren van visserijgegevens gereguleerd doormiddel van de Data Collecte Verordening (DCF) van de Europese Commissie (EC). Binnen deze regulatie bemonsteren Nederland en Duitsland sinds 2002 jaarlijks de vangsten van de Europese pelagische vriestrawler vloot. Met behulp van twee onafhankelijke waarnemersprogramma worden biologische gegevens over de vangsten verzameld. Een paar jaar geleden is de harmonisatie van deze twee bemonsteringsprogramma’s in gang gezet. Dit rapport presenteert de gegevens die verzameld zijn in de periode 2021-2022. Binnen het Nederlandse bemonsteringsprogramma zijn respectievelijk 12 waarnemersreizen in zowel 2021 als 2022 uitgevoerd. Binnen het Duitse bemonsteringsprogramma zijn 4 waarnemersreizen in zowel 2021 en 2022 uitgevoerd. De programma’s dekken samen ongeveer 15% van de totale Nederlandse en Duits gevlagde pelagische vriestrawler vloot (uitgedrukt in aantal reizen) die actief was in Europese wateren in 2021 en 2022. De geplande waarnemersreizen zijn door de uitbraak van corona in Europa januari 2020 in 2021 beïnvloed. Als gevolg moest de Duitse DCF zelfbemonstering uitgebreid worden zodat voldoende gegevens verzameld zouden worden van de pelagische target soorten. Vijf gebieden, d.w.z. Keltische zee, ten Westen van Schotland, Noordzee, het Kanaal en de Noorse zee, zijn bevist tijdens de waarnemersreizen. De soorten samenstelling waargenomen in de bemonsterde reizen is vergelijkbaar met de soorten samenstelling van de aanvoer gegevens van de Nederlandse en Duitse pelagische vriestrawlervloot. De waarnemersreizen bieden tevens informatie over zeldzame, incidentele bijvangst soorten die niet aangeland mogen worden. In totaal zijn 123 soorten, zowel target als bijvangstsoorten, waargenomen tijdens de waarnemersreizen. Een interessant element in de herziening van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) het concept van regionalisering. Dit betekent dat alle lidstaten die een gemeenschappelijk visgebied delen samen moeten werken in het verzamelen, beheer en beschikbaar maken van de gegevens. Regionalisatie van de dataverzameling is vastgelegd in de herschikking van de DCF in 2017 (EU 2017/1004). Uiteindelijk zal binnen een regionaal bemonsteringsprogramma de Nederlandse en Duitse pelagische bemonstering samengaan of op zijn minst volledig geharmoniseerd en uitwisselbaar zijn. Momenteel wordt binnen de regionale coördinatie groep van de EU aan een regionaal bemonsteringsplan voor de pelagische vriestrawlervloot die actief is Europese wateren.