Publicaties
Stand van zaken kleinschalige, passieve visserij in windparken op zee : Een bundeling van bestaande kennis en een verkenning naar de mogelijkheden voor kleinschalige, passieve visserij in windparken
Neitzel, Sophie M.; Jurrius, Lobke H.; Deetman, Bea; Serraris, Jorrit-Jan; Taal, Kees; Rozemeijer, Marcel J.C.; de Graeff, Pieter
Samenvatting
De komende jaren zal het aantal windparken op de Noordzee sterk toenemen, waardoor er minder ruimte overblijft voor de Nederlandse visserij. In het Noordzeeakkoord wordt daarom gezocht naar economische mogelijkheden van medegebruik door vissers bij de nieuw aan te leggen windparken. De voor Nederlandse visserij belangrijke sleepnetvisserij is momenteel niet toegestaan in de bestaande windparken, en de vraag is of dit in de nieuwe parken mogelijk zal zijn. Wel is in het Noordzeeakkoord ruimte gegeven voor toekomstige toepassing van passieve visserij. Momenteel is het echter alleen mogelijk om onder bepaalde voorwaarden experimenteel aan de slag te gaan met passieve visserij binnen windparken. Waar nodig zal eerst aanvullende regelgeving ontwikkeld moeten worden, alvorens commerciële passieve visserij zal worden toegestaan. Ondanks dat voorgaande onderzoeken een belangrijke slag hebben geslagen in vergaring van kennis over passieve visserij in windparken, ontbreekt een brede inventarisatie en ordening van beschikbare kennis. In dit project bundelen we de bestaande kennis van de mogelijke alternatieve vormen van visserij in windparken door middel van consultaties, interviews en deskstudies. De focus ligt op de kansen en knelpunten met betrekking tot beleid, visserijtechniek, (bedrijfs)economie, veiligheid en ecologie van de verschillende vistuigen. Daarnaast ontbrak tot dusver een concrete inventarisatie van de belangstelling vanuit de sector, namelijk welke vissers in de toekomst in windparken zouden willen en kunnen vissen en met welke technieken. Door middel van sectorconsultaties en werksessies is hier een grote slag in geslagen.Er zijn ruim 200 min of meer actieve vaartuigen in de Nederlandse kleine zeevisserij, waarmee vaak seizoensmatig of alleen in bepaalde weken van het jaar wordt gevist. Gebruikte tuigen zijn onder andere staandwant, handlijn, korven, kooien, kubben, potten, kleine trawls en aangepaste kleine viskorren (de laatste ten behoeve van de schelpdiervisserij). In dit verkennende onderzoek zijn negen tuigen onderzocht: longline (drijvend en verankerd), handlijn, handmatig jiggen, mechanisch jiggen, potten, staandwant en pontoontrap/fuik en zegenvisserij (Deense zegen en kleinschalige flyshoot (ook wel Schotse zegen genoemd)). Hoewel het laatste vistuig geen passieve vistechniek is, werd deze in de deskstudie opgenomen omdat dit vistuig potentieel geschikt is voor toepassing in windparken en werd aangedragen vanuit de sector en het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Juridisch en beleidsmatig Regelgeving voor de Nederlandse visserij is zowel Europees als nationaal. In het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB)1 zijn kaders en doelstellingen voor de toegestane vangsthoeveelheden en de bestanden waarop de nationale vloten mogen vissen gegeven, als ook voor het toegestane motorvermogen, voorschriften voor vistuigen en vistechnieken, logboekverplichtingen en regels rondom het aanlanden en verkopen van vis. In Nederland geldt de Visserijwet 1963. Deze wet regelt op hoofdlijnen, onder andere de naleving van internationale verplichtingen (o.a. het Europees visserijbeleid), controle en handhaving en de registratie van vissersvaartuigen. In de Uitvoeringsregelingen Zeevisserij en Visserij is de Nederlandse visserijregelgeving uitgewerkt en staat onder andere hoe internationale verplichtingen, zoals het Europese Visserijbeleid, nationaal zijn geïmplementeerd. Verder heeft Nederland op nationaal niveau aanvullende wetgeving zoals regels over het contingentensysteem en nationale beperkingen op het gebruik van tuigen. Europese regelgeving is leidend. Nederland kan wel extra verplichtingen opleggen, maar mag niet afwijken van de Europese regelgeving (minimale vereisten). De Nederlandse overheid heeft beperkte invloed op de Europese regelgeving; voorstellen voor aanpassing zullen moeten worden afgestemd met andere lidstaten. Een complete toelichting op alle regelgeving die van toepassing is op het vissen met tuigen die mogelijk geschikt zijn voor toepassing in windparken op zee reikt verder dan de doelstelling van dit onderzoek. In tabel 1 zijn enkele maatregelen en voorschriften opgenomen, die in gesprekken met vissers en LNV naar voren kwamen. Onder de tabel staan enkele algemene principes toegelicht. Deze zijn niet uitputtend. Naast de Visserijwet is ook de Waterwet, en diens uitwerking in het Waterbesluit, relevant voor medegebruik in windparken. In het Waterbesluit worden verplichtingen gesteld aan windparken op zee, met betrekking op belangen vanuit de scheepvaart, visserij, zandwinning en olie- en gaswinning.