Project

Transitie naar een fossielvrije kledingindustrie

Ondanks de opkomende circulaire economie, speelt plastic gemaakt van fossiele grondstoffen nog steeds een grote rol in de kledingindustrie. De twee grootste bronnen van microplastics zijn autobanden, gemaakt van synthetisch rubber en kleding en textiel (Plastic Soup Foundation, 2021). Veel synthetische materialen vervuilen het milieu en het is heel lastig om deze materialen te verwijderen. Een mogelijke oplossing is het stimuleren van het gebruik van biobased materialen die afbreekbaar zijn en niet blijvend in de natuur komen.

NGO 'Club Kakatua' en Slow Fashion label 'Achilles and the Tortoise' willen de kledingindustrie verduurzamen en hiermee een bijdrage leveren aan de transitie naar een fossielvrije sector. Zij geloven dat het hiervoor nodig is om traditionele grenzen te overschrijden en verbanden tussen disciplines en onderdelen van de kledingindustrie te analyseren, synthetiseren en harmoniseren.

Achtergrond

Om de transitie naar een fossielvrije kledingindustrie te versnellen is het van belang om de gehele keten mee te nemen en te verkennen welke mogelijkheden er zijn bij onderzoek, inkoop, productontwerp, productie, branding, communicatie, inzameling en beleid. Een manier om dat te doen is door inter- en transdisciplinair samen te werken vanuit een ‘open chain’ commons initiatief. Deze manier van samenwerken kan mogelijk bijdrage aan het sneller verduurzamen van de textielindustrie.

In de ideale wereld, maken we geen gebruik meer van fossiele synthetische materialen, ook niet in een gerecyclede vorm. Doel van dit project is inzicht te krijgen in veranderingen die nodig zijn om te komen tot een fossielvrije kledingindustrie door te kijken naar de (on)mogelijkheden van verschillende alternatieve ketenbenaderingen (zoals het commons model).

Onderzoeksvragen

Centrale onderzoeksvraag: Hoe kan een ‘open chain’, zoals bijvoorbeeld het commons-initiatief, de transitie naar een fossielvrije kledingindustrie versnellen?

Deelvragen

  1. Welke organisaties spelen een rol in de transitie naar een lokale (progressieve, circulaire) bio-based kledingindustrie?
  2. Zijn er succesvolle voorbeelden van volledig bio-based kledingorganisaties en wat kunnen we daarvan leren?
  3. Hoe kunnen transparantie en eigenaarschap een rol spelen in het meer biobased maken van de kledingindustrie? Wat kunnen we leren van de 'open keten' benadering van Tony Chocolonely (en anderen)?
  4. Wat kunnen we leren van andere sectoren (bijv. de bouw) die hun ketens biobased hebben gemaakt?
  5. Waarom/wat houden huidige organisaties de overgang naar een lokale, biobased kledingindustrie tegen? Wat zijn barrières?
  6. Welke bedrijven en organisaties zijn nodig om deze versnelling in gang te zetten?
  7. Welke stappen zouden Club Kakatua en Achilles en de Tortoise kunnen zetten in de richting van een meer bio-based kledingindustrie?

Dit project richt zich ook op het faciliteren van een dialoog met als doel de ervaringen en expertise van de betrokkenen te delen en mee te nemen in het komen tot afwegingen. Dit zal gebeuren door middel van co-creatie met relevante stakeholders.

De volgende methoden worden gebruikt:

  • Document analyse
  • Gesprekken / interviews
  • Focusgroep / workshop (dialoog/co-creatie)