Project
Grijze (Hollandse) garnalen leveren chitosan voor voedsel- en diervoedertoepassingen
Na het pellen van grijze garnalen blijft er meestal materiaal over. In dit project onderzoeken we de mogelijkheden voor het gebruik van dit materiaal voor het extraheren van chitosan, ten behoeve van voedsel voor mens en dier.
Na cellulose, is chitine is wereldwijd het meest voorkomende natuurlijke koolhydraatbiopolymeer. Het is aanwezig in schaaldieren, insecten en schimmels. Chitosan, een derivaat van chitine, heeft een enorm potentieel voor verschillende toepassingen en wordt het efficiƫntst geproduceerd uit chitine uit skeletten van schaaldieren, zoals garnalen. Jaarlijks oogst Nederland ongeveer 25-30 kton grijze garnalen, waarvan ruim 90% naar Marokko wordt vervoerd om te worden gepeld. Na het pellen blijft ongeveer tweederde van de garnalen over, geschikt voor chitine/chitosan-extractie. Momenteel wordt een aanzienlijk deel van dit materiaal echter naar de stortplaats gebracht.
In dit project onderzoeken we een circulaire aanpak voor de verwerking van grijze garnalen in Nederland. Deze aanpak omvat geautomatiseerd pellen, een duurzamer chitine/chitosan-extractieproces waarbij gebruik wordt gemaakt van enzymen, en een verminderde zoutproductie. Bovendien ontwikkelen we, in samenwerking met eindgebruikers, nieuwe toepassingen in de voedings- en diervoedersector voor het gewonnen chitosan.
Wageningen Food & Biobased Research voert dit project uit samen met Ruitenberg Ingredients B.V., Agrifirm en GPC Kant om zo een circulair garnalenverwerkingssysteem in Nederland te ontwikkelen.