Project

Boomsoorten van de Toekomst

Boomsoorten van de Toekomst onderzoekt de klimaatgevoeligheid van verschillende herkomsten van (productie)boomsoorten en draagt bij aan het behoud van de es voor het Nederlandse landschap.

Aanleiding van het project

De KNMI klimaat scenario’s schetsen een toekomst met een toegenomen gemiddelde temperatuur, en meer regen in de winter. Deze scenario’s gaan gepaard met grotere extremen in het weer. Deze ontwikkelingen zullen een effect hebben op de groei en ontwikkeling van het bos in Nederland. In het algemeen zal een toenemende zomerdroogte zijn tol eisen bij droogte gevoeligere soorten, zoals Beuk en fijnspar, terwijl de zachtere winters zorgen voor minder vorstschade en kansen voor zuidelijke soorten. Aan de andere kant zijn extreme kou (zoals in 2012) en late nachtvorst belemmerende factoren voor zuidelijke soorten en herkomsten.

De natuurlijke kracht van populaties om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden komt met name uit de genetische diversiteit die aanwezig is binnen populaties. Het binnenhalen van genetisch materiaal uit regio’s waar het huidige klimaat meer lijkt op het toekomstige Nederlandse klimaat kan mogelijk bijdragen aan het klimaatbestendig maken van het Nederlandse bos. Hiervoor is het van belang om mogelijke verschillen in droogtegevoeligheid tussen herkomsten vast te stellen. Tegelijkertijd zijn mede als het gevolg van klimaatverandering, maar ook van mondiale handel verschuivingen gaande in de verspreiding van plagen en ziektes. Denk bijvoorbeeld aan de schimmel vals essenvlieskelkje (Hymenoscyphus fraxineus), de veroorzaker van essentaksterfte die het Nederlandse essenbestand ernstig heeft aangetast.

Dit project onderzoekt welke herkomsten of klonen van de geselecteerde soorten beter reageren op klimaatsverandering of op ziektegevoeligheid in Nederland met het doel om de Nederlandse bosbouw te kunnen voorzien van goede herkomsten met het oog op klimaatsverandering en ziektegevoeligheid.

Doel van het project

Het project heeft drie doelen:

Omschrijving van de activiteiten

Het project bestaat uit drie deelprojecten. Het eerste deelproject kijkt achteruit: van bestaande herkomstenproeven van eik worden oude groeigegevens gecombineerd met nieuwe metingen over diktegroei en houtontwikkeling en gekoppeld aan klimaatgegevens. Dit wordt gedaan in samenwerking met het DendroLab van de WUR.

De resultaten worden beschreven in een publicatie.

Het tweede deelproject kijkt vooruit: er worden nieuwe herkomstenproeven aangelegd. Door huidige klimaatzones in Europa te koppelen aan het voorspelde toekomstige klimaat in Nederland, kunnen herkomsten geselecteerd worden die mogelijk beter aangepast zijn aan het toekomstige klimaat in Nederland dan de huidige bomen. De ontwikkeling van deze herkomsten wordt vergeleken met de ontwikkeling van bomen van dezelfde soort van Nederlandse bodem. Zaad van verschillende herkomsten worden opgekweekt tot plantmateriaal dat wordt uitgeplant in proefvelden. In deze proefvelden testen we de mate van aangepastheid van herkomsten aan de Nederlandse omstandigheden en hun groeivermogen, houtkwaliteit en gezondheid.

Nieuw proefveld met notensoorten waaronder Juglans nigra, Juglans regia en diverse hybriden.
Nieuw proefveld met notensoorten waaronder Juglans nigra, Juglans regia en diverse hybriden.

Het derde deelproject pakt een actueel probleem aan: essentaksterfte. Kan de es gered worden voor het Nederlandse landschap door tolerante bomen te vinden en vermeerderen? Hiervoor worden verspreid in Nederland 100 gezond ogende essen opgespoord om ze klonaal te vermeerderen en uit te planten in een nieuw aan te leggen klonencollectie, waar de tolerantie van de bomen over langere tijd kan worden gevolgd. Tolerante essen die groeien tussen vele aangetaste essen kunnen worden doorgegeven via www.essentaksterfte.nu.

vermeerderen.jpg

Vermeerderen van de gewone es. Vanuit de kronen van de bomen zijn twijgen verzameld. De knoppen van deze twijgen zijn op onderstammen gezet zodat er meerdere boompjes zijn voor het onderzoek. (Bron: Leo Goudzwaard & Paul Copini).

Verwachte resultaten

De resultaten van de herkomstenproeven komen ten goede aan de rassenlijstbomen die wordt onderhouden door de Raad van de Plantenrassen. Daarnaast zullen de gegevens gebruikt worden voor publicaties in (wetenschappelijke) vakliteratuur. De uitkomst van de zoektocht naar meer tolerante essen draagt bij aan het behoud van de es voor het Nederlandse bos en landschap.