AS (Arno) Schaveling MSc
PhD studentOnderzoek:
De aardappelteelt wordt constant bedrijgd door een diversiteit aan microbiële en dierlijke pathogenen, waaronder de aardappelcystenaaltjes. Deze in de bodem levende rondwormen veroorzaken symptomen zoals, dwerggroei, vergeling van de bladeren en een afname in aardappeloogst. De verliezen veroorzaakt door de twee belangrijkste aardappelcystenaaltjes, Globodera rostochiensis en G. pallida, worden geschat op 9% van de wereldwijde aardappelproductie. Het gebruik van natuurlijk resistente cultivars was een zeer effectieve manier om aardappelcystenaaltjes in West-Europa te bestrijden, tot in 2014 een alarmerend rapport van een resistentiebrekende G. pallida populatie uit Emsland (Duitsland) kwam. In de daaropvolgende jaren kwamen er veel gevallen van zeer virulente G. pallida populaties binnen uit Duitsland en Nederland. Inmiddels vormen deze aaltjes een serieuze bedreiging voor de West-Europese aardappelindustrie. Aangezien resistente cultivars commercieel niet verkrijgbaar zijn, nematiciden en bodemontsmetting verboden zijn en alternatieve bestrijdingsmaatregelen van beperkte waarde zijn, is er momenteel geen effectieve aanpak om resistentiebrekende aardappelcystenaaltjes te bestrijden. Door een combinatie van genomische analyses, systematische effectorscreening en functionele analyse willen we de genetische en moleculaire basis van resistentiebrekende G. pallida populaties identificeren. Daarnaast zullen we proberen inzicht te krijgen in de moleculaire interactie tussen zeer virulente G. pallida populaties en semi-resistente aardappelcultivars.