Dierlijke Genetische Bronnen
Het voortbestaan van veel Nederlandse landbouwhuisdierrassen staat onder druk. Niet alleen rassen zoals het Veluws heideschaap, het Roodbont Fries Vee of de Noord-Hollandse krombekeend dreigen te verdwijnen, ook de genetische diversiteit binnen rassen neemt af.
Genetische diversiteit is essentieel om op veranderingen in de veehouderij in te kunnen blijven spelen. Zo vraagt de transitie naar kringlooplandbouw om veerkrachtige dierrassen die onder uiteenlopende omstandigheden gezond en productief blijven.
Het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) ondersteunt het behoud van rassen en conserveert genetisch materiaal in de genenbank.
Ga verder naar:
Waarvoor kunt u bij ons terecht?
Monitoren
CGN monitort de risicostatus van de in Nederland aanwezige landbouwhuisdierrassen. Het gaat hierbij om de populatiegrootte, de trend in aantallen dieren en het inteeltrisico. Rasorganisaties kunnen hierover advies inwinnen bij het CGN. Ook ontsluit het CGN de informatie over de dierrassen in Nederland via de Europese en mondiale database.
Genenbank
De dierlijke genenbank is een unieke bron van genetische diversiteit voor fokkerij en onderzoek. CGN bewaart meer dan 300.000 doses sperma bij - 196° Celsius in vloeibare stikstof. Op verzoek van rasorganisaties verstrekt CGN materiaal uit deze collectie ter ondersteuning van fokprogramma’s van zeldzame rassen en voor de ontwikkeling en aanpassing van rassen op lange termijn. Ook in geval van calamiteiten kunnen fokkers en rasoganisaties teruggrijpen op deze collectie, bijvoorbeeld wanneer een ras is verdwenen na een ziekte uitbraak.
Advisering van rasorganisaties en beleidsmakers
CGN adviseert rasorganisaties, maatschappelijke organisaties, bedrijven en de Nederlandse overheid over behoud en duurzaam gebruik van genetische diversiteit in landbouwhuisdieren. Onderzoek is vooral gericht op het analyseren van genetische diversiteit binnen en tussen populaties. En op het continu verbeteren van invriesmethoden van sperma, embryo’s en eicellen.