Nieuws

Wat remt de groei van Siberische bosbranden?

article_published_on_label
19 maart 2025

Miljoenen hectaren bos zijn de afgelopen jaren afgebrand in de noordelijke bossen van Siberië. Dat heeft geleid tot een recorduitstoot van kooldioxide, en ernstige luchtvervuiling. In een nieuwe studie laten onderzoekers zien wat de belangrijkste factoren zijn die de groei van deze branden remmen. Ze ontdekten dat zowel weersomstandigheden als landschapskenmerken cruciaal zijn om brandverspreiding in dit gebied tegen te houden. De overgang van droog naar wisselvallig weer speelt daarbij de grootste rol. Met klimaatverandering zullen droge en warme dagen echter vaker voorkomen, wat kan bijdragen aan de toename van nog grotere branden in de toekomst.

Een nieuwe studie van onderzoekers van Wageningen University & Research, de Vrije Universiteit Amsterdam en de University of East Anglia laat zien welke klimaat- en landschapsfactoren een rol spelen bij het beperken van brandverspreiding in de noordelijke bossen van Siberië. De onderzoekers hebben 27.000 branden geanalyseerd die samen 80 miljoen hectare bos hebben verbrand tussen 2012 en 2022. Dit is de eerste studie die op deze schaal, en zeer gedetailleerd, beperkende factoren op brandgroei in kaart brengt. De bevindingen zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Global Change Biology.

Hoe doven bosbranden uit?

Branden in Siberië worden vrijwel niet bestreden en kunnen maandenlang ongestoord woeden. Deze branden stoppen dan uiteindelijk door een verandering in het weer of het landschap. Bijvoorbeeld door een overgang van droog en warm naar koud wisselvallig weer, of de aanwezigheid van een brede rivier of een weg. Onderzoekers Thomas Janssen en Sander Veraverbeke onderzochten met behulp van satellietbeelden 2,2 miljoen locaties waar op enig moment een brand uitdoofde, om te bepalen welke omstandigheden de verspreiding van brand op die specifieke plaats tegenhielden. “Begrijpen wat branden stopt, is net zo belangrijk als te weten wat ze aanwakkert,” zegt hoofdonderzoeker Thomas Janssen. “Onze studie laat duidelijke variatie zien in het belang van factoren die brandgroei beperken, zowel over tijd als ruimtelijk. Dat is essentieel bij het verbeteren van brandvoorspellingen.”

Een Sentinel-2 satellietbeeld van een groot brandcomplex in het noordoosten van Siberië, genomen op 7 augustus 2021 (het eiland Texel is ingetekend ter illustratie van de schaal). Deze branden waren meerdere weken actief. Credit: Copernicus Sentinel-2-beeldmateriaal, met dank aan ESA.
Een Sentinel-2 satellietbeeld van een groot brandcomplex in het noordoosten van Siberië, genomen op 7 augustus 2021 (het eiland Texel is ingetekend ter illustratie van de schaal). Deze branden waren meerdere weken actief. Credit: Copernicus Sentinel-2-beeldmateriaal, met dank aan ESA.

Uit het onderzoek blijkt dat op 87% van alle locaties waar een brand stopte, het uitdoven door een belangrijke verandering in één of meerdere omgevingsfactoren kwam. Op de overige 13% van de locaties werd er geen oorzaak voor gevonden. De branden stopten door een verandering in landschapskenmerken (32%), een verandering in het weer (23%) of een combinatie van beiden (45%). In het zuidoosten van Siberië speelden menselijke landschapskenmerken, zoals wegen en landgebruik, een grote rol bij het stoppen van branden, terwijl in de afgelegen noordelijke taiga weersomstandigheden de voornaamste beperkende factor waren. In een toekomstig warmer en droger klimaat kunnen vooral de afgelegen noordelijke branden nog groter worden.

Kunnen eerdere branden nieuwe brandverspreiding indammen?

De afgelopen tien jaar werden gekenmerkt door een explosieve toename van brandactiviteit in het oosten van Siberië. Het verbrande oppervlak kan echter niet jaar na jaar blijven groeien. “Op een gegeven moment is alle brandstof namelijk op, en is er niks meer dat kan branden,” aldus Thomas Janssen. Door gebruik te maken van satellietbeelden van branden in het verleden, konden de onderzoekers een deel van de locaties waar een brand stopte in verband brengen met een eerdere brand. De eerste tekenen dat historische branden de verspreiding van huidige branden beperken is al te zien in de recente brand-hotspot Jakoetië in centraal Siberië. “We hebben hier tussen 2012 en 2021 steeds over een periode van zeven jaar teruggekeken, en gezien dat het verbrande landoppervlak is verviervoudigd. Hierdoor is ook de kans toegenomen dat een brand dooft aan de rand van een oudere brand, waar geen brandstof meer is.”

Twee branden die in de zomer van 2021 woedden langs de Lena-rivier, 350 kilometer ten noordwesten van Jakoetsk, Rusland. De panelen tonen met behulp van een Sentinel-2 satellietbeeld de voortgang van de brand. De bolletjes/lijnen laten zien waar de brand stopte. De kleuren geven aan welke factoren daaraan bijdroegen. Blauw geeft aan dat oppervlaktewater de brand heeft gestopt, rood een verandering in windrichting en windsnelheid, en oranje een verandering naar wisselvallig weer. Credit: Copernicus Sentinel-2-beeldmateriaal, met dank aan ESA.
Twee branden die in de zomer van 2021 woedden langs de Lena-rivier, 350 kilometer ten noordwesten van Jakoetsk, Rusland. De panelen tonen met behulp van een Sentinel-2 satellietbeeld de voortgang van de brand. De bolletjes/lijnen laten zien waar de brand stopte. De kleuren geven aan welke factoren daaraan bijdroegen. Blauw geeft aan dat oppervlaktewater de brand heeft gestopt, rood een verandering in windrichting en windsnelheid, en oranje een verandering naar wisselvallig weer. Credit: Copernicus Sentinel-2-beeldmateriaal, met dank aan ESA.

Implicaties voor brandmodellering en -beheer

De methode die in deze studie is ontwikkeld, kan ook worden toegepast in andere werelddelen en biedt een kader voor wereldwijd brandonderzoek. De bevindingen zijn belangrijk voor het verbeteren van mondiale klimaatmodellen en regionale brandmodellen. Dat helpt beleidsmakers en brandweerinstanties bij het voorspellen van branden en om beter te reageren op extreme natuurbranden in de toekomst. “Deze inzichten zijn cruciaal voor brandbeheer,” voegt Sander Veraverbeke toe. “Als we beter begrijpen hoe en waarom branden stoppen, kunnen we effectievere strategieën ontwikkelen om ze onder controle te houden, en zo de impact op veiligheid, klimaat en luchtkwaliteit te beperken.”

Deze studie werd ondersteund door een Consolidatorproject van de Europese onderzoekscommissie, een onderdeel van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie.