Nieuws
Hoe red je een zinkende stad?
Wat hebben Venetië, Jakarta, Manilla en Bangkok met elkaar gemeen? Het zijn of waren allemaal zinkende steden. Philip Minderhoud onderzoekt de oorzaken van de bodemdaling in deze steden. Grondwateronttrekking speelt vrijwel overal een belangrijke rol. Het mooie is: daar kun je wat aan doen.
Jakarta is het bekendste voorbeeld van een zinkende stad. Grote delen van de Indonesische hoofdstad zijn sinds de jaren tachtig drie tot vier meter gedaald en zinken nog steeds met snelheden tot 10 centimeter per jaar. Inmiddels ligt 40% van Jakarta onder de zeespiegel. Mede daarom heeft de Indonesische regering besloten om de hoofdstad te verplaatsen naar Kalimantan.
De belangrijkste oorzaak van zinkende steden is de onttrekking van grondwater, zegt de Wageningse onderzoeker Philip Minderhoud. Het trieste van Jakarta is dat die oorzaak jarenlang is genegeerd. ‘Daar zat een hoogleraar die gespecialiseerd was in tektoniek. Hij verklaarde de bodemdaling door tektonische bewegingen in de ondergrond. Dat kan inderdaad een oorzaak zijn van bodemdaling, maar daardoor werd er niet goed gekeken naar het effect van grondwateronttrekking.’ Wat meespeelde is dat het oppompen van grondwater zorgt voor schoon drinkwater en economische ontwikkeling, dus veel goeds biedt, zegt Minderhoud. ‘Stoppen met oppompen is technisch makkelijk, maar sociaaleconomisch uitdagend.’
Opgeslokt
Minderhoud doet al tien jaar onderzoek naar bodemdaling in de Mekongdelta in Vietnam. ‘Daar zien we de laatste jaren een versnelling van de bodemdaling, naar zo’n 7 cm per jaar. Die versnelling komt door de onttrekking van grondwater voor de steden en de landbouw.’ In deltagebieden in India ziet hij hetzelfde patroon. Hij is ook betrokken bij onderzoek in het kustgebied rond Manilla, op de Filippijnen. ‘Daar daalt de bodem 10 tot 12 centimeter per jaar. Een deel van het kustgebied daar staat al onder water, verschillende dorpen zijn al opgeslokt door de zee en verlaten.’
De lokale bevolking heeft vaak niet door dat er bodemdaling plaatsvindt, zegt Minderhoud. ‘Ze zien dat het water stijgt en dat ze meer last hebben van overstromingen bij springvloed of tijdens tyfoons. Ze denken dat het gaat om zeespiegelstijging, maar dat is niet de belangrijkste oorzaak. De grote onderliggende oorzaak is bodemdaling in deze gevallen.’
Streng beheer
En vanuit een bepaald oogpunt is dat goed nieuws, vindt Minderhoud. De wereldwijde zeespiegelstijging door klimaatopwarming kun je als regering en stadsbestuur moeilijk beïnvloeden, maar bodemdaling door menselijk handelen kunnen ze vaak wel verminderen of zelfs stoppen en daar zijn al mooie voorbeelden van. De Japanse hoofdstad Tokio is in de vorige eeuw 4 meter gezakt door bodemdaling, maar die daling is gestopt nadat de stad een streng grondwaterbeheer invoerde, waterreservoirs rond de stad bouwde en nauwelijks nog grondwater oppompte.
Ook Bangkok (Thailand) wist de bodemdaling op die manier te beteugelen. ‘Bangkok zonk met 10 cm per jaar. Toen nam de directeur van het instituut die het grondwater beheerde, een moedige beslissing. Tegen de stroom in besloot hij dat veel waterpompen werden afgesloten, dat er hoge belastingen kwamen op het oppompen van grondwater en dat er streng toezicht kwam. Ook investeerde de stad in alternatieve waterbronnen. De situatie in Bangkok is nu stabiel. Dit is een succesverhaal.’
Venetië heeft de bodemdaling inmiddels ook onder controle. Het werelderfgoed in de Italiaanse lagune zakte weg door een combinatie van natuurlijke compactie (samenpersing) van sedimenten en grondwateronttrekking onder de stad, maar daar stopte het stadsbestuur mee. Nu voert de stad zoet water aan van het Italiaanse vasteland en daalt Venetië nog maar 1 millimeter per jaar.
Uitzondering Nederland
Ook de Nederlandse delta daalt, maar niet door grondwateronttrekking. In de Nederlandse veenweidegebieden wordt de bodemdaling veroorzaakt door drainage en het bemalen van polders, waardoor de waterstand in veenweidegebieden kunstmatig laag wordt gehouden, de veengrond inklinkt en het organische materiaal vergaat. In Nederland speelt dus oppervlaktewater en peilbeheer een cruciale rol bij de bodemdaling. Nederland is daarmee de uitzondering op de regel dat bodemdaling primair wordt veroorzaakt door oppompen van grondwater, zegt Minderhoud.
‘Daarom is het belangrijk om de oorzaken van bodemdaling steeds ter plekke te onderzoeken en kennis uit te wisselen.’ Dat gebeurt meer en meer. Volgend jaar organiseert Vietnam de eerste editie van een VN-conferentie over rivierdelta’s en daar geeft Minderhoud een presentatie over zinkende steden en delta’s.
Dat onderzoek is nodig om sneller de bodemdaling in kustgebieden te herkennen en te voorkomen, vindt de onderzoeker. Hij is nu ook betrokken bij onderzoek in West-Afrika. ‘Daar zie je een enorme bevolkingsgroei in steden aan de kust. Als gevolg wordt er steeds meer grondwater opgepompt en je ziet nu een begin van de bodemdaling in miljoenensteden als Lagos. Door nu de oorzaken en oplossingen goed in kaart te brengen, kunnen we het proces van bodemdaling mogelijk in de kiem smoren.’
Klimaatpanel
Minderhoud kaart zijn onderzoek ook aan bij het klimaatpanel IPCC. Tot nu toe rapporteert het klimaatpanel alleen over de zeespiegelstijging. Minderhoud vindt dat IPCC ook de bodemdaling in kustgebieden moet meenemen, om zo een totaalbeeld van de problematiek aan overheden te geven. ‘Zoals het IPCC projecties maakt van toekomstige zeespiegelstijging, zouden we ook projecties van toekomstige bodemdaling moeten maken, zodat de opgaves duidelijk worden. Daarbij kunnen we handelingsperspectieven schetsen om de bodemdaling in en rond steden in laaggelegen kustgebieden te voorkomen.’
Gemakkelijk is dat niet, ervaart Minderhoud in Vietnam. Dat land heeft, met hulp van WUR, ruim 10 jaar geleden het Mekong Deltaplan opgesteld. In die visie wordt het oude denken - dijken bouwen – ingeruild voor een nieuwe aanpak met nature-based solutions, waarbij er meer overstromingen in de delta worden toegelaten, zodat de afzetting van sediment de zeespiegelstijging kan opvangen. Maar dat alleen gaat niet de oplossing bieden, verwacht Minderhoud. ‘Er is veel te weinig sediment beschikbaar om de delta natuurlijk op te hogen, mede door de vele dammen in de Mekong. De bodemdaling van het gebied is veel groter en gaat veel sneller.’
Er is inmiddels een concrete uitwerking van dit deltaplan, die aangeeft dat de economische ontwikkeling niet moet bijdragen aan bodemdaling. ‘Maar het tegengaan van bodemdaling is een aandachtsstreepje in het plan, maar geen uitgangspunt.’ Dat is dweilen met de kraan open, denkt Minderhoud. De Mekongdelta heeft in zijn ogen, in navolging van Bangkok, behoefte aan een effectieve uitwerking van het nieuwe beleid dat het oppompen van grondwater aan banden wil leggen. ‘Dat is een vervelende boodschap in een kustgebied dat te maken heeft met verzilting en droogte. Maar het alternatief levert op termijn veel grotere problemen op.’