Nieuws
Nieuwe methode nodig om duurzaamheid in landbouw beter te meten
Duurzaamheid in de landbouw moet flexibeler en transparanter worden gemeten. Dat stelt een groep onderzoekers, geleid door Wageningen University & Research. Om dit te bereiken, is een nieuw raamwerk nodig. Iedereen meet duurzaamheid nu op zijn eigen manier, waardoor er een risico bestaat op ‘greenwashing’ – de schijn van duurzaamheid zonder echte impact. “Duurzaamheid lijkt nu soms mooier dan het werkelijk is,” aldus de onderzoekers.
Wereldwijd is er steeds meer aandacht voor duurzame landbouwmethoden, zoals regeneratieve landbouw. Dit soort methoden kan een belangrijke rol spelen bij het oplossen van milieuproblemen en sociaaleconomische uitdagingen. Om ‘greenwashing’ te voorkomen, pleiten de onderzoekers voor een raamwerk waarin rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van een agrarisch bedrijf, een ketenbedrijf of overheidsinitiatief. Hiermee nemen ze afstand van vastgestelde minimale indicatorsets die zonder nuance overal voor worden ingezet. Voor een melkveebedrijf gelden bijvoorbeeld andere criteria dan voor een akkerbouwbedrijf. Ook het bodemtype, zoals klei of zand, en het klimaat – droog of nat – zijn van invloed.
Al op korte termijn belonen
In het nieuwe systeem moeten we niet alleen afstappen van voorgeschreven minimale indicatorensets, maar ook voorzichtig zijn met de focus op praktijken als indicator, zoals momenteel vaak gebeurt. Het toepassen van een specifieke praktijk, zoals zo min mogelijk ploegen, garandeert immers niet vanzelfsprekend het gewenste eindresultaat, zoals meer koolstofopslag of biodiversiteit. Daarnaast moeten we niet alleen naar het eindresultaat kijken. Meer koolstofopslag of een toename van de biodiversiteit heeft bijvoorbeeld vaak jaren nodig voordat het zichtbaar wordt. De onderzoekers pleiten daarom voor het koppelen van verschillende indicatoren, zoals praktijk- en resultaatindicatoren, in duurzaamheidsraamwerken. “Door praktijkindicatoren te gebruiken, kunnen boeren al op korte termijn beloond worden voor hun inspanningen. Door deze ook te koppelen aan resultaatindicatoren, kan worden vastgesteld of de boeren daadwerkelijk hun duurzaamheidsresultaten behalen.”
De onderzoekers hebben een aantal praktijkproeven uitgevoerd in Spanje, Finland en Frankrijk. Deze testen laten zien dat zo’n raamwerk boeren, beleidsmakers en bedrijven kan helpen om duurzaamheid op een context specifieke en transparante manier te monitoren. Het proces bestaat uit drie eenvoudige stappen:
- Duidelijk maken wat je wilt meten – Gaat het om klimaat, biodiversiteit, of beide?
- Bepalen voor wie er wordt gemonitord – Is de informatie bedoeld voor boeren zelf, of bijvoorbeeld voor beleidsmakers?
- Rekening houden met de omstandigheden – Welk soort landbouwbedrijf, bodemtype en klimaat is van toepassing?
“Zo’n nieuw model biedt niet alleen een concreet hulpmiddel om de mate van duurzaamheid transparanter te maken, maar zorgt er ook voor dat inspanningen sneller beloond kunnen worden” aldus de onderzoekers.