Nieuws
Goede teeltresultaten door plastic sleuf in hyacintenteelt
Hyacintenbollen groeien normaal in de vollegrond. Meststoffen spoelen daardoor mogelijk uit naar het oppervlaktewater Bovendien zijn de bollen vatbaar voor grondgebonden ziekten en plagen (zoals schimmels en aaltjes). Uit onderzoek van de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research blijkt dat de bollen ook goed te telen zijn in plastic sleuven.
Het project Bollencoaster is gericht op het verduurzamen van de bollenteelt. Een van de onderdelen is het onderzoek naar het gebruik van plastic sleuven. Die worden ingegraven in het veld, op een diepte van 10 tot 20 centimeter diep, en met een breedte van circa 5 centimeter. In de sleuf ligt een druppelslang voor de watergift en het toedienen van nutriënten. De bovenzijde van de sleuf wordt dichtgeklapt, zodat ziekten, plagen en ongewenst water niet kunnen doordringen. In de sleuf worden de bollen geplant in een substraat.
Bij de teelt van hyacint heeft deze teeltwijze veel voordelen. Zo is een gerichte watergift mogelijk, en is er geen uitspoeling van water en meststoffen. Bovendien zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Door de sleuf groeien de bollen in een lange rij: dat vergemakkelijkt mechanische onkruidbestrijding. Doordat de bollen niet in de grond groeien kunnen schimmels en aaltjes het gewas niet aantasten. Vruchtwisseling hoeft dus niet plaats te vinden (in gangbare teelten kunnen hyacinten maar eens per zes jaar op dezelfde grond groeien). Hierdoor hoeven kwekers dus niet elk jaar op zoek naar een nieuw veld. En het belangrijkste: de bollen groeien goed in de afgesloten omgeving.
Er zijn ook nadelen en aandachtspunten. Zo moet de grond in de sleuf voldoende voeding hebben én schoon zijn. Dat kan door tijdens elke teeltronde nieuwe substraat te gebruiken, zoals kokos-veensubtraat. Een alternatief is het gebruik van het zand in het veld. Dit moet echter eerst gestoomd worden en eventueel voorzien worden van biostimulanten. Bovendien moet de kweker investeren in onder meer de plastic sleuven en het druppelsysteem. De bovenzijde van de sleuf blijkt soms open te klappen, waardoor bijvoorbeeld regenwater wél in de sleuf kan komen. Daarnaast zou voorkomen moeten worden dat de grond rondom de sleuven verarmt: daarom zou het verstandig kunnen zijn tussen de hyacinten iets anders te laten groeien, bijvoorbeeld gras.
Het onderzoek naar hyacint vindt plaats bij Agrifirm-GMN in Voorhout. Op hetzelfde veld vindt een onderzoek naar lelie plaats (beide teelten wisselen elkaar af in voorjaar en najaar). Op de onderzoekslocatie van WUR in Bleiswijk vindt daarnaast onderzoek plaats naar de mogelijkheid om ook andere bloembollen in dit systeem te telen, zoals tulp, gladiolen en zantedeschia.
Bollencoaster is een vierjarig onderzoeksprogramma van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen van het ministerie van LNV. De uitvoering van deze Publiek-Private Samenwerking ligt bij een consortium van zeven partners. Dit zijn: KAVB, Agrifirm-GMN, Oerlemans Plastics, Rabobank Bollenstreek, Hoogheemraadschap Rijnland, Greenport Duin & Bollenstreek en Wageningen University & Research.