
Interview
Agro-ecoloog en muzikant Bert Lotz gaat met pensioen: “Goede wetenschap is als samen muziek maken”
“Zowel in de traditionele muziek als in de wetenschap kom je verder door van elkaar te leren en op elkaars schouders te staan,” zegt Bert Lotz. Als onderzoeker en teamleider bij Wageningen University & Research (WUR) was hij betrokken bij beleidsondersteunend onderzoek, met onderwerpen die geregeld tot stevige maatschappelijke debatten leidden, zoals genetische modificatie van gewassen. Musiceren, vaak met muzikanten uit andere culturen, was voor hem een welkome afwisseling. Na bijna 38 jaar bij WUR zwaait Lotz af als onderzoeker en gaat hij met pensioen. Bert Lotz blikt terug op zijn carriere in negen vragen.
Je noemt jezelf agro-ecoloog, een term die verschillende invullingen kent. Wat betekent het voor jou?
“Na mijn promotieonderzoek in de plantenecologie begon ik in 1987 in Wageningen te werken als ecoloog in agrosystemen. Ik onderzocht landbouwsystemen waarin we zoveel mogelijk de gunstige effecten van de natuur benutten. Hierbij vind ik de combinatie van ecologie en technologie heel interessant. Een voorbeeld is het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken in gewassen.”
Past in deze interesse ook het rapport dat je schreef over risico’s van transgene herbicide tolerante gewassen?
“Ja, in dat rapport keek ik met collega Jos Bijman naar de voor- en nadelen van gewassen die met genetische modificatie een gen van een bacterie hadden gekregen, waardoor ze bestand werden tegen het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat. Let wel, dit was in 1996! We concludeerden onder andere dat grootschalig en eenzijdig gebruik van deze gewassen het risico op de opbouw van resistentie bij onkruiden zou vergroten. Dit zou ervoor zorgen dat boeren juist meer onkruidbestrijdingsmiddelen zouden gaan gebruiken. Bij juist gebruik zou dat risico kleiner zijn. Op de dag dat we ons rapport aanboden in Den Haag blokkeerde Greenpeace de haven van Rotterdam voor het eerste schip met genetisch gemodificeerde soja uit de VS. Zowel Greenpeace als zaadveredelaar Monsanto reageerden negatief op ons rapport. Het haalde de voorpagina van de Volkskrant. Ik moest echt even bekomen van alles wat er op ons afkwam. Zo werkt het spel, leerde ik.”
Hoe kan genetische modificatie volgens jou natuurlijke processen in de landbouw ondersteunen?
“Een mooi voorbeeld is het DuRPh-project, een tienjarig beleidsondersteunend onderzoek naar een aardappel met duurzame resistentie tegen de ziekte phytophthora. Aan dit project werkten moleculair biologen, veredelaars, plantenziektekundigen, agronomen en agroecologen. Omdat deze ziekteverwekker zo snel muteert, is een enkele resistentie in de aardappel niet voldoende. We gebruikten genetische modificatie om meerdere resistentiegenen uit aardappelen en wilde varianten daarvan in een bestaand ras te bouwen, cisgenese heet dat. Zo’n ras kan een enorme besparing in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen opleveren. Het prototype hebben we ontwikkeld. Toen we met dit project begonnen, kreeg ik wekelijks telefoontjes van biologische boeren met de vraag: ‘Bert, is deze aardappel ook voor ons?’ De biologische sector besliste echter iets later dat cisgene niet past in hun waardenkader.
Ik zie het DuRPh-project als een succes, hoewel de aardappel de Europese markt nog niet gehaald heeft. Bedrijven durven de ontwikkeling en vooral de moeizame toelatingsprocedure, hier niet aan. In Canada en Oost-Afrika zijn wel aardappelen op de markt die voortkomen uit dit project.
Ik had gedacht dat de toelating voor nieuwe veredelingstechnieken als CRISPR-Cas en cisgenese in Europa nog tijdens mijn carrière versoepeld zou worden. Dat is toch anders gelopen, hoewel er heel recent een belangrijke stap gezet is. De landbouwministers van de EU-lidstaten hebben een akkoord bereikt. Nu kunnen de laatste onderhandelingen over precieze invulling van een nieuwe regelgeving van start gaan.”
Hoe heb je je staande gehouden in dit vaak pittige debat?
“Je kunt het met elkaar oneens zijn en toch een goed en zinvol gesprek voeren. Dat heb ik moeten leren. Het contact met de biologische sector is altijd heel prettig geweest. Ook met een Greenpeace-campainger kon ik goed een biertje drinken. Of brandnetelsoep eten met actievoerders op de proefvelden voor de DuRPh-aardappelen. We konden het eens zijn waarover we het niet eens waren.”

Je kunt het met elkaar oneens zijn en toch een goed en zinvol gesprek voeren
Je hebt zelf een groene achtergrond, terwijl juist de diepgroene beweging vaak kritisch is op genetische modificatie. Heb je zelf ooit moeite gehad met je keuzes?
“Natuurlijk ben je hier als onderzoeker constant mee bezig. Voor wat nu gaande is, zie ik de nieuwe veredelingstechnieken goed passen binnen mijn eigen waardenkaders, waarin het belangrijk is om natuurlijk processen in agrosystemen te ondersteunen met behulp van technologie.”
Het gevoel leeft dat veel burgers het idee van genetische modificatie vooral onnatuurlijk en gevaarlijk vinden. Hoe zie jij dat?
“Ik heb veel lezingen gegeven over het onderwerp, voor kerkgenootschappen, agrarische studenten en meerdere keren voor politieke partijen als GroenLinks. Natuurlijk kwamen er kritische vragen, zeker over octrooien en de macht van grote bedrijven. Maar de lezingen en daarop volgende gesprekken leerden me dat de afkeer vaak helemaal niet zo groot is als gedacht. Ik kreeg zelfs een keer een telefoontje van een voetbalvereniging in de Achterhoek, die mij vroeg om er over te komen vertellen. Helaas kon ik niet gaan, vanwege een overvolle agenda. Ik heb er nog steeds spijt van. Het is een mooi voorbeeld van onverwachte interesse. Het is belangrijk om niet van tevoren aan te nemen of mensen voor of tegen zijn.”
Behalve wetenschapper ben je ook muzikant. Hoe werd muziek zo belangrijk voor je?
“Na wat blokfluit- en pianoles in mijn jeugd had ik jaren niets meer met muziek. Tot ik op mijn zestiende bij de NJN, de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, terechtkwam. Daar ontmoette ik jongeren die door Hongarije en Bulgarije hadden gezworven en die doedelzak speelden. Ik vond het prachtig. Ik hoorde dat er ook Nederlandse doedelzakken bestonden. Samen met een aantal spelers en bouwers hebben we dat instrument weer teruggebracht in Nederland. Alles moesten we opnieuw ontdekken, wat ontzettend leuk was. Al snel werd ik gevraagd om op allerlei plekken mee te spelen. Zo leerde ik ook mijn vrouw Judica kennen. Zij zat toen op het conservatorium.”
Bert Lotz maakt deel uit van een de wereld-folkband De Trekvogels. Hun muziek is te omschrijven als een mix van Syrische poëzie, Koerdische klanken en Nederlandse dansmuziek. De naam ‘De Trekvogels’ verwijst naar twee leden die als nieuwkomers in Nederland een veilige plek zochten. Samen maken ze muziek in een gemeenschappelijke taal die grenzen overstijgt. Bert Lotz bespeelt verschillende instrumenten, waaronder doedelzak, fluit, koeienhoorn en schalmei.
- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan
Je bent altijd veel blijven spelen naast je werk in Wageningen…
“Het creatieve spel van muziek maken heeft me altijd goed gedaan als afwisseling van mijn wetenschappelijk werk. Hoewel wetenschap ook creatief inzicht vereist, vult muziek maken dat op een prachtige manier aan. Je leert ook dat er meer is dan alleen je onderzoek, en je komt hele andere mensen tegen.
Elke eerste zondag van de maand spelen we in café De Zaaier in Wageningen. We ontvangen geregeld e-mails van buitenlandse onderzoekers of studenten die in Wageningen graag met ons willen spelen. Ook muzikanten die we kennen van AZC’s, komen daar naartoe. Het geeft onze muziek een emotionele lading, bijvoorbeeld wanneer wij een lied opdragen aan de vermoorde Koerdisch-Iraanse Masha Amini. Dit maakt onze muziek geëngageerd, en dat omarm ik.
De cultuur van samen muziek maken heeft veel raakvlakken met het bedrijven van wetenschap. In de wetenschap moet je het samen doen, en bouw je voort staande op elkaars schouders. Je gebruikt de kennis van je voorgangers. Zo werkt het ook met traditionele muziek. Je speelt altijd net anders dan eerdere generaties, en wanneer je samen speelt, ontstaan er leuke, nieuwe combinaties. Je beïnvloedt elkaar en brengt elkaar verder. Dit is precies hoe ik wetenschap graag zie: als een proces van samenwerking en wederzijdse inspiratie.”
Wat ga je doen nu je pensioen begint?
“Ik heb goede opvolging gekregen bij Wageningen University & Research, dat geeft voldoening. Nu wil ik veel tijd vrijmaken voor muziek en lezen. Ik wil me verder verdiepen in nieuwe genres en volop samen spelen met andere muzikanten. Mijn repertoire is in de loop der jaren al enorm verbreed door het samenspelen, ik wil dit verder uitbouwen. Samen met mijn vrouw Judica hoop ik nog veel nieuwe mensen te ontmoeten. Daar kijk ik echt naar uit.”