Nieuws

Innovatie- en Demonstratiecentrum CO2 uit DAC gaat van start

article_published_on_label
18 januari 2024

CO2 is een essentieel onderdeel van de atmosfeer voor de groei van planten. In de meeste kassen wordt er extra CO2 gedoseerd zodat planten harder groeien en meer produceren. Die extra CO2 is momenteel voornamelijk afkomstig van bronnen met een fossiele oorsprong. Het is echter ook mogelijk om CO2 uit de lucht te halen en te concentreren. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoekt in opdracht van Kas als Energiebron de komende jaren de kwaliteit en haalbaarheid van dergelijke ‘Direct Air Capture’-machines.

Voor CO2 in de kassen hebben telers momenteel een paar opties. Een veelgebruikte methode is het benutten van CO2 dat vrijkomt bij de verbranding van aardgas in een warmtekrachtkoppeling (WKK). Deze installaties produceren niet alleen warmte en elektriciteit, maar genereren ook CO2 die nuttig ingezet kan worden voor de plantengroei.

Daarnaast is er de mogelijkheid voor telers om CO2 te verkrijgen via het OCAP leidingnetwerk. Dit netwerk transporteert CO2 van bedrijven die het als bijproduct uitstoten, rechtstreeks naar de kassen. Dit is een efficiënte manier om industriële emissies te hergebruiken voor agrarische doeleinden. Een derde, vaak duurdere optie is het gebruik van vloeibare CO2, die wordt aangeleverd in tanks per vrachtwagen. Echter, met de verschuiving naar duurzame energiebronnen en plannen om CO2 op te slaan onder de Noordzee, kan de beschikbaarheid van CO2 voor de tuinbouw in de toekomst verminderen.

Daarom wordt er gezocht naar duurzame, alternatieve bronnen. Een van die alternatieven is om CO2 uit de lucht te halen metDirect Air Capture’ (DAC). Er is een aantal bedrijven dat de afgelopen jaren DAC-installaties heeft ontwikkeld. WUR onderzoekt deze installaties de komende drie jaar. Daarbij wordt allereerst gekeken naar de kwaliteit. Hierbij is de zuiverheid van de CO2 van belang, evenals de mogelijke effecten op het gewas. Daarnaast wordt de toepasbaarheid in kaart gebracht. Dit omvat aspecten zoals de energievraag van het proces, de financiële haalbaarheid en hoe deze technologieën geïntegreerd kunnen worden in de bedrijfsvoering van teelten in de glastuinbouw. Het onderzoek vindt plaats in kassen van de WUR in Bleiswijk: telkens wordt gedurende een half jaar één van de DAC-installaties onderzocht.