Nieuws

Checklist voor betere afspraken tussen huurder en verhuurder bollenperceel

article_published_on_label
22 juli 2024

Veel bollenkwekers huren jaarlijks een of meer percelen voor hun teelt: dat heeft alles te maken met de benodigde ruime vruchtwisseling. Die teelt van bollen kan gevolgen hebben voor de bodemvruchtbaarheid. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research werkt daarom aan een tool waarmee huurders én verhuurders goede onderlinge duidelijke afspraken kunnen maken. Onderzoeker Sjoerd van Vilsteren: “Goed bodembeheer begint bij goede afspraken tussen verhuurder en huurder over de teelt.”

In de bollenteelt is sprake van ‘landhonger’, vertelt Van Vilsteren: bollenkwekers zijn jaarlijks op zoek naar geschikte percelen. De gewassen kunnen namelijk niet elk jaar op hetzelfde perceel worden geteeld. Bijvoorbeeld tulpen kunnen maar één keer in de zes jaar op dezelfde kleigrond worden geteeld. Daarom wordt de bollenteelt ook wel een ‘reizende bollenkraam’ genoemd’.

Het kan dus financieel aantrekkelijk zijn voor een landeigenaar om een perceel te verhuren aan een bollenkweker. De prijzen zijn namelijk de afgelopen jaren fors gestegen, vooral doordat er steeds minder percelen beschikbaar zijn. Nederland is een relatief klein land waarin de boeren steeds meer moeten concurreren met woningbouw en natuurgebieden.

Als de teelt van bijvoorbeeld tulpen op een nette manier plaatsvindt bij de akkerbouwer, dan hebben beide partijen daar profijt van. De tulpenteler heeft mooie grond voor de teelt en de akkerbouwer heeft een gewas wat vroeg geoogst wordt waardoor er in droge omstandigheden perceelsonderhoud (egaliseren, draineren) kan plaatsvinden en een lange groenbemester kan worden geteeld. Bovendien betaalt de bollenteler vaak goed.

Van Vilsteren: “Dit is een win-winsituatie. Maar de teelt van bollen kan intensief zijn. Er wordt veel bemest, gespoten en beregend. Als voorafgaand aan de teelt niet duidelijk is wat men van elkaar verwacht, kunnen er toch ergernissen ontstaan. Wellicht wil de bollenboer meer beregenen dan dat de akkerbouwer wil, wellicht kijkt de bollenboer iets minder op onkruid dan de akkerbouwer zou willen, misschien zijn de bollen wel in iets te natte omstandigheden geplant? Dit zijn verschillen van opvattingen die de samenwerking in de weg kunnen zitten.”

Bovendien zijn verhuurders gebonden aan eisen van onder meer wetgeving en mogelijke afnemers. Van Vilsteren: “Het huren van een land is wat anders dan van bijvoorbeeld een parkeerplaats. Wat een bollenteler doet op een perceel heeft impact op onder meer de grond, de natuur en de omgeving.”

Het is belangrijk voor de bollenteelt dat er voldoende grond beschikbaar blijft. Het maken van goede onderlinge afspraken tussen huurder en verhuurder is daarbij een belangrijke stap. Daarom doet WUR onderzoek bij zowel huurders als verhuurders naar hun wensen en behoeftes. Op basis daarvan ontwikkelt WUR een tool voor de onderhandelingen. Zo’n tool kan bijvoorbeeld een checklist zijn, waarbij beide partijen voorafgaand aan de teelt kunnen aangeven welke thema’s ze belangrijk vinden om te bespreken. Dit kan gaan over water maar ook over de bestrijding van ziektes en plagen. Van Vilsteren: “Dit zorgt voor wederzijds begrip, voor duidelijke afspraken en voor een duidelijker beeld van ieders verantwoordelijkheden in de huurovereenkomst. Op deze manier blijft de teelt een win-win en de bodem gezonder!”

Het onderzoek naar samenwerkingen op huurland is onderdeel van de PPS ‘Bollen bodem aaltjes: integraal aangepakt’. Dit project wordt gefinancierd en ondersteund door Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en de partners KAVB, Stichting Bloembollenonderzoek, Anthos, CNB, Agrifirm, CAV Agrotheek, BO Akkerbouw, Bloembollenacademie, Greenport Noord-Holland Noord en Greenport Duin- & Bollenstreek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de kennisinstellingen Wageningen University & Research (BU Glastuinbouw & Bloembollen en BU Open Teelten) en Vertify i.s.m. de partners.