Project
Telemetrieonderzoek zangvogels
Veel vogelsoorten worden bedreigd. Zo zijn de aantallen spreeuwen en veldleeuweriken als broedvogel in Nederland sterk afgenomen door de intensivering van de landbouw. Daarnaast zijn beide soorten ook kwetsbaar voor aanvaringen met windturbines die ze tijdens de trek tegenkomen, zowel over land als over zee. Om vogelslachtoffers te vermijden is het belangrijk de belangrijkste vliegroutes in kaart te brengen en te weten op welke momenten de belangrijkste trekbewegingen plaatsvinden.
Wageningen Marine Research en Wageningen Environmental Research, in samenwerking met de ringbanen Vlieland en Castricum, voeren daarom telemetrieonderzoek uit naar deze soorten. Jaarlijks zenderen we zo’n dertig veldleeuweriken en dertig spreeuwen, en volgen we hun vliegbewegingen met het MOTUS-telemetrienetwerk. De voorlopige resultaten laten zien dat veldleeuweriken met name ’s nachts trekken en dat ze tijdens de trek vaak de kust volgen, hoewel er ook enkele dieren tijdens de voorjaartrek over de Duitse Bocht zijn gevlogen. Spreeuwen zijn gewoonlijk overdag actief en laten veel zwerfgedrag zien. Maar ze kunnen ook binnen een paar uur de Noordzee oversteken zodra de condities goed zijn.
Volgende stappen
We gebruiken de verzamelde gegevens voor de ontwikkeling van een model dat, op basis van de omgevingscondities (bijvoorbeeld temperatuur en windsnelheid), voorspelt op welk moment op welke locaties de meeste vliegactiviteit te verwachten is. Met deze informatie kunnen we exploitanten van windmolenparken en de Nederlandse overheid adviseren over het wel of niet geschikt zijn van bepaalde locaties voor nieuwe windparken. Daarnaast kunnen we aangeven wanneer windmolens beter niet in bedrijf kunnen zijn, omdat de kans op aanvaringen op die specifieke momenten zeer hoog is.