
Nieuws
De maaginhoud van stormvogels zegt veel over de plasticsoep in de Noordzee
Wageningen Marine Research monitort sinds 1980 hoeveel plastic er in de magen van aangespoelde stormvogels zit. Hun dieet geeft namelijk een goede indicatie van de plasticverzadiging van de Noordzee. Wat maakt deze zeevogel daar zo geschikt voor?
Marien ecoloog Susanne Kühn tilt een van de bananendozen uit de stellingkast in de hoek van haar kantoor. De stellage valt niet meteen op in de gezellige chaos van het voormalig klaslokaal, hier in de oude zeevaartschool van Den Helder. Kühn deelt de kamer met drie collega’s, elk in hun eigen hoek aan hun eigen bureau. Een enorme archiefkast doet dienst als kamerscherm, op een dienblad liggen petrischaaltjes met visbotjes te drogen. ‘Een echte wetenschapperskamer,’ zegt Kühn terwijl ze de bananendoos op een tafel zet. NETHERLANDS, staat er in markeerstift op het label.
Onder het kartonnen deksel komt een lading bewaarzakken vandaan. In de zakken zitten weer potjes, en in elk potje zitten stukjes plastic. Je herkent hier en daar nog een zakje of een netje, maar de meeste potjes bevatten enkel schilfers en splinters, in alle tinten bruin. Bij het plastic zit ook nog een geel labeltje met een landscode (NET), een jaartal en een nummer. Elk potje hoort namelijk bij één van de aangespoelde stormvogels die Kühn hier in Den Helder open heeft gesneden en onderzocht.

De maaginhoud van deze Noordse stormvogels dient sinds 2002 als een indicatie voor het plasticgehalte van de Noordzee. Kühn is sinds 2020 de eindverantwoordelijke van dit onderzoek, dat Wageningen Marine Research uitvoert in opdracht van de EU en Europees samenwerkingsverband OSPAR. Ze praat met gelijke delen medelijden en fascinatie over haar vogels. Het is triest dat ze dood zijn, maar de stormvogels dragen ook ‘belangrijke flessenpost’ met zich mee.
De stormvogeldrempelwaarde
Jan Andries van Franeker, de voorganger van Kühn, deed al in de jaren tachtig biologisch onderzoek onder zeevogels. ‘Jan begon een patroon te zien: stormvogels hadden heel vaak plastic in hun ingewanden,’ vertelt Kühn. ‘Niet alleen bij stormvogels uit de Noordzee viel hem dat op. Ook bij stormvogels uit Antarctica, waar hij ecologisch onderzoek deed.’ Op Van Franekers aanbeveling is toen het monitoringsproject opgestart. ‘Het hielp dat de plastic soep in de oceaan inmiddels op de internationale agenda stond.’
Per jaar mag tien procent van de stormvogels méér dan 0,1 gram plastic in hun maag hebben.
Voor een goede steekproef moeten er gemiddeld veertig Noordse stormvogels per jaar worden onderzocht. ‘Per jaar wisselt het hoeveel stormvogels er aanspoelen. We weten niet precies waarom.’ In 2021 onderzocht Kühn 14 stormvogels, in 2022 waren dat 66. Het rapport van 2023 is gebaseerd op 26 vogels. Kühn bepaalt de gezondheid van de Noordzee – op het gebied van plastic althans – door te kijken welk percentage van de onderzochte stormvogels plastic in hun maag heeft en hoeveel. Dat percentage wordt afgezet tegen de zogenoemde “stormvogeldrempelwaarde” die door de EU is opgesteld: de Fulmar Threshold-Value.
‘Per jaar mag 10 procent van de stormvogels méér dan 0,1 gram plastic in hun maag hebben,’ legt Kühn uit. ‘In 2023 overschreed 58 procent van de vogels die drempelwaarde.’ Omdat er dat jaar eigenlijk te weinig exemplaren zijn gecontroleerd, kijkt Kühn liever naar het gemiddelde over vijf jaar. ‘Van 2019 tot 2023 heb ik 231 vogels onderzocht. 53 procent had teveel plastic in hun maag.’
Dus het gaat slecht met de Noordzee? ‘Ja en nee. Het plasticpercentage gaat de laatste twintig jaar wel naar beneden, gemiddeld gezien, maar bij dit tempo wordt de drempelwaarde pas in 2087 gehaald.’
Vrijwilligers met vogels in hun vriezer
Terwijl Kühn een van de vriezers in de koelruimte openmaakt, legt ze uit waar de stormvogels die ze onderzoekt eigenlijk vandaan komen. ‘Zelf raap ik natuurlijk ook vogels, zeker als die op het strand van Texel aanspoelen, waar ik woon. Maar een groot deel van de exemplaren wordt verzameld door vrijwilligers, die komen bijvoorbeeld een vogel tegen tijdens het strandjutten. Ik hou ook waarneming.nl in de gaten, daar loggen hobbyisten niet alleen welke levende vogels ze hebben gezien, maar soms ook dode. Ik stuur zo’n gebruiker dan meteen een berichtje, om te zien of ze de vogel misschien nog mee kunnen nemen.’

Kühn tilt een grote opbergbak uit de koeling. Als ze het deksel licht, onthult ze ongeveer tien pakketjes ten grootte van een rugbybal. Elk pakketje is een diepgevroren stormvogel, gewikkeld in een plastic zak. Het exemplaar dat Kühn optilt is doorzichtig en bedrukt met het logo van AC/DC. Ze weet meteen welke persoon uit haar netwerk deze vogel heeft opgepakt – en dat netwerk is niet klein. Langs de gehele kust van Nederland, en ook op de eilanden, bewaren vrijwilligers stormvogels in hun vriezer tot Kühn een manier heeft gevonden om de pakketjes naar Den Helder te halen. ‘Als er een collega naar Zeeland afreist, vraag ik of ze ook een vogel mee terug nemen.’
Het grootste deel van de vogels wordt geraapt door mensen die dat al heel lang doen.
Sinds 2021 is er een korte instructievideo die laat zien hoe je een dode stormvogel op moet pakken. ‘Die is voor nieuwe vrijwilligers. Het grootste deel van de vogels wordt geraapt door mensen die dat al heel lang doen. Zonder hen zou dit onderzoek er niet kunnen zijn.’
Stormvogels als indicatiesoort
In de snijkamer laat Kühn een opengesneden stormvogel zien. Ze legt het dier op de stalen tafel, onder de ventilatie-installatie. Er gaapt een groot gat in de borstkas van de vogel. De magen die daar zaten, liggen op een servet: twee leeggelopen ballonnen. Kühn laat met wijs- en middelvinger zien hoe ver het dier zijn snavel kan opensperren. ‘Ze happen flinke vissen uit zee en slikken die in hun geheel door.’ Die maaltijd komt eerst in de kliermaag terecht – veruit de grootste van de twee ballonnen. Daar wordt het voedsel verteerd. ‘De overgebleven botten schuiven door naar de veel kleinere spiermaag, en worden daar fijngemalen’

Dat spijsverteringssysteem is één van de eigenschappen die de stormvogel zo geschikt maakt als indicatiesoort. ‘Meeuwen die plastic opeten, braken dat al snel weer uit. Stormvogels niet. Het plastic dat zij doorslikken legt dezelfde weg af als de vissenbotten.’ Daarbij komt ook nog dat stormvogels hun hele leven op zee doorbrengen. ‘Het zijn eigenlijk kleine albatrossen,’ zegt Kühn terwijl ze de grote vleugels van het exemplaar op de snijtafel uitspreid. ‘Ze zweven boven het water. Daar halen ze alles wat ze eten, dus ook het plastic.’
Met hun grote bek kunnen stormvogels dus behoorlijk grote stukken plastic doorslikken, maar het meeste dat Kühn aantreft is al fijngemalen. Om ook de allerkleinste fragmentjes te verzamelen, worden de magen uitgespoeld boven een filter. ‘Ik pik het plastic eruit met een pincet en leg het samen met de andere stukjes te drogen op een petrischaaltje.’
Plastic sorteren en wegen
Om het plastic te sorteren is een microscoop nodig. ‘We scheiden plastic van organisch materiaal, en sorteren het plastic weer op soort,’ vertelt Kühn. Voor de EU wordt het plastic in twee categorieën onderverdeeld. Allereerst zijn er de pellets, kleine korrels waarvan plastic producten worden gemaakt. Daarnaast is er gebruikersplastic, eigenlijk een soort overige-categorie. Op eigen initiatief brengen de wetenschappers nog een verdere schifting aan. ‘We geloven dat die data ons op termijn nog meer te vertellen hebben.’
Plastic pellets kwamen vroeger via het riool het zeewater in.
Het gecategoriseerde plastic wordt dan nog gewogen. Begin jaren nul ging het ongeveer gelijk op tussen de pellets en het gebruikersplastic. Inmiddels gaat het beter met de pellets. Dat wil zeggen: die hebben een steeds kleiner aandeel in het totaalgewicht aan plastic in stormvogelmagen. ‘Pellets kwamen vroeger via het riool het zeewater in. In de laatste twintig jaar lijkt de industrie zich sterker bewust van de verliezen die ze daar leden. Het gaat immers om grondstoffen die ze wegspoelen.’ Het aandeel gebruikersplastic neemt minder snel af: dat is sinds de jaren negentig stabiel.
De samenstelling van het gebruikersplastic heeft Kühn wel zien veranderen. ‘Ballonnen, bijvoorbeeld. Die tref ik minder vaak aan. Daar is een vrij simpele verklaring voor: onder druk van de maatschappij hebben eigenlijk alle kustgemeentes inmiddels een verbod op het oplaten van ballonnen.’
Alles over de Noordzee
Nederland is niet de enige Europese lidstaat die de stormvogel in de gaten houdt. Alle Noordzeelanden monitoren hun kust. Om de vijf jaar verwerkt Kühn de gezamenlijke resultaten in een overzichtsrapport. ‘Ik schrijf op dit moment aan de beoordeling van 2019 tot en met 2023.’ Toch kan ze alvast een tipje van de sluier oplichten. ‘De laatste drie jaar stagneert de afname van het plasticgehalte in de Nederlandse stormvogels, terwijl die in Engeland en Duitsland doorzet. Het is nog moeilijk om te zeggen waarom dat zou kunnen zijn, maar het is wel een opvallend verschil.’ Zo blijft de stormvogel zich bewijzen, mede dankzij de wetenschappers die trouw hun flessenpost blijven lezen.
Aan het einde van het interview haalt Kühn een opgezette stormvogel uit een papieren zak. Anders dan zijn opengesneden soortgenoot ontbreekt er aan dit exemplaar geen veertje, lijkt het, maar dat is niet waarom Kühn het dier mee heeft genomen. Het gaat haar om de geur. ‘Je ruikt de zee in hun veren,’ vertelt ze. Bij de vogel op de snijtafel overheerste de geur van ontbinding, maar Kühn heeft gelijk: tussen de veren van deze stormvogel zit de zilte, mosselachtige geur van de Noordzee. De geur van het water en van de wind die eroverheen waait.
