Blog
Blog 9: Voor de laatste keer veldwerk op Marker Wadden, door Hymke Meijer
Daar gaan we dan, voor de laatste keer naar Marker Wadden voor veldwerk. Door het slechte weer van vorige week gaan we een weekje later dan gepland. Dat komt mooi uit, want de lucht is blauw en er schijnt een heerlijk zonnetje nu!
Om tien uur vertrekken we vanuit de Bataviahaven met een grote groep! Bess Hovers is als nieuwe stagiair mee; zij zal zich de komende periode verdiepen in achtergronden en wetenschappelijke onderbouwing van allerlei beheerskeuzes, die gemaakt moeten worden bij de aanleg en het onderhoud van de eilanden. Astrid Smit is mee voor een reportage voor ‘De Levende Natuur’ waarin een special over Marker Wadden uitkomt, en ook Flos Fleischer (Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk) is deze keer te gast. De boot zit vaak ook vol met vrijwilligers van Natuurmonumenten die van alles op het eiland regelen, en zo ook deze keer.
Zegentrekken op andere eilanden
Bij aankomst natuurlijk even een bakje koffie gedronken, en een gedetailleerder plan gemaakt. Een heel leuk plan! We zijn dit keer naar de andere eilanden gevaren, om daar potentiële fuikplekken voor volgend jaar te bekijken. En ook om wat zegentrekken te doen, om de ontwikkelingen op de natuureilanden te vergelijken met de ontwikkelingen op het hoofdeiland waar we ons meeste veldwerk dit seizoen hebben gedaan. De vogels die gewoonlijk op de andere eilanden broeden zijn nu vertrokken, dus het is een mooie tijd om zonder verstoring even de boel te verkennen. De boottocht naar de eilanden toe was al erg mooi. Hier en daar wel wat ondiep, maar we kwamen er gelukkig goed doorheen met de boot.
De eerste zegentrekken leverden vooral veel zwartbekgrondels en Kaukasische dwerggrondels op. Niet zo’n gek beeld voor het najaar, veel andere vissoorten zijn waarschijnlijk al naar het open water vertrokken terwijl de grondels graag in ondiepe delen blijven.
Terug op hoofdeiland
Terug op het hoofdeiland hadden we bij compartiment A3 wel weer een vangst van een hoop blankvoorn, alver, pos en baars. Deze hebben we snel opgemeten en toen was het voor mij alweer tijd om het eiland te verlaten. De anderen bleven nog om de fuiken uit te zetten en te legen. ’s Avonds en de volgende ochtend waren er weer her en der grote zilverreigers en lepelaars aan het foerageren, meer dan we in de zomermaanden hadden gezien. Een grote zilverreiger werkte een zo te zien al dode aal van circa zestig centimeter naar binnen.
De fuikvangsten lieten een typisch septemberbeeld zien: veel jonge vissen zoals snoekbaars hadden de eilanden al verlaten en waren naar dieper water getrokken. De vissen die zich nog wel op en rond de eilanden bevonden waren, behalve kleine grondels, ook nog heel wat jonge blankvoorns en baars van circa zeven centimeter waar de vogels op af kwamen, en verder pos en een enkele karper en rietvoorn.
Iedereen bedankt!
Het is jammer dat het er voor nu op zit. Ik heb net zoals mijn medestudenten Gijs, Cédulie en Rosa zo genoten van deze plek en het veldwerk. Daarom wil ik ook iedereen die dat mogelijk heeft gemaakt bedanken daarvoor! Niet alleen Joep en Joey, maar ook de medewerkers en vrijwilligers van Natuurmonumenten voor hun gastvrijheid op het eiland.
Niet te vergeten, ook bedankt aan de lezers voor de interesse in ons werk. We vonden het heel leuk om dit met jullie te mogen delen en hopen dat jullie er ook nog iets van hebben opgestoken!