Nieuws
Ontwerpatelier De Marke: hoe ziet De Marke eruit in 2050?
Welke uitdagingen spelen er op dit moment? Wat zijn knelpunten en wat zijn de kansen? Welke doelen zijn er voor een toekomstig melkveebedrijf op zandgrond? Wat moet er gebeuren om deze doelen te behalen? Hoe ziet Agro-innovatiecentrum De Marke er in de toekomst uit? Al deze vragen kwamen aan bod tijdens een driedaagse workshop met diverse stakeholders op De Marke.
Agro-innovatiecentrum De Marke is volop in ontwikkeling. De gebouwen van De Marke zijn na 30 jaar echter aan vernieuwing toe. Dat biedt een mooie gelegenheid om na te denken over welke inrichting van De Marke nodig is om te kunnen onderzoeken hoe melkveehouderij in de toekomst netto positief kan bijdragen aan boer, maatschappij en milieu.
Het TIFN Regeneratieve Landbouw-project heeft tot doel een onderbouwde situatieschets voor 2050 te ontwikkelen voor de grondgebonden landbouwsectoren in Nederland, met een focus op akkerbouw en melkveehouderij, waarbij het gebruik van het ecosysteem (bodem, water en biodiversiteit) in balans is met de teruggave. Een van de werkpakketten richt zich op het ontwerpen en modelleren van toekomstscenario’s voor een concrete regio, rekening houdend met de specifieke context en uitdagingen die daar aan het systeem worden gesteld. Voor het uitwerken van de casus op de zandgronden is vanuit het project de samenwerking met Agro-innovatiecentrum de Marke aangegaan.
Ontwerpatelier
De eerste dag stond in het teken van kennismaking en ophalen van knelpunten en kansen. Daarna hebben we gezamenlijk de doelen bepaald voor het ontwerp. Het hoofddoel van het systeem in werking is het produceren van gezonde, veilige melk en andere producten, op een maatschappelijk gewenste, energie- en klimaat neutrale manier, die bestendig is tegen extreme weersomstandigheden, waarbij de kringloop – inclusief de mens – helemaal is gesloten, met een positief effect op natuur (biodiversiteit), bodem- en waterkwaliteit, een waardig leven voor de koe en arbeidsplezier en voldoende inkomen voor de boer. Daarnaast wordt er door ontwikkeling en uitwisseling van kennis een doorlopend lerend systeem gerealiseerd, waarin transparantie en vertrouwen bestaat tussen boeren, ketenpartijen, overheid en consumenten. Bovendien is het systeem flexibel aan te passen aan veranderende omstandigheden.
De tweede dag hebben we per doel geïnventariseerd welke functies of processen op het bedrijf bepalend zijn voor het al dan niet behalen van dat doel. Functies beschrijven wat er moet gebeuren op het bedrijf, maar nog niet hoe. Daarna hebben we voor de belangrijkste gekozen functie gebrainstormd over de mogelijke oplossingen (hoe).
Op de derde dag zijn vier groepen samengesteld, die elk een ontwerpscenario hebben uitgewerkt, met elk een andere uitgangspunt: lokale productie versus wereldmarkt en oplossingen met technologische focus versus meer natuurlijke oplossingen. Als we kijken naar de vier ontwerpscenario’s, dan zien we veel overeenkomsten. Zo ligt er in alle scenario’s veel nadruk op organische stof opbouw en vasthouden van nutriënten en water in de bodem. Alle scenario’s voorzien ook in het voortzetten van de belangrijke rol die De Marke heeft in het samen leren met ondernemers en andere partijen in de omgeving over effecten van keuzes in management op de prestaties van het bedrijf. Op andere vlakken loopt de insteek nogal uiteen, bijvoorbeeld voor hoe de mest op te vangen en te verwerken.
Hoe nu verder?
Tijdens de workshops was een tekenaar aanwezig, hij gaat de ontwerpscenario’s verder visueel uitwerken. Het projectteam verwerkt alle uitkomsten en deelt de resultaten met de deelnemers. De Marke gaat, samen met experts, boeren en andere stakeholders de beste ideeën uit deze workshops en andere projecten samenvoegen tot een nieuwe aanpak: De Marke 2.0. Binnenkort komt het projectteam dat verantwoordelijk is voor deze vernieuwing bij elkaar om de aanpak en het gewenste tijdspad te bepalen.