Rot
Provincie | Gelderland |
---|---|
Ligging | Winterswijk |
Coordinaten | 247.3-438.9 |
Hoogte tov NAP | 40 tot 48 m |
Oppervlakte | 19.3 ha |
Eigenaar/beheerder | Staatsbosbeheer |
Bijzondere status | Natura2000 |
Jaar van aanwijzing | 1997 |
Delen beheerd tot | 1995 |
FGR | Hogere Zandgronden |
Fysiotoop | keileemopduiking; lemig dekzand; dekzand op leem |
PNV | Vochtig Wintereiken-Beukenbos |
Bosreservaat Het Rot is met zijn huidige omvang al herkenbaar op oude kaarten. De huidige generatie bos is rond 1880 aangelegd met wintereik en beuk. In menging wordt wintereik langzaam door beuk weggeconcurreerd. Waar wintereik nog domineert, komt een kruidlaag voor met verschillende bosrelictsoorten als adelaarsvaren en de bramen Rubus pedemontanus, Rubus loerhii en Rubus iuvensis. Daarnaast zijn verspreid dalkruid, bosviooltje en enkele mispels aan te treffen. Opvallend is dat de bijzondere soorten vrijwel alleen nog voorkomen langs de infrastructuur in het bos: het oude toegangspad, de oude boswallen en de oevers van het beekje dat het bosreservaat doorkruist.
Door de stagnatie van regenwater op de ondiep voorkomende keileemlaag, is de beworteling van met name de oude beuken oppervlakkig. Dit maakt ze stormgevoelig. In de randen van de stormgaten, in de beschutting van naburige beuken, vindt verjonging van hulst plaats.