Mattemburgh
Provincie | Noord-Brabant |
---|---|
Ligging | Woensdrecht |
Coordinaten | 81.0-385.5 |
Hoogte tov NAP | 10 tot 15 m |
Oppervlakte | 105.7 ha |
Eigenaar/beheerder | Stichting het Noord-Brabants Landschap |
Bijzondere status | |
Jaar van aanwijzing | 1997 |
Delen beheerd tot | 1850 |
FGR | Hogere Zandgronden |
Fysiotoop | landduinen; forten en overstoven laagten; uitgestoven laagten; lemig dekzand, dekzand op leem |
PNV | Droog Wintereiken-Beukenbos |
Het bosreservaat is een onderdeel van een groter landgoed en bestaat uit een eerste generatie bos met grove den, aangelegd in de periode tussen 1840 en 1880. Onder de boomlaag van oude, grove dennen heeft zich een tweede laag met zomereik gevestigd. Verspreid in het bos komen beuk, zeeden en tamme kastanje voor.
De centrale hoofddreef die vanuit het landhuis oostwaarts liep, is beplant met eiken en rododendrons, die van hier uit verder het bos koloniseren.
In het zuiden grenst het bosreservaat aan een klein perceel ouder bos, dat als bron dient voor verspreid voorkomend dalkruid en adelaarsvaren.
In het bosreservaat ligt een ven, het Bloempjesven.
Het reservaat is bijzonder, omdat er na de bosaanleg geen beheersingrepen meer hebben plaatsgevonden. Het reservaat heeft dus een lange duur van spontane ontwikkeling. Dit is onder andere zichtbaar in de grote hoeveelheid dood hout. Brede stekelvaren is een soort die hiervan profiteert. Daarnaast komt veel bochtige smele voor. Het voorkomen van bosrelictsoorten als adelaarsvaren en dalkruid, wijst op oudere boselementen die in de heide moeten zijn voorgekomen ten tijden van de bosaanleg.