Nieuws

Visserij in Cijfers 2023: kottervisserij ziet weinig verbetering, dit jaar weer verlies

article_published_on_label
21 september 2023

De Nederlandse kottervisserij lijdt over de eerste helft van dit jaar een verlies van naar schatting meer dan 12 miljoen euro (vorig jaar 19 miljoen euro). Bijna alle vistechnieken zijn gemiddeld verliesgevend geweest. In de garnalenvisserij ging het slecht. Deze vissers maakten 7 miljoen euro verlies. Boomkor op platvis leed 4 miljoen euro verlies. Alleen de flyshootvisserij op mul en inktvis behaalde een positief resultaat van 1 miljoen euro.

Brandstofprijzen

De belangrijkste oorzaak van het verlies in de kottervisserij is nog steeds de hoge brandstofprijs. De prijs is wel iets gedaald naar gemiddeld 0,78 euro/liter. Deze was 0,94 euro/liter in het eerste halfjaar van 2022. Met name de grotere boomkorschepen hadden te lijden onder die hoge brandstofkosten. Andere kosten namen ook verder toe zoals die voor onderhoud en reparatie van de schepen.

Minder inzet, aanvoer en opbrengst

De inzet van kotters is in het eerste halfjaar van 2023 11% lager geweest ten opzichte van dezelfde periode 2022. Dat was een jaar waarin de inzet ook al met 16% was teruggelopen ten opzichte van 2021. De aanvoer van vis en garnalen is met 2,2 miljoen kg teruggelopen met 12% minder dan een jaar eerder. Het totaal volume vis en garnalen kwam uit op bijna 16 miljoen kilo tegenover iets meer dan 18 miljoen kilo in het eerste half jaar van 2022. De opbrengst was 82,5 miljoen euro en in 2022 was dit nog 95,5 miljoen euro. De kottervisserij leed in de eerste helft van dit jaar 12 miljoen euro verlies. In 2022 was dat zelfs 19 miljoen euro.

Sanering

Een groot aantal platviskotters heeft dit jaar niet meer gevist omdat de visserij niet rendabel was of omdat er gewacht werd op de afwikkeling van de in 2022 ingezette saneringsregeling om de kotter naar de sloop te brengen. Ruim een maand geleden zijn de saneringsaanvragen van 54 kotters goedgekeurd. De schepen zijn inmiddels gesloopt, of in ieder geval volgens de regels onklaar gemaakt en komen niet meer terug in de vloot.

Visprijzen

De gemiddelde prijs van garnalen daalde begin dit jaar en lag in de eerstehelft van dit jaar ruim 90 eurocent lager dan in dezelfde periode van 2022, terwijl de aanvoer van garnalen teruggelopen is. De prijzen voor vis op de visafslagen stegen juist. De gemiddelde kiloprijzen bij de afslag voor tong, schol en inktvis kwamen uit op respectievelijk 17,28 euro (+17%), 2,75 euro (+5%) en 12,02 euro (+16%). De prijs voor mul daalde naar 7,82 euro (-15%).

Zuiniger met energie lukt nog niet

De gemiddelde gasolieprijs lag de eerste helft van dit jaar op 0,78 euro/liter. Dit is een verlaging van bijna 17% ten opzichte van 2022. Maar bedenk dat in dat jaar de prijs van gasolie al bijna 100% gestegen was. De visserij blijft onrendabel, ook nu de gasolieprijs is gedaald. Alternatieve of zuinigere visserijmethoden zijn er momenteel niet en innovatie is een langdurig proces. De Nederlandse visserijvloot is momenteel niet in staat om in korte tijd te transformeren naar een vloot met bijvoorbeeld andere vormen van voortstuwing of drastisch minder energieverbruik. De urgentie is hoog om andere businessmodellen te ontwikkelen.

In 2022 was de kottervisserij al verliesgevend

Het gehele jaar 2022 liet voor de kotters een verlies van 6 miljoen euro zien. In voorgaande jaren 2019, 2020 en 2021 waren de resultaten nog positief, respectievelijk 9, 5 en 4 miljoen euro. In de kottervisserij worden opvarende vissers uitbetaald via een deelloonsysteem. Hierbij delen zij in de netto-opbrengst nadat de kosten zijn betaald uit de visserij opbrengst. De kosten bepalen in belangrijke mate dus de hoogte van het inkomen van de vissers als zelfstandige ondernemers. Hoge kosten zorgen daarmee voor dalende inkomens.

Onzekere toekomst

Noordzeevis is niet meer de dominante grondstof voor visverwerkende en handelsbedrijven. Met name in de kottervisserij is de aanvoer van vis drastisch omlaaggegaan omdat de inzet en de omvang van de vloot kleiner geworden is.

De teruglopende aanvoer van vis uit de Noordzee blijft zorgelijk. Het aandeel van Noordzeevis gevangen door Nederlandse vissers die in de keten wordt verwerkt en verhandeld neemt in een hoog tempo af. Door de sanering van een groep met name grote kotters komt er minder vis binnen aan wal. Dit dwingt visafslagen en handels- en verwerkingsbedrijven die afhankelijk zijn van Noordzeevis om alternatieve grondstoffen te zoeken zodat zij vis kunnen blijven verwerken en verhandelen.

Vooral in de garnalenvisserij heerst grote onzekerheid. Er ontbreekt perspectief om te kunnen investeren in verduurzaming en het weer rendabel maken van de visserij. Garnalenvissers moeten aantoonbaar en binnen afzienbare tijd binnen de bepaalde stikstofnormen blijven om nog een vergunning vanuit de Wet natuurbescherming te kunnen krijgen. Deze vergunning is nodig om te mogen vissen in Natura-2000 gebieden zoals langs de kust en in de Waddenzee. Daarnaast is er discussie gaande over de bodemvisserij.

Mosselaanvoer weer terug bij af

De aanvoer van mosselen in het seizoen 2022/2023 was met 28 miljoen kg historisch laag. Deze was 5 miljoen kg minder dan in het vorige seizoen, waarin de aanvoer ook al laag was.

De gemiddelde mosselprijs daalde naar 1,80 euro per kilo en dat is 8% minder ten opzichte van het seizoen ervoor. Door die lagere prijs en verminderde aanvoer kwam de waarde van geoogste mosselen uit op 51 miljoen euro tegenover 66 miljoen euro in het vorige seizoen. In het seizoen 2021/2022 werd nog een positief resultaat van 23 miljoen euro behaald. Nu zal dat naar schatting uitkomen tussen de 5 en 8 miljoen euro.

De mosselsector ontwikkelt alternatieve vangsttechnieken voor het invangen van mosselzaad. Dit zaad dient als grondstof voor de verdere uitgroei en kweek van dit schelpdier. Er wordt minder op mosselzaad gevist tegenwoordig. Mosselzaadinvanginstallalaties (MZI’s) bieden een alternatief voor het opvissen.

Met deze installaties wordt mosselzaad ingevangen zonder bodemberoering. Tot 2029 moet de visserij op zaad namelijk geleidelijk worden afgebouwd waarna alleen nog met MZI’s zaad mag worden ingevangen. Dit vergt meer arbeidsinspanning en brengt hogere kosten en investeringen met zich mee.

De handel in vis groeit, maar niet door Noordzeevis

De Nederlandse visverwerkings-en handelsbedrijven wisten ondanks de dalende aanvoer van verse Noordzeevis toch groei te realiseren. Visproducten zoals gekweekte zalm uit Noorwegen, witvis zoals kabeljauw uit IJsland en gekweekte tropische garnalen uit Azië worden in grote volumes geïmporteerd om in Nederland verwerkt en verhandeld te worden.

De visverwerkende bedrijven zetten steeds meer in op deze niet-Noordzeevis. Het risico bestaat daarbij dat Nederland wel investeert in de verduurzaming en het behouden van een visserijvloot maar niet in de verwerkende keten van Noordzeevis. Een mogelijk gevolg in de toekomst daarvan kan zijn dat de vangsten weer toenemen, maar dat efficiënte visverwerking van verse Noordzeevis niet meer mogelijk is in Nederland.

Mondiale vraag naar vis neemt toe

De export van vis vanuit Nederland groeide verder tot een waarde van 6,3 miljard euro in 2022 (+19% ten opzichte van 2021). Van de export aan vis, schaal-en schelpdieren (in euro) was 80% bestemd voor de interne EU-markt. De top-5 belangrijkste afnemers (in euro) van visproducten uit Nederland waren Duitsland, Frankrijk, België, Spanje en Italië. Voor diepgevroren pelagische vis zoals haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting zijn met name Nigeria en Egypte belangrijke afzetlanden.

Doordat een deel van de Nederlandse kottervloot gebruikt heeft gemaakt van de saneringsregeling, zal de aanvoer en daarmee het aanbod van verse Noordzeevis vermoedelijk verder dalen. Dit terwijl de vraag naar visproducten wereldwijd stijgt.

Nederlandse visverwerkende en handelsbedrijven zullen meer gaan importeren om aan de vraag te kunnen voldoen. De totale importwaarde nam met 22% toe tot 5,1 miljard euro in 2021-2022. De waarde van de import is gestegen omdat vis duurder is geworden en er meer premium visproducten zoals zalm voor verwerking en handel worden ingevoerd.

De import van vis nam in volume toe met 1% (1,1 miljard kg). Steeds meer vis komt de laatste jaren uit niet EU-landen. De waarde hiervan is in 2022 zelfs gestegen tot 58% van de totale importwaarde. Nederlandse bedrijven importeren steeds vaker rechtstreeks uit vis producerende landen. Hierdoor kunnen zij betere financiële marges realiseren. Wel wordt Nederland door deze ontwikkelingen afhankelijker van vis uit niet EU-landen en daarmee kwetsbaarder.

Ook van kweekvis (aquacultuur) wordt groei verwacht om te kunnen voldoen aan de mondiale stijgende vraag naar vis. Niet alleen de prijzen van de kweekvis zelf, zoals zalm zijn sterk gestegen. Ook het voer voor de viskweek, gemaakt van grotendeels wild gevangen vis, soja en andere plantaardige delen is prijzig door de groeiende vraag.

Turbulente tijden door snel opeenvolgende veranderingen

Na de ingrijpende ontwikkelingen van de COVID-19 pandemie en Brexit zorgt nu de oorlog in Oekraïne voor sterk gestegen energieprijzen en inflatie. Visverwerkende bedrijven met veel koelcellen en diepvrieslijnen hebben te maken met sterk gestegen productiekosten. Deze gestegen kosten berekenen de bedrijven in de keten uiteindelijk grotendeels door aan de kopers. Dit zou supermarkten en consumenten ertoe kunnen bewegen alternatieve eiwitbronnen te kiezen zoals kip in plaats van vis.

Ook staat de handelsrelatie tussen de EU en Rusland onder druk door de oorlog in Oekraïne. De EU, waaronder Nederland, importeert met name witvis zoals koolvis en kabeljauw uit Rusland om producten zoals kibbeling te maken.