Longread

Transitiekunde biedt handvatten voor échte verandering in landelijk gebied


Het landelijk gebied staat voor grote opgaven. Er moet wat veranderen aan de manier waarop we omgaan met natuur, water en bodem. Inzichten uit de transitiekunde kunnen beleidsmakers handvatten bieden om die verandering écht aan te pakken: met de blik op de langere termijn.

Boze boeren op trekkers, een gestrand landbouwakkoord en een stikstofcrisis: we lijken in een impasse te zitten. Wetenschappers waarschuwen dat de kwaliteit van onze natuur en het water achteruit gaan. Europees natuurbeleid, waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft omdat natuurbescherming ook voor Nederland belangrijk is, dwingen ons om daar wat aan te doen.

Niemand zal ontkennen dat het landelijk gebied voor grote uitdagingen staat. Er moet wat veranderen aan de manier waarop we omgaan met natuur, water en bodem. Het woord transitie valt vaak in beleid over het landelijk gebied, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied (PPLGs) en de kamerbrief Water Bodem Sturend (BWS). Maar wat betekent die transitie precies?

Wat moet je doen om een transitie te laten slagen?

  • Zet gezamenlijk een stip op de horizon voor een wenkend perspectief
  • Erken de pijn en verliezers, maak taboes bespreekbaar
  • Accepteer onzekerheid
  • Toon moed en leiderschap om moeilijke keuzes te maken

Wageningse wetenschappers analyseerden de manier waarop er in dat beleid over transitie wordt geschreven, en vergeleken dat met de inzichten uit de wetenschappelijke literatuur over transities. Dat leverde waardevolle inzichten op.

‘Het blijkt dat het woord transitie vaak gebruikt wordt in beleid’, zegt Nina de Roo, onderzoeker bij Wageningen University and Research, die het onderzoeksproject leidt. ‘In beleid wordt ook wel gesteld dat er een fundamentele verandering nodig is, een koersverandering. Maar wat precies onder een transitie verstaan wordt, of hoe die in gang gezet kan worden, wordt niet goed uitgewerkt in beleidsdocumenten’, zegt De Roo. ‘Dat is jammer, want de transitiekunde biedt wel degelijk handvatten voor beleidsmakers.’ Transitiedenken is een opkomende en populaire manier om echt ingewikkelde problemen aan te pakken. Denken in termen van transitie kan helpen in het proces, denken de onderzoekers.

Credits: Marieke van der Velden, www.eyeopeners.eu

Meer dan een kleine aanpassing

In de wetenschappelijke literatuur wordt een transitie gezien als een lange termijn verandering die op technologisch, organisatorisch en sociaal-economisch gebied veel voeten in de aarde heeft. Transities werken door in het gedrag van grote groepen mensen, de bedrijfsvoering van kleine en grote bedrijven, maar ook in overheidsbeleid en in wetten en regels. Tegelijkertijd worden transities gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid, controverse en weerstand vanuit de maatschappij. ‘In de beleidsstukken die wij geanalyseerd hebben wordt het woord transitie wel 188 keer genoemd in de acht geanalyseerde documenten, maar het wordt vaak gebruikt als synoniem voor verandering’, zegt De Roo. ‘Als je kijkt naar het type maatregelen dat vervolgens voorgesteld wordt, blijkt het vooral te gaan om maatregelen die het bestaande systeem optimaliseren. Dat is iets anders dan een echte transitie. Sterker nog, ze kunnen een echte transitie juist in de weg zitten.’

Credits: Marieke van der Velden, www.eyeopeners.eu

Een bekend voorbeeld van een transitie is de energietransitie: gedurende meerdere decennia gaan we over van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen. Dit vraagt om ingrijpende veranderingen in ons gedrag: hoe we ons bewegen, onze huizen verwarmen en hoe we werken. Er is veel ondersteunende infrastructuur en nieuwe wetgeving voor nodig.

De transities die nodig zijn in het landelijk gebied zijn nog ingrijpender dan de energietransitie, zegt Sandra van Liere, senior projectleider bij Wageningen Economic Research. ‘Het gaat niet om een paar kleine aanpassingen, maar om een fundamentele verandering. In het landelijk gebied zijn verschillende belangen en functies die elkaar soms bijten en die bovendien politiek gevoelig liggen. Denk bijvoorbeeld aan intensieve landbouw, natuur, en wonen. Dat maakt het ingewikkeld.’ Er moet niet te licht gedacht worden over transities in het landelijk gebied. De vorige transitie in het landelijk gebied - de ruilverkavelingen, die in veel opzichten simpeler was dan de huidige transitie(s) - heeft decennia gekost en veel voeten in de aarde gehad. ‘Het vraagt een andere aanvliegroute dan wat veel beleidsmakers gewend zijn als ze een nieuwe beleidsvisie voor de komende vier jaar maken.’

Credits: Marieke van der Velden, www.eyeopeners.eu

Stip op de horizon

Wat zijn de belangrijkste handvatten die transitiekunde te bieden heeft aan beleidsmakers? In de eerste plaats is het belangrijk dat betrokkenen een gezamenlijke toekomstvisie creëren. De Roo: ‘Een stip op de horizon, met een wenkend perspectief ver in de toekomst, geeft de mentale ruimte om even los te laten wat op dit moment in de weg lijkt te zitten. Het creëert ook het noodzakelijke draagvlak onder stakeholders.’ Als een lange termijn visie ontbreekt, wordt vaker gekozen voor korte termijn oplossingen die uitgaan van de bestaande situatie en dat proberen te optimaliseren. Het risico daarvan is dat je in een zogenaamde lock-in terecht komt: een oplossing die gezien vanuit de huidige situatie een logische verbetering lijkt, maar die op de langere termijn belemmerend werkt voor meer radicale verandering.

De beleidsanalyse liet zien dat het overgrote deel van de voorgestelde maatregelen korte termijn verbeteringen zijn die gebaseerd zijn op de huidige situatie. De Roo: ‘Het gaat vaak om technische verbeteringen en kleine aanpassingen van bestaande praktijken. Die kunnen heel belangrijk zijn. Maar daarmee bereik je nog geen transitie.’ Een voorbeeld hiervan is investeren in emissiearme stallen. Dit is een behoorlijke investering voor agrariërs. Zij zullen hierdoor niet in staat zijn andere investeringen te doen die wel bijdragen aan de transitie.

Credits: Marieke van der Velden, www.eyeopeners.eu

Gemeenschappelijke basis

In praktijk blijkt hoe een stip op de horizon kan werken, vertelt Van Liere. Ze werkt aan een project in Waterland-Oost, een landelijke regio net ten noorden van Amsterdam. In het veenweidegebied wordt op dit moment het waterpeil laag gehouden om melkveehouderij mogelijk te maken. Samen met boeren, waterschap en overheden kijken de onderzoekers naar wat in dit gebied nodig is voor een klimaat- en waterrobuuste toekomst tot na 2050.

Van Liere: ‘Zodra er overeenstemming was over de belangrijkste opgaven in het gebied, zoals het tegengaan van bodemdaling en het bewaken van de waterkwaliteit, ontstond er een gemeenschappelijke basis om te praten over de lange termijn. Er werden plaatjes geschetst hoe bepaalde keuzes gevolgen zullen hebben voor die opgaven en voor het huidig landgebruik. Voor iedereen is duidelijk dat er iets moet gebeuren. En dat leidde tot een open en constructief gesprek waarin alle deelnemers bereid waren na te denken over een andere toekomst, met een landschap dat er anders uit ziet en anders wordt gebruikt dan nu het geval is.’

Erkennen van pijn

Een andere belangrijke les uit het onderzoek naar transities is dat het belangrijk is om pijnpunten te erkennen en te benoemen. Een transitie gaat onvermijdelijk gepaard met de afbraak of omvorming van bepaalde praktijken, en het ontstaan van nieuwe. Dat betekent dat er altijd verliezers zijn. Alleen maar ‘win-win’ bestaat niet. Transities gaan daarom ook gepaard met weerstand en verzet. Het is van belang om weerstand zo vroeg mogelijk op te sporen en bespreekbaar te maken. De Roo: ‘Het onder het tapijt schuiven van verliezers en van pijnpunten betekent dat de weerstand vooruit geschoven wordt, en alleen maar zal groeien. Dan krijg je het later als een boomerang weer terug op je bord.’

Het benoemen en erkennen van verlies en pijn is een emotionele zaak en vraagt om een sensitieve aanpak. De provincie Overijssel probeert dit op kleine schaal het hoofd te bieden door het aanstellen van neutrale erfcoaches. Erfcoaches bieden een luisterend oor, niet alleen voor de zakelijke aspecten maar ook de sociale en emotionele zaken. Dit sluit goed aan bij een transitie-aanpak.

Ook op landelijk niveau vraagt het erkennen van pijn en weerstand om een sensitieve aanpak. De Roo: ‘De manier waarop Johan Remkes zijn rapport over stikstof begon met het expliciet benoemen dat boeren zich niet erkend voelden, vond ik inspirerend en moedig. Er was eerst geen enkele ruimte voor gesprek. Doordat hij het zo benoemde, brak er iets open. Dat was een opening voor de onderhandeling voor het landbouwakkoord.’

Accepteer onzekerheid

Transities gaan over navigeren in het spanningsveld tussen het behouden of krijgen van draagvlak en de daadkracht die vereist is om rigoreuze doelen te stellen. Een transitie vraagt een duidelijke stip op de horizon en rigoureuze maatregelen om daar te komen. Tegelijkertijd moeten keuzes democratisch gelegitimeerd zijn en draagvlak hebben in de samenleving.

Een van de manieren om hier mee om te gaan, is het erkennen en accepteren van onzekerheden. Onzekerheid hoort bij transities. De Roo: ‘Onzekerheid is alom aanwezig. We weten simpelweg niet hoe de cocktail van klimaatverandering, een veranderende bevolkingssamenstelling, verdergaande globalisering en AI precies uit zullen werken over tientallen jaren. Daarnaast worden feiten in gevoelige en ingewikkelde vraagstukken vaak betwist. Dus ook als we denken dat we iets zeker weten, wordt het in twijfel getrokken.’

Vanuit de communicatiewetenschap is bekend dat het voor leiders in zulke situaties belangrijk is om naast mensen te gaan staan, in plaats van erboven, en onzekerheid te erkennen, zegt De Roo. ‘Een voorbeeld is dat premier Rutte in de Coronacrisis ruiterlijk toegaf dat we niet alles weten maar desalniettemin keuzes moeten maken. Met 50% feiten, 100% van de keuzes maken.’ Wie onzekerheid erkent en dat oprecht doet, creëert begrip, ook bij diegenen die normaal gesproken in de weerstand schieten. ‘Wat dan juist niet helpt, is net doen of we alles weten, wilde beloftes doen, of garanties eisen dat maatregelen effectief zullen zijn in de toekomst.’

Toon leiderschap

Een transitie vraagt daarom ook om leiderschap. ‘Zeker in de provinciale plannen wordt veel geredeneerd vanuit draagvlak’, zegt Van Liere. ‘Maar lessen over transitiemanagement laten zien dat het cruciaal is dat iemand het voortouw neemt. Dat wordt nu te weinig gedaan. Verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven van Rijk naar provincie en weer terug.’

In Nederland zijn we gewend om te polderen, voegt De Roo toe. ‘Maar dat gaat uit van een specifiek democratisch model waarbij representanten van bepaalde groepen met elkaar onderhandelen vanuit de bestaande situatie. De uitkomst is altijd een compromis, en dat is zelden toereikend in een transitie. Vanuit het transitiedenken gezien, moeten we niet gaan polderen vanuit de bestaande situatie, maar rigoureus een stip op de horizon zetten en van daaruit kijken wat er nodig is om daar te komen.’

Colofon

Tielens, J. & N. de Roo (2024), Transitiekunde biedt handvatten voor échte verandering in landelijk gebied, Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOT-special 15

WOT-special 15 is een publicatie van de unit Wettelijke Onderzoekstaken (WOT) Natuur & Milieu, onderdeel van Wageningen University & Research. Deze publicatie is gebaseerd op WOT-technical report 258 Transitie of optimaliseren van het bestaande? Beleidsanalyse NPLG en WBS vanuit transitieperspectieven. Onderzoek van WOT Natuur & Milieu wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). WOT-special 15 is gemaakt conform het Kwaliteitshandboek van de unit WOT Natuur & Milieu.

WOT Natuur & Milieu voert wettelijke onderzoekstaken uit op het beleidsterrein natuur en milieu. Deze taken worden uitgevoerd om een wettelijke verantwoordelijkheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te ondersteunen. WOT Natuur & Milieu zorgt voor rapportages en data voor (inter)nationale verplichtingen op het gebied van agromilieu, biodiversiteit en bodeminformatie, en werkt mee aan producten van het Planbureau voor de Leefomgeving zoals de Balans van de Leefomgeving.

Figuren: Marieke van der Velden, www.eyeopeners.eu

Foto: Kira Laktionov op Unsplash

©2024 Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu

Dit werk is gelicentieerd onder de Creative Commons CC-BY-NC licentie. Zie voor de licentievoorwaarden: https://creativecommons.org/licenses/by-nc/4.0/legalcode.nl

WOT Natuur & Milieu aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.