Nieuws

Lange termijn vraagt om aanpassingen in melkveehouderij

article_published_on_label
25 juni 2024

Als naar de lange termijn wordt gekeken en naar het totale voedselsysteem en alle opgaven die daarbij horen, dan hoort daar een aangepaste melkveehouderij bij. Dat concludeert Alfons Beldman, onderzoeker aan Wageningen University & Research in een overzicht van ontwikkelingen in de melkveehouderij in het verleden en verwachtingen voor de toekomst, gebaseerd op reeds uitgevoerde studies en op zes cases van Nederlandse EDF-melkveehouders. Beldman presenteerde de uitkomsten op het congres van het Network of European Dairy Farmers dinsdag 25 juni in Zwolle.

De Nederlandse melkveehouderij heeft de afgelopen jaren veel ontwikkelingen doorgemaakt. Dit was voor de Nederlandse organisatoren van het congres aanleiding om te vragen om een overzicht van ontwikkelingen in de melkveehouderij in het verleden en verwachtingen voor de toekomst, gebaseerd op reeds uitgevoerde studies en op zes cases van Nederlandse EDF-melkveehouders.

Korte termijn: overleven

Voor de korte termijn spelen met name de economische effecten van het vervallen van de derogatie en de invoering van bufferstroken met de bijbehorende mestafzetkosten voor veel bedrijven een zeer grote rol. Voor een behoorlijk aantal bedrijven zal het op de korte termijn om overleven gaan, hoe kom ik deze periode door? Voor de middellange termijn (2030-2035) laten meerdere studies zien dat het geheel aan doelen en opgaven (stikstof, klimaat, mest) niet gehaald lijkt te kunnen worden zonder krimp van de veestapel. De omvang van de benodigde krimp is niet echt duidelijk. In het landbouwakkoord werd 30% genoemd. De studies laten ook zien dat de schaalvergroting door zal gaan. Of bedrijven op middellange termijn intensiever of juist extensiever/meer natuurinclusief gaan worden, hangt af van de concrete prikkels vanuit het beleid en eventueel de markt.

Lange termijn: aangepaste melkveehouderij

Voor de lange termijn (na 2035) is het beeld dat er aanpassingen nodig zijn. Uitgangspunten die hierbij horen zijn:

  • De melkveehouderij is gericht op het benutten van gras en reststromen en zet deze om in hoogwaardige humane voeding.
  • De melkveehouderij maakt zo weinig mogelijk gebruik van voedermiddelen die ver weg worden geteeld en/of op land dat ook geschikt is voor de teelt van humaan voedsel.
  • De melkveehouderij is dierwaardig. Dit houdt onder andere in dat het dier zijn natuurlijke gedrag kan vertonen.
  • De melkveehouderij levert een positieve bijdrage aan (het herstel) van biodiversiteit.

Strategieën van zes Nederlandse EDF-melkveehouders

Voor het rapport zijn ook van zes Nederlandse EDF-bedrijven de (toekomst-)strategieën in beeld gebracht. Aan de ondernemers is gevraagd of ze denken klaar te zijn voor de toekomst. Eerst algemeen en vervolgens specifiek ingezoomd op een aantal thema’s (vervallen derogatie/extensivering, klimaatopgave, stikstof/ammoniak, biodiversiteit, dierenwelzijn/dierwaardigheid, de marktvraag van de toekomst, economisch/financieel). Één ondernemer geeft aan nog niet klaar te zijn voor de toekomst, de overige vijf geven in verschillende varianten een positief antwoord op de vraag.

Hoe pakken deze ondernemers dat aan? Over het algemeen zijn deze melkveehouders zelf in de lead in de ontwikkeling van de strategie. Ze investeren echt tijd om zich te oriënteren op de ontwikkelingen in de omgeving, ondanks dat dit niet altijd als echt werk wordt gezien. Een groot deel van de groep rekent zelf aan hun plannen of zorgt er in ieder geval voor het rekenwerk goed te snappen. De focus van het grootste deel van de bedrijven richt zich op het horen bij de best presterende bedrijven. De groep probeert ook verder vooruit te kijken - de korte termijn met bijvoorbeeld de hoge mestafzetprijzen is voor meerdere bedrijven lastig, maar ze proberen te vermijden dat dit leidend wordt in de langetermijnbeslissingen.

Juiste keuze voor de toekomst

Het rapport beschrijft verder de mogelijke en verschillende toekomstscenario’s. Van de reguliere weg van schaalvergroting tot strategieën voor de korte en middellange termijn. De onderzoekers benadrukken dat het voor het maken van een keuze voor de eigen toekomststrategie het essentieel is om een goede analyse te maken. Die begint bij de ondernemer zelf: waarom ben je melkveehouder en wat zijn je vaardigheden? Vervolgens is het belangrijk om de trends in de omgeving goed in beeld te krijgen, zowel in de directe omgeving als in markt en maatschappij. De sterke en zwakke punten van de uitgangssituatie (structuur en prestatie) zijn mede bepalend voor de mogelijkheden. Vanuit deze bouwstenen volgt een keuze voor een passende strategie.

“De opgaven voor de lange termijn vragen om aanpassing van het bedrijfsmodel van de melkveehouderij”, zegt Beldman. “Het is een melkveehouderij die opereert binnen een ‘safe and just’-ruimte. Dit vraagt om aanpassingen van het bedrijfsmodel en met name ook van het verdienmodel. Het is lastig om dit model vanuit de bestaande situatie te ontwikkelen, het is zaak om meer van buiten naar binnen te werken (outside – in). Wat zijn de maatschappelijke eisen en wensen en hoe zijn die te vertalen naar een bedrijfs- en verdienmodel? Een aanpak die hier goed bij past is de aanpak van business model innovation”, besluit Beldman.