Veelgestelde vragen over natuur verwaarden
Wageningen Economic Research heeft veel kennis in huis over het verwaarden van natuur, biodiversiteit en natuurinclusieve landbouw. Kennis die we graag delen met u. Daarom hebben we lijst gemaakt met vragen die u als ondernemer of beleidsmaker zou kunnen hebben. Elk antwoord bevat een link naar verdiepende informatie, zoals onderzoeken en achtergronddocumenten.
Ondernemers
Wat kan natuurinclusieve landbouw voor boeren betekenen?
Bij natuurinclusieve landbouw zijn de negatieve effecten van de agrarische bedrijfsvoering op de natuur minimaal en de positieve effecten van de natuur op de bedrijfsvoering maximaal. Dit nieuwe perspectief op de relatie tussen economie en natuur biedt, zeker in de landbouw met zijn specifieke relatie tot natuur en omgeving, een andere kijk op bedrijfsvoering. Verschillende ondernemers zijn al succesvol overgestapt naar natuurinclusieve landbouw. In de brochure vindt u voorbeelden uit de akkerbouw en veehouderij en een methodiek om te kijken of deze stap ook u past.
Wat is habitatbanking?
Habitatbanking is een instrument dat in principe ontworpen is om (verplichte) compensatie van natuurschade makkelijker te laten verlopen: een partij die bijvoorbeeld door een uitbreiding schade aan de natuur veroorzaakt en die moet of wil compenseren, kan bij een habitatbank ‘credits’ kopen. De Habitatbank heeft al een voorraad voor compensatie geschikte natuur in bezit, en door de verkoop van de credits wordt een deel van die natuur-op-voorraad in feite als vervanging voor de natuur die verdwenen is aangemerkt. En de Habitatbank gebruikt de vergoeding –na aftrek van kosten- weer om de ‘voorraad’ compensatienatuur aan te vullen. De bank regelt dus de compensatie voor de klant en beidt gemak en duidelijkheid tegen een vergoeding.
Meer weten over hoe habitatbanking investeren in natuur makkelijker maakt? Lees het rapport.
Hoe maak ik mijn bedrijf meer natuurinclusief?
De bedrijfsvoering van een gangbaar bedrijf is in het algemeen gericht op een zo hoog mogelijke plantaardige en/of dierlijke productie. Bepaalde planten en dieren worden bevoordeeld met behulp van bijvoorbeeld grondbewerkingen, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dit gaat bijna altijd ten koste van andere planten en dieren op het bedrijf en in naastgelegen randen, sloten, wateren en natuurgebieden via vermesting, verdroging, versnippering en vergiftiging. Een duurzame, natuurinclusieve landbouw heeft ook oog voor andere, niet-productieve soorten. Aandacht voor deze soorten hoeft de bedrijfsvoering niet te frustreren en kan deze zelfs ondersteunen. Om de bedrijfsvoering te laten ‘bewegen’, laden we belangrijke bedrijfsonderdelen op ‘aanhangwagens’ waarbij we beschrijven wat er nodig is om ze in de goede richting te laten bewegen.
Aandacht voor biodiversiteit hoeft de bedrijfsvoering niet te frustreren en kan deze zelfs ondersteunen. De benodigde aanpassingen gaan echter niet vanzelf in de goede richting en agrarisch ondernemers moeten ‘de kar’ wel kunnen en willen trekken. Maar de boeren staan er niet alleen voor. Onze brochure geeft ook een overzicht van wat de overheid en de omgeving, zoals erfbetreders, de ketenpartijen en maatschappelijke organisaties, kunnen doen om de last te verlichten en het karrenspoor te effenen.”
Op weg naar een natuurinclusieve duurzame landbouw
Ik wil zelf aan de slag met verduurzaming. Waar begin ik?
Wil jij zelf met jouw organisatie aan de slag met verduurzaming en de verwaarding hiervan? Op basis van verduurzamingstrajecten met CONO en Keten Duurzaam Vlees (KDV) hebben wij drie werkvormen ontwikkeld die jouw organisatie hierbij kunnen helpen.
Wat kunnen de overheid en de omgeving doen om te helpen?
Agrarisch ondernemers zijn de enigen die de kar richting een duurzamere landbouw kunnen trekken. Maar de omgeving heeft wel invloed. De keuzes van de boer worden voor een belangrijk deel beïnvloed door zijn omgeving: familie, collega-boeren, erfbetreders, ketenpartijen, burgers en maatschappelijke organisaties.
Op weg naar een natuurinclusieve duurzame landbouw
Hoe integreer ik natuur in mijn verdienmodel?
De succesfactor voor de combinatie van landbouw met natuur is een effectief verdienmodel waar de natuur onderdeel van is. Kern van het verdienmodel is dat niet alleen geld wordt verdiend met agrarische productie. Tegelijkertijd wordt ook waarde gecreëerd voor en mèt de natuur. Dit kan door de natuurwaarden of opbrengsten uit de natuur te vermarkten en door eigenschappen van de natuur te benutten in de bedrijfsvoering en daarmee bedrijfskosten uit te sparen. Doordat bedrijfsstructuur, ontwikkelmogelijkheden en eigenschappen van de omgeving van het bedrijf verschillen, is het verdienmodel voor elk bedrijf uniek.
Deze brochure richt zich op agrarische ondernemers en hun adviseurs. Wilt u nieuwe ideeën opdoen voor verdienmodellen gericht op de combinatie van landbouw met natuur? Wilt u voorbeelden van wat natuur voor u kan betekenen en hoe u hierin stappen kunt zetten? Laat u dan inspireren door deze brochure. En ga samen met verschillende partijen om de tafel om een natuurinclusief verdienmodel samen te stellen.
Hoe integreer ik recreatie in mijn verdienmodel?
Het uitvoeren van kleinschalige experimenten is een goede manier om potentieel marktwaardige ideeën op waarde te testen bij de klant. Door te experimenteren komen feiten sneller boven tafel en blijken prioriteiten soms anders te liggen dan vooraf bedacht. Je weet van tevoren immers niet of ideeën ook echt zullen werken en of ze daadwerkelijk aansluiten op de klantbehoefte zoals je die hebt bedacht.
Wageningen Economic Research identificeert drie belangrijke thema’s die belangrijk zijn bij het verkennen van nieuwe ideeën: flexibiliteit, creativiteit, netwerk(en). Aan de hand van deze thema’s kunnen we ondernemers en hun belanghebbenden meer handvatten aanreiken tijdens hun eigen verkenning. Daarbij is van belang:
- Strategische samenwerking met andere partijen binnen vernieuwingsprojecten; de ruimte en focus organiseren voor interactie tussen alle entrepreneurs en intrapreneurs die innoveren mogelijk maken met kennis, contacten, financiën, daadkracht enzovoort.
- Uitbreiding en versteviging van het experiment als onderdeel van de exploratiefase. Dus ook langduriger tijd nemen voor het (kleinschalig) toetsen en meten van commerciële ideeën en bedrijfsmodellen in de markt.
- Experimenteren om feedback te krijgen op nieuwe waardeproposities; en om het innovatiepotentieel van netwerken en verbintenissen te toetsen. Dus experimenteren met nieuwe vormen van samenwerking en/of nieuwe partijen met co-creatie als doel, nog zonder een waardepropositie.
- De rol (zowel positief als negatief) van de organisatiestructuur en -cultuur van bedrijf en keten en de invloed van de sociale context nadrukkelijker meenemen in het innovatietraject.
- Duidelijk onderscheid van de exploratie- en exploitatiefase. De focus van deze aanpak ligt op de exploratie, oftewel de verkenningsfase.
Lees meer in de brochure ‘nieuwe waardeproposities ontdekken’
Wat is de invloed van groen op mijn bedrijf?
In elke stad of dorp is groen aanwezig in de vorm van bomen, perken, parken, tuinen enzovoort. Over de potentie van (openbaar) groen voor mkb-bedrijven is echter nog weinig bekend. Er zijn maar weinig bedrijven in de stad die actief in groen investeren. En leidt de aanwezigheid van bijvoorbeeld bomen, bloembakken, terrasplanten en een groen dak eigenlijk tot meer bezoekers en klanten, langere verblijfstijden en hogere bestedingen?
Tegenwoordig is het niet meer vanzelfsprekend dat groen in de stedelijke omgeving door de overheid wordt ontwikkeld en beheerd. Steeds meer zullen verantwoordelijkheden, ook voor groen, door de overheid worden gedeeld met burgers en bedrijven. In deze brochure geven wij inspirerende voorbeelden van ondernemers die groen in de omgeving als positief element in hun bedrijfsvoering hebben geïntegreerd en daarnaast geeft de brochure aan wat groen voor u kan betekenen en met wie u hierin kunt samenwerken.
Hoe meten bedrijven hun impact op natuurlijk kapitaal?
Welke tools en data gebruiken bedrijven om hun impact op natuurlijk kapitaal te meten, en waar
zitten nog hiaten wat betreft instrumentarium? Uit WUR-onderzoek blijkt dat bedrijven vooral werken met levencyclus analyses (LCA), bedrijven met veel producten liever werken met keurmerken, er behoefte is aan standaardisering op sectorniveau, de beschikbaarheid van data op gebiedsniveau een knelpunt is en de niet-koplopers meer betrokken kunnen worden bij natuurlijk kapitaal.
Welke knelpunten ervaren ondernemers die investeren in groen?
Innovatieve ondernemers die willen investeren in natuur en biodiversiteit ondervinden daarbij knelpunten in beleid, wet- en regelgeving. Wageningen Economic Research heeft in 2015 59 knelpunten geïdentificeerd. Deze belemmeringen die behoren tot de domeinen natuur en biodiversiteit en natuurcombinaties zijn vaak operationeel of structureel van aard. Het wegnemen van deze belemmeringen vraagt niet om nieuw beleid. Voor belemmeringen die nog niet worden aangepakt zal het ministerie van Economische Zaken samen met de betrokken actoren (ondernemers, medeoverheden) moeten zoeken naar werkbare oplossingen.
Lees meer over de 59 knelpunten in ‘Ruimte en regels voor natuur en biodiversiteit’
Hoe is het gesteld met agrarisch natuurbeheer in Nederland?
Er is nog veel biodiversiteit en er valt dus ook veel te beschermen. Immers biodiversiteit is breder dan alleen weide- en akkervogels en holt achteruit. Deze publicatie prikkelt boeren en hun regionale collectieven om verdere stappen te zetten in het agrarisch natuurbeheer in samenwerking met onder andere waterschappen, provincies, natuurorganisaties, particuliere natuurbeheerders en marktpartijen. We kijken naar de ontwikkeling van beleid, de functie van ecologische aspecten, zoals vogels, sloten, begroeiing en erven en naar de inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en de betekenis voor verbreding van de landbouw. Tenslotte schetsen wij perspectieven voor natuur in het boerenland.
De publicatie 'Agrarisch natuurbeheer in Nederland' kunt u bij Wageningen Academic bestellen. Wanneer u verder wilt praten over deze vraag of de publicatie, dan kunt u contact opnemen met Floor Brouwer.
Heeft vrijwillige natuurcompensatie meerwaarde voor biodiversiteit?
Wat is er nodig om vergroening in de veehouderij mogelijk te maken?
Het verduurzamen van veehouderijsystemen staat de laatste jaren bij diverse stakeholders hoog op de agenda. Erover praten blijkt gemakkelijk, het daadwerkelijk realiseren van verduurzaming door ondernemers is een stuk ingewikkelder.
Binnen het project Het Nieuwe Veehouden is verkend waarom en op welke wijze innoverende ondernemers structureel vastlopen bij allerlei processen die geregeld moeten worden om succesvol een innoverend concept in de praktijk te kunnen realiseren. Bij de uitvoering waren ondernemers betrokken die hun knelpunten hebben ingebracht als case om dit te verkennen met experts op het gebied van markt, financiering en vergunningverlening.
Een veehouder die innoveert verlaat het regime en stapt in de niche. Hierbij is het probleem dat het twee verschillende werelden (regime vs niche) zijn die niet met elkaar kunnen communiceren vanwege verschillende doelstellingen en drijfveren, een andere belevingswereld en een andere taal. Voor veehouders is het vrijwel onmogelijk om de verbinding te leggen tussen hun niche en het regime. Een intermediair en een integrale visie van de vernieuwer zijn noodzakelijk voor succesvolle verandering.
Lees meer in de Brochure Het Nieuwe Veehouden mogelijk maken
Beleidsmakers
Wie is verantwoordelijk voor natuur?
Er is een omslag in de financiering van het beheer van natuurgebieden gaande. De rijksoverheid trekt zich terug en de provincies nemen een deel van de financiering over. Daarnaast worden ook bedrijven en burgers geacht meer te gaan bijdragen. De vraag is of men hiertoe bereid is als de rijksoverheid zich tegelijkertijd afwendt. Uit een veldexperiment in het Haagse Bos blijkt dat dit niet het geval is. Als burgers weten dat de overheid Staatsbosbeheer minder gaat financieren, zijn ze ook minder bereid bij te dragen.
Voor informatie ga naar Gedragsinzichten toepassen voor beleid.
Is natuur betaalbaar?
WUR heeft in 2015 een ontdekkingstocht georganiseerd waarin de (on)mogelijkheden van de financiering van natuur en landschap centraal stonden. De conclusie van deelnemers aan deze expeditie was dat samen investeren in natuur experimenteerruimte vergt, waarin de verschillende, vaak lokale, partijen elkaar moeten versterken vanuit eigen expertise.
Hoe kan natuur dienen als motor voor nieuwe economische activiteiten?
Voor de gemeente Den Helder hebben wij deze vraag beantwoord. Den Helder heeft een rijkdom aan cultureel erfgoed en een bijzondere en gevarieerde natuur. Het landschap kent een grote dynamiek, en de sporen daarvan zijn nog goed herkenbaar. Dat landschap is in de 19e eeuw vastgelegd door de aanleg van de zeedijk, de drooglegging van het Koegras en dergelijke. Ook de menselijke bewoningsgeschiedenis is rijk aan historische gebeurtenissen en zichtbaar in de structuur van stad en dorp. In de laatste twintig jaar is veel geïnvesteerd in de conservering, ontwikkeling en openstelling van dit erfgoed.
Lees meer in de ‘Brochure 'Verzilveren Helders erfgoed’.
Welke knelpunten ervaren ondernemers die investeren in groen?
Innovatieve ondernemers die willen investeren in natuur en biodiversiteit ondervinden daarbij knelpunten in beleid, wet- en regelgeving. Wageningen Economic Research heeft in 2015 59 knelpunten geïdentificeerd. Deze belemmeringen die behoren tot de domeinen natuur en biodiversiteit en natuurcombinaties zijn vaak operationeel of structureel van aard. Het wegnemen van deze belemmeringen vraagt niet om nieuw beleid. Voor belemmeringen die nog niet worden aangepakt zal het ministerie van Economische Zaken samen met de betrokken actoren (ondernemers, medeoverheden) moeten zoeken naar werkbare oplossingen.
Lees meer over de 59 knelpunten in ‘Ruimte en regels voor natuur en biodiversiteit’
Welke maatregelen kan de overheid nemen om natuur inclusief ondernemen verder te stimuleren?
Er zijn diverse aandachtspunten die van belang zijn voor de verdere uitrol van ‘natuurinclusief ondernemen’. Zo is er behoefte aan duidelijk afgebakende experimenteerruimte om ondernemers het belang en de toepassing van natuurinclusief ondernemen te laten ervaren. Er leeft een gevoel van willekeur door verschillen in (lengte van) procedures tussen gemeenten en provincies. Een intermediair zoals voorheen de Dienst Landelijk Gebied wordt gemist voor grondaanwerving, inrichting en voorfinanciering. En we zien dat ‘oplossingen’ voor de hoge grondprijs nodig zijn, aangezien deze prijs belemmerend werkt. Daarnaast is er behoefte aan (ecologische) kennis bij ondernemers en is een gebiedsgerichte aanpak essentieel.
Meer over mogelijke maatregelen vindt u in ‘Het stimuleren van ondernemen met natuur: handelingsopties voor de overheid’
Hoe neem je de ‘winst’ voor natuur mee in beleid?
De Rijksnatuurvisie stelt dat door in economische processen anders om te gaan met leefomgeving en natuurlijke hulpbronnen, winst voor natuur kan worden geboekt. Hoe kan die ‘winst voor natuur’ worden gemeten? Door het meetbaar maken van de gevolgen van een natuurinclusieve economie, en meer specifiek het rendement dat dit voor de natuur levert, kan beleid gemonitord en aangepast worden.
Lees meer in ‘Het meetbaar maken van natuurinclusieve economie’.
Hoe krijg ik inzicht in alle kosten en baten van een maatregel?
Een Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) is een integraal afwegingsinstrument waarmee alle huidige en toekomstige maatschappelijke voor- en nadelen, ofwel de welvaart / welzijnseffecten, van voorgenomen maatregelen tegen elkaar afgewogen worden door ze zo veel mogelijk in geld uit te drukken. Kosten en baten worden contant gemaakt door toekomstige kosten en baten terug te rekenen naar het basisjaar met de discontovoet (conform de leidraad MKBA 5,5%). Omdat het de voor- en nadelen van alle betrokkenen - overheid, bedrijven en burgers - in beeld brengt, is de MKBA sectoroverschrijdend. Wanneer de baten groter zijn dan kosten, is een project maatschappelijk gezien verantwoord.
Een MKBA is bedoeld om na te gaan of investeren in bepaalde maatregelen maatschappelijk gezien al dan niet een juiste keus is. Ook kan een MKBA laten zien welke set van alternatieve maatregelen het beste is. MKBA richt zich dus op het verantwoorden van de besteding van overheidsmiddelen aan een specifieke set van maatregelen. Een MKBA helpt voorkomen dat economisch inefficiënte keuzes worden gemaakt.
In 2015 heeft Wageningen Economic Research de MKBA toegepast op de ontwikkeling van het Wierdense Veld. Deze studie geeft inzicht in de omvang van de maatschappelijke kosten en baten van de hydrologische herstelmaatregelen en emissiebeperkende maatregelen overeenkomstig de PAS-gebiedsanalyse. Voor de direct belanghebbenden van het gebied geeft het inzicht in de aard van de kostenposten waarmee zij te maken (kunnen) krijgen.
Lees meer over deze case in “MKBA Wierdense Veld”
Waarom moet je biodiversiteit beschermen?
Beleidsmakers willen inzicht hebben in de waarde van biodiversiteit. ‘Ze willen duidelijkheid over waarom mensen de bescherming van biodiversiteit belangrijk vinden, weten welke argumenten effectief zijn, vertelt Rob Bugter van Wageningen Environmental Research. Bugter was projectleider van BESAFE, een groot Europees project om de bescherming van biodiversiteit te verbeteren en te vernieuwen. Als het gaat om de rijkdom van de natuur op de wereld worden nu argumenten genoemd als maatschappelijke baten en de rol van biodiversiteit voor verminderen van armoede. In Europa voeren economische argumenten de boventoon; het gaat steeds meer om ecosysteemdiensten en het belang van een duurzaam gebruik ervan. Andere waarden sneeuwen daarbij onder. Nationale overheden verwijzen vooral naar wettelijke verplichtingen vanuit de Europese Unie om de bescherming van biodiversiteit te verkopen.
Uit de casestudies in BESAFE wordt duidelijk dat op lokaal en regionaal niveau heel andere geluiden klinken. Daar gaan economische argumenten hand in hand met ethische en morele argumenten. We willen biodiversiteit beschermen vanwege zijn intrinsieke waarde (de eigen waarde van andere soorten dan de mens), én omdat biodiversiteit bijdraagt aan de economie én omdat het goed is voor ons welbevinden. Langzaam beginnen ook robuustheid en het belang van het vermogen van natuur om zich aan te passen aan klimaatverandering een rol te spelen. Kortom: we zijn het meest gevoelig voor een mix van positieve redenen. De nadruk leggen op de gevaren van verlies aan biodiversiteit werkt in veel gevallen contraproductief.
Wat is er nodig om vergroening in de veehouderij mogelijk te maken?
Het verduurzamen van veehouderijsystemen staat de laatste jaren bij diverse stakeholders hoog op de agenda. Erover praten blijkt gemakkelijk, het daadwerkelijk realiseren van verduurzaming door ondernemers is een stuk ingewikkelder.
Binnen het project Het Nieuwe Veehouden is verkend waarom en op welke wijze innoverende ondernemers structureel vastlopen bij allerlei processen die geregeld moeten worden om succesvol een innoverend concept in de praktijk te kunnen realiseren. Bij de uitvoering waren ondernemers betrokken die hun knelpunten hebben ingebracht als case om dit te verkennen met experts op het gebied van markt, financiering en vergunningverlening.
Een veehouder die innoveert verlaat het regime en stapt in de niche. Hierbij is het probleem dat het twee verschillende werelden (regime vs niche) zijn die niet met elkaar kunnen communiceren vanwege verschillende doelstellingen en drijfveren, een andere belevingswereld en een andere taal. Voor veehouders is het vrijwel onmogelijk om de verbinding te leggen tussen hun niche en het regime. Een intermediair en een integrale visie van de vernieuwer zijn noodzakelijk voor succesvolle verandering.
Lees meer in de Brochure Het Nieuwe Veehouden mogelijk maken
Hoe geven rijksprojecten invulling aan de rijksnatuurvisie?
Wageningen University & Research is nagegaan of rijksoverheden in rijksprojecten zelf met natuurcombinaties en natuurinclusief werken en welke mogelijkheden er zijn om deze manier van werken te versterken. Voor vier beleidsvelden, te weten windenergie, landbouw, water en infrastructuur is nagegaan hoe rijksoverheden werken. Het onderzoek laat zien dat de begrippen natuurinclusief werken en natuurcombinaties steeds meer aandacht krijgen in het beleid en de programma’s en projecten van de Rijksoverheid. Vooralsnog lijkt natuurinclusief werken nog meer uitzondering dan regel.
Lees het rapport 'Rijksprojecten: hét natuurinclusieve werken?'.
Hoe is het gesteld met agrarisch natuurbeheer in Nederland?
Er is nog veel biodiversiteit en er valt dus ook veel te beschermen. Immers biodiversiteit is breder dan alleen weide- en akkervogels en holt achteruit. Deze publicatie prikkelt boeren en hun regionale collectieven om verdere stappen te zetten in het agrarisch natuurbeheer in samenwerking met onder andere waterschappen, provincies, natuurorganisaties, particuliere natuurbeheerders en marktpartijen. We kijken naar de ontwikkeling van beleid, de functie van ecologische aspecten, zoals vogels, sloten, begroeiing en erven en naar de inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en de betekenis voor verbreding van de landbouw. Tenslotte schetsen wij perspectieven voor natuur in het boerenland.
De publicatie 'Agrarisch natuurbeheer in Nederland' bestellen. Wanneer u verder wilt praten over deze vraag of de publicatie, dan kunt u contact opnemen met Floor Brouwer.
Heeft vrijwillige natuurcompensatie meerwaarde voor biodiversiteit?
Wat is habitatbanking?
Habitatbanking is een instrument dat in principe ontworpen is om (verplichte) compensatie van natuurschade makkelijker te laten verlopen: een partij die bijvoorbeeld door een uitbreiding schade aan de natuur veroorzaakt en die moet of wil compenseren, kan bij een habitatbank ‘credits’ kopen. De Habitatbank heeft al een voorraad voor compensatie geschikte natuur in bezit, en door de verkoop van de credits wordt een deel van die natuur-op-voorraad in feite als vervanging voor de natuur die verdwenen is aangemerkt. En de Habitatbank gebruikt de vergoeding –na aftrek van kosten- weer om de ‘voorraad’ compensatienatuur aan te vullen. De bank regelt dus de compensatie voor de klant en beidt gemak en duidelijkheid tegen een vergoeding.
Meer weten over hoe habitatbanking investeren in natuur makkelijker maakt? Lees het rapport.
Hoe til je investeringen van particulieren en het bedrijfsleven aan natuur van marge naar mainstream?
Bij private partijen bestaat interesse om te investeren in de leefomgeving. Om die bereidheid daadwerkelijk om te zetten in uitvoering is het nodig om investeren makkelijk te maken en om te zorgen voor een passend, flexibel systeem van tegenprestaties. Wageningen Research en BSB Advies hebben bekeken of (een aangepaste vorm van) habitatbanking een rol kan spelen bij het omzetten van een deel van de investeringsbehoefte in (compensatie)natuur. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, in het kader van het Beleidsondersteunend onderzoeksthema Natuurinclusieve Economie en Natuurcombinaties.
Lees de resultaten in het rapport Investeren in natuur; Naar pilots voor een bredere vorm van habitatbanking.
Hoe kunnen natuurorganisaties meer financiële middelen uit hun natuurterreinen verkrijgen voor het beheer van de terreinen?
Met hun natuurterreinen hebben natuurorganisaties een schat aan natuurlijk kapitaal in eigendom. De waarde van dit kapitaal is van enorm belang – niet alleen voor deze organisaties zelf maar vooral ook voor de maatschappij. Mensen plukken via talloze ecosysteemdiensten, zoals waterzuivering, koolstofopslag, beleving en biomassa, de vruchten van dit natuurlijke kapitaal. Maar ondanks hun waardevolle karakter zijn de meeste van die baten gratis, zonder dat daar inkomsten tegenover staan. Onderzoek in de ‘Weerribben-Wieden’ maakt duidelijk dat een gerichte gebiedsaanpak nodig is om via innovatieve verdienmodellen voldoende inkomsten te halen uit natuurgebieden. Zonder een gedeelde sense of urgency vanuit de streek om tot een nieuwe financieringsstructuur te komen, waarmee het onderhoud van de natuur en het karakteristieke landschap gefinancierd kan worden, hebben nieuwe verdienmodellen echter geen kans van slagen. De uitdaging voor de Weerribben-Wieden ligt in het creëren van een perspectief waarin de actoren vertrouwen hebben en dat tot samenwerking uitnodigt om de verzilveringsmogelijkheden van natuur daadwerkelijk te benutten
Lees het artikel uit het tijdschrift Milieu.