Ecolabel food: game changer voor duurzamer voedsel
Steeds meer initiatieven ontwikkelen food ecolabels om de milieu-impact van alle voedselproducten te kunnen vergelijken. Een ecolabel is een goed instrument om meer inzicht te krijgen in de duurzaamheid van de voedselketen, consumenten te helpen bij het maken van duurzamere keuzes en producenten aan te moedigen om op een milieuvriendelijkere manier te produceren.
Vergelijken op basis van milieuscore
Om de milieu-impact van voedsel in kaart te brengen, is het noodzakelijk om impactdata te verzamelen. Op dit moment worden allerlei verschillende methodes en tools gebruikt om die data te verzamelen en te interpreteren. Het is essentieel om één meetsystemen te ontwikkelen voor duurzaamheid van voeding, zodat de data en interpretatie wordt geharmoniseerd. Door te harmoniseren, kan een eenduidige score per product worden bereikt. Zo wordt het mogelijk om de milieu-impact van alle voedingsmiddelen met elkaar te vergelijken, niet alleen binnen een productcategorie, maar ook tussen verschillende productcategorieën.
Geharmoniseerde data als game changer
Op een geharmoniseerde manier data verzamelen is niet alleen waardevol voor een food ecolabel. De productspecifieke data die achter de milieuscores zit, kan ook gebruikt worden voor andere doeleinden.
CSRD-rapportage (scope 3)
Vanaf boekjaar 2024 zijn de 50.000 grootste organisaties binnen de EU verplicht om te rapporteren over broeikasgasemissies van de hele keten (scope 3). Dit betekent dat niet alleen deze 50.000 organisaties, maar ook hun ketenpartners data moeten verzamelen en aanleveren. Gelukkig rapporteren al veel organisaties op vrijwillige basis hun scope 3 emissies, zoals via Science Based Targets initiative. De data die wordt verzameld om de milieuscore per product te berekenen, is zeer bruikbaar voor de verplichte CSRD-rapportage.
Duurzame producenten belonen
Bedrijfs- en productspecifieke data stelt organisaties in staat om hun financiële voorwaarden af te stemmen op duurzaamheidsrisico’s. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om boeren en leveranciers te belonen voor ingrediënten die duurzamer geproduceerd zijn. Een zuivelbedrijf dat data verzamelt op boerderijniveau, kan bijvoorbeeld een hogere prijs betalen aan boeren die duurzame melk leveren. Dit geeft een prikkel om continu te verbeteren, met een duurzaam kwaliteitsproduct als resultaat.
Reductie bespaart kosten
Als de milieu-impact van een product bekend is, kan het product worden verbeterd. De productspecifieke data laat zien waar de zwaartepunten liggen en waar dus de meeste winst te behalen valt. Vaak heeft dit te maken met reductie: minder energie verbruiken, minder verpakkingsmateriaal, minder grondstoffen, besparen op water of efficiënter omgaan met transport. Deze reductiemaatregelen leveren vaak ook een mooie kostenbesparing op.
Zet de eerste stap naar een betere milieuscore
Een goede milieuscore begint bij het inzichtelijk maken van de milieu-impact per product. De beste methode om inzicht te krijgen in de totale milieubelasting is een levenscyclusanalyse (LCA). Deze methode bekijkt de volledige levenscyclus van een product: het winnen van grondstoffen, productie, transport, gebruik en afvalverwerking. Zo wordt direct duidelijk waar de zwaartepunten zitten en kun je heel doelgericht reductiemaatregelen doorvoeren.
Duurzaamheid staat hoog op de politieke agenda en er ontstaan steeds meer wetten en regels. Het is daarom verstandig om nu al te starten met het verzamelen en beheren van data rondom duurzaamheid. Het samenbrengen van bedrijfsspecifieke data en data uit de keten (secundaire data) kan namelijk best een uitdaging zijn. Bovendien maakt de data het mogelijk om producten te optimaliseren, zodat ze straks een goede milieuscore krijgen. Een ander groot voordeel van verduurzamen, is dat efficiënter gebruik van middelen, energie en grondstoffen vaak ook een kostenbesparing oplevert.
Over werkgroep Footprint
De werkgroep Footprint is opgericht door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). In de werkgroep zitten de volgende organisaties: ABN Amro, Agrifirm, ANEVEI, Avebe, Bidfood, CBL, Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), Cosun, Delinuts, Do it organic, DSM, FNLI, Friesland Campina, GroentenFruit Huis, HAK, Hutten, InStock, Lidl, LTO, Milieu Centraal, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, MVO ketenorganisatie oliën en vetten, NEPLUVI, Rabobank, RIVM, Superunie, Unilever, Wageningen University & Research (voorzitter), Vereniging Nederlandse Brouwers, Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen, Vion.
De werkgroep Footprint is oorspronkelijk opgericht om opvolging te geven aan het klimaatakkoord, waarin staat dat de klimaatimpact van alle afzonderlijke voedselproducten in Nederland inzichtelijk moet worden. Al snel concludeerde de werkgroep dat de focus op het klimaat ten koste zou kunnen gaan van andere milieuthema’s. Daarom besloot de werkgroep aan de slag te gaan met het in kaart brengen van de bredere milieu-impact.
Nederland is niet het enige land dat bezig is met de milieu-impact van voedsel verkleinen. Daarom hanteert de werkgroep een geharmoniseerde standaard voor het berekenen van footprints die is vastgesteld door de Europese Commissie: de Product Environmental Footprint (PEF). Hierin zijn methoden vastgelegd om 16 verschillende milieuthema’s te meten én individuele scores te combineren om te komen tot een totaalscore. Door middel van internationale afstemming, kunnen we werken aan geharmoniseerde footprint-berekeningen binnen Europa.
De belangrijkste activiteiten van de werkgroep zijn:
- Het ontwikkelen van een op PEF-gebaseerde methodologie waarbij zoveel mogelijk wordt voortgebouwd op bestaande specifieke methoden voor verschillende productcategorieën. Inconsistenties worden gecorrigeerd, zodat vergelijkingen tussen productcategorieën mogelijk zijn. De methodiek wordt ook toepasbaar gemaakt op alle voedselcategorieën. Daarnaast verkent de werkgroep hoe milieuthema’s die nog onvoldoende afgedekt zijn, ook gemeten kunnen worden.
- Het doorontwikkelen van de bestaande RIVM-milieudatabase, om de milieubelasting van Nederlands voedsel transparant te maken en te kunnen sturen op het verduurzamen van ons voedselaanbod.